AFP 3.2.9 Bewegingsapparaat en pijn

3.2.9. Bewegingsapparaat en pijnstilling
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

3.2.9. Bewegingsapparaat en pijnstilling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
Anatomie H3 + H4
Medische kennis H 10
Geneesmiddelenkennis H3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen
- je kent de anatomie en fysiologie van het bewegingsapparaat
- je kent de meest voorkomende aandoeningen aan het bewegingsapparaat
- je kent de verschillende groepen pijnstillers en weet globaal hoe deze werken in het lichaam

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige week:

Slide 4 - Slide

https://learningapps.org/display?v=pq96ceyzj21 
Functies skelet
  • Skelet: 206 botten
  • Beweging (aanhechting spieren)
  • Bescherming (zachte weefsels en organen)
  • Bloedcelproductie (rode beenmerg)
  • Opslag mineralen en energie (o.a. calcium)
  • Steun en vorm


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Osteoporose
Osteoporose: Afbraak > Aanmaak
  • 'Poreuze botten' (start na je 30e levensjaar)

Risicofactoren:

  • Ouderdom, te weinig beweging
  • Roken en alcoholgebruik
  • Te weinig Vitamine D en/of calcium
  • Vrouwelijk geslacht (oestrogeen remt botafbraak)
  • Ondergewicht (er zit oestrogeen in vet) 

Slide 6 - Slide

Oestrogeen remt de botafbraak
Osteoporose (2)
Gevolgen: 
  • Fracturen (botbreuken): Heup, pols
    - Operatie noodzakelijk: kan fataal zijn
  • Inzakkingsfractuur: Wervels zakken in elkaar
    - Ouderen worden 'kleiner'

Diagnose en Preventie: Botdichtheidsonderzoek
  • Veel bewegen, niet roken en niet teveel drinken
  • Voldoende zonlicht, calcium(tabletten)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ziekte van Paget
Ziekte van Paget: Osteïtis deformans
  • Lokale, verstoorde opbouw en afbraak van bot (slordig)
  • Vorm van bot verandert, pijn
  • Verhoogde kans op botbreuken
  • Vaak na 50e levensjaar

Behandeling: 
  • Medicijnen om botafbraak te remmen
  • Blijven bewegen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Fracturen/Botbreuken
Oorzaken:
  1. Trauma: Door een ongeluk
  2. Pathologisch: Osteoporose, kanker
  3. 'Spontaan': Heel klein trauma/geen trauma
  4. Stressfractuur: Door lang en intensief (hard)lopen

Symptomen: (Asdruk)pijn, abnormale stand van bot, zwelling, bewegingsbeperking, (meestal) zichtbaar op röntgen, CT, of MRI

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Fracturen (2)
Complicaties: 
  • Longembolie: vooral bij heup- of bekkenfractuur
       - Pijn bij ademen, kortademigheid -> antistolling
  • Afsterving van weefsel: zuurstoftekort door zwelling
       - Steeds heviger pijn
       - Ischemie, necrose

Behandeling: spalk om botdelen op plek te houden (intern of extern)
  • Duur: afhankelijk van grootte bot, locatie, ernst en leeftijd

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Soorten botten
  1. Pijpbeenderen: Lang en dun (dijbeen, opperarmbeen)

  2. Korte beenderen: Net zo breed als lang (hand-/voetwortel)

  3. Platte beenderen: Breed en plat (schedel, schouderblad)

  4. Onregelmatig gevormde beenderen (rugwervel, bekken)

  5. Sesambeenderen: Zit vast in pees (knieschijf)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het bot
Sponsachtig botweefsel
  • Bevat rood/geel beenmerg
  • Bevat aders en slagaders voor voeding 
Hard, compact botweefsel
  • Bevat bloedvaten, zenuwen en lymfevaten
Botvlies/beenvlies/periost
  • Stugge aanhechtingsplaats voor pezen en bindweefselbanden
  • Bevat botvormende cellen (osteoblasten)

Slide 13 - Slide

Rode beenmerg maakt bloed aan
Gele beenmerg is energiereserve (vetcellen)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Botcellen in botvlies
Zorgen voor remodellering: opbouw en afbraak
  • Vernieuwen van botweefsel
  • Extra stevigheid bot
  • Herstel van botbreuken

Osteoclasten: breken het bot af
Osteoblasten: bouwen het bot op (ossificatie)
Osteocyt: onderhoudt het bot
Collageen
Calcium
Fosfaat
Bot

Slide 15 - Slide

Als een osteoblast helemaal omringt is door zelfgeproduceerd botweefsel, verandert deze in een osteocyt
- onderhoudt het bot door uitwisseling van stoffen tussen bloedvaten en botcellen
- regelen calcium in bloed door opbouw en afbraak bot

Rode cirkel is botmatrix
Botgroei
  • Vanuit kraakbeen en bindweefsel: Voor de geboorte

  • In de lengte: Groeischijven (embryonaal kraakbeen)
    - Tot het einde van de puberteit

  • In de breedte: door de osteoblasten onder botvlies

Slide 16 - Slide

kraakbeen -> bij afbraak komt calcium vrij -> calcium slaat neer -> bloedvaten + osteoblasten

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Botverbindingen
  1. Bindweefselverbindingen: vb. schedel, tanden in kaakbot
    - Stevigheid en stabiliteit, geen beweging
  2. Kraakbeenverbindingen: vb. ribben, wervelschijven
    - Beperkte beweging, kan veel kracht hebben
  3. Synoviale verbindingen: 'echte gewrichten'
    - Maken grote bewegingen mogelijk

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Synoviale gewrichten
  1. Gewrichtskraakbeen: vangt drukkrachten op

  2. Gewrichtsholte: bevat gewrichtsvloeistof

  3. Gewrichtsvloeistof: 'smeerolie'

  4. Gewrichtskapsel: houdt botten bij elkaar

  5. Bindweefselbanden: versterken botverbinding

Slide 19 - Slide

gewrichtsvloeistof voedt kraakbeen, zorgt voor schokdemping en soepele beweging

Slide 20 - Slide

Slijmbeurs (bursa): zakje gevuld met vloeistof -> schokdemper, zorgt dat pees makkelijker over bot glijdt

Kraakbeenschijf: meniscus -> tussen gewrichtsoppervlakken als schokdemper
Je botten zitten aan elkaar met  gewrichten.

Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen.
ellenboog-gewricht

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Soorten gewrichten
(Straf gewricht=er is heel weinig beweging mogelijk door de aanwezigheid van vele ligamenten, bijv. de gewrichten tussen de handwortelbeentjes.)
Rolgewricht=Het ene beenstuk draait om de andere heen bijv. gewricht tussen radius en ulna. 
Scharniergewricht=Er is slechts beweging mogelijk in 1 richting. Bijv. het kniegewricht, ellebooggewricht.
Zadelgewricht=Er is beweging mogelijke in 2 loodrecht op elkaar staande richtingen. Bijv. gewricht van het handwortelbeentje en het middenhandsbeentje van de duim. 
Kogelgewricht=Hier is beweging mogelijk in vele richtingen. Bijv. het schoudergewricht en heupgewricht. 
Eigewricht=Hierbij past de eivormige kop van het ene bot in een komvormige instulping van het andere bot. Bijv. polsgewricht.

Slide 22 - Slide

(...) staat niet in het boek Anatomie en fysiologie voor het MBO
Wervelkolom
Wervelkolom: ruggengraat
  • Draagt het lichaamsgewicht
  • Zorgt voor lichaamshouding
  • Aanhechting van spieren (beweging, stevigheid en stabiliteit)'
  • Beschermt ruggenmerg en zenuwen

Tussenwervelschijven (kraakbeen): Verbinden wervels met elkaar en zorgen voor flexibiliteit

Slide 23 - Slide

Alles wordt op zn plek gehouden met bindweefselbanden
lumbale wervels
Thoracale wervels
Cervicale wervels

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Artrose
Artrose: Ziekte van het kraakbeen in gewrichten
  • Kwaliteit van het kraakbeen gaat achteruit ('slijtage')
  • Minder soepel bewegen
  • Chronische irritatie van botweefsel, pijn, stijfheid
  • Vooral in heup, knie, wervelkolom en handen
  • Ouderdom, obesitas, trauma's, overbelasting,
    verkeerde aanleg van gewrichten, erfelijkheid

Slide 25 - Slide

kwaliteit van kraakbeen gaat sowieso achteruit, maar factoren beinvloeden snelheid hiervan

Pijn en stijfheid vooral aan begin van de dag en beginnen van beweging (opstartproblemen)
Artrose (2)
Preventie en behandeling:
  • Pijnstilling: paracetamol en NSAIDs
  • Blijven bewegen (zwemmen)
  • Fysiotherapie/ergotherapie
  • Injecties met corticosteroïden
  • Operatie (osteotomie, artrodese, prothese)

Slide 26 - Slide

Zwemmen voorkomt overbelasting

Osteotomie: stuk bot weghalen of implanteren
Artrodese: gewricht vastzetten
Prothese: nieuwe heup/knie/schouder
Syndroom van Tietze
Syndroom van Tietze: Aandoening kraakbeen borstkas
  • Zwelling aanhechting rib
  • Hevige pijn (toename bij druk)
  • Oorzaak is onbekend
  • Gaat vanzelf over (paar maanden)

Behandeling: Pijnstilling

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Artritis
Reumatoïde artritis: Verzamelnaam voor aandoeningen aan bewegingsapparaat ('reuma')
  • Ontstekingsreactie in gewrichten
  • Vooral bij vrouwen
  • Start middelbare leeftijd
  • Auto-immuunziekte (oorzaak onbekend)
  • Vooral in handen en voeten

Slide 28 - Slide

naarmate de ziekte vordert kunnen ook andere gewrichten mee gaan doen
Artritis
Symptomen: 
  • Pijn en stijfheid (de hele dag)
  • Warm aanvoelende gewrichten
  • Vermoeidheid, bloedarmoede
  • Verhoogde ontstekingswaarde (BSE) en reumafactor

Behandeling: Door reumatoloog
Ontstekingsremmende pijnstillers (NSAIDs), injecties met corticosteroïden, reuma-medicijnen

Slide 29 - Slide

Medicijnen verkleinen kans op littekens en vergroeiingen
Ziekte van Bechterew
Ziekte van Bechterew
  • Wervels en gewrichten in bekken ontsteken en groeien aan elkaar vast
  • Rug wordt stijf en recht/bol
  • Auto-immuunziekte
  • Oorzaak onbekend
  • Vooral bij mannen

Slide 30 - Slide

SI gewricht ontstoken, Sacro-iliitis

Ziekte begint al op op jonge leeftijd, in de adolescentie
Ziekte van Bechterew (2)
Symptomen: 
  • Pijn en stijfheid (vooral 's ochtends)
  • Vermoeidheid, afname eetlust
  • Ontstekingen in oog
  • Verhoogde ontstekingswaarden in 
bloed (BSE)
  • Afwijkingen op röntgenfoto
Behandeling: Ontstekingsremmende pijnstillers, fysiotherapie, bewegen

Slide 31 - Slide

Ontstekingen kunnen ook door hele lichaam
Actieve ontsteking: meer pijn
Lordose/ kyfose
Lordose
Kyfose
Scoliose

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

epicondylitis lateralis humeri
Bijnaam is tenniselleboog.

Oorzaak is overbelasting van de pezen
Is een voorbeeld van RSI repetitive strain injury
Of CANS: complaints of arm, neck and shoulder

Slide 33 - Slide

druk op de buitenkant van de elleboog is pijnlijk en bepaalde bewegingen (bijv. dichtknijpen van de hand).
Klachten duren gemiddeld 9 maanden, geen behandeling mogelijk die herstel versneld. Pijnstilling kan zinvol zijn.

bursitis
Ontstoken bursa (=slijmbeurs)


OORZAAK: Meestal door beschadiging of overbelasting
PLAATSEN: Elleboog, knie, schouder, hiel

Patiënten hebben veel pijn


Slide 34 - Slide

Slijmbeurs -> zorgt ervoor dat pees en structuren soepel kunnen bewegen en beschermt tevens tegen trauma’s

Hiel: bij achillespees


behandeling
Als het gaat blijven bewegen, zo nodig rust
Pijnstilling
Corticosteroïden via injectie

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Geneesmiddelen
Paracetamol

NSAID’s
DMARD’s
Opioïden


Slide 36 - Slide

Kijk in je boek (of apotheek.nl) of je namen van deze geneesmiddelen vind die je herkent
Kan je ook vinden hoe ze werken?

paracetamol 
Paracetamol is eerste keuze als het gaat om pijnbestrijding. 
Het heeft een goede pijnstillende en koortsdempende werking. 

nauwelijks bijwerkingen en contra-indicaties
zelden overgevoeligheid voor
geen interacties met andere geneesmiddelen  

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

NSAID’s
NSAID staat voor Non Steroidal Anti-Inflammatory Drug.

prostaglandinesynthetaseremmer


Slide 38 - Slide

Bij het pijnproces spelen prostaglandinen een belangrijke rol. Prostaglandinen zijn stoffen die in het lichaam worden gevormd. Ze hebben een belangrijke functie bij het ontstaan van pijnprikkels en het doorgeven van die prikkels aan het centraal zenuwstelsel. De pijnprikkel wordt via zenuwen doorgegeven aan het ruggenmerg en van daaruit verplaatst de prikkel zich naar de hersenen. In de hersenen wordt de prikkel herkend als pijn.
NSAID’s remmen de aanmaak van prostaglandine. Door de vorming (synthese) van prostaglandinen te remmen, vermindert de pijnprikkel. Ze worden dan ook wel prostaglandinesynthetaseremmers genoemd. Alle NSAID’s hebben een pijnstillende werking. Deze middelen hebben daarnaast een ontstekingsremmende (antiflogistisch) en/of een koortsdempende werking (antipyretisch).
De NSAID’s worden gebruikt bij lichte tot matige pijn zoals hoofdpijn, kiespijn, spierpijn of menstruatiepijn. Bovendien worden ze gebruikt bij ontstekingen of pijnlijke aandoeningen van de gewrichten, spieren en pezen, zoals bij schouderklachten, rugklachten of een pijnlijke knie of enkel.

NSAID’s
- acetylsalicylzuur
- carbasalaatcalcium
- diclofenac
- ibuprofen
- naproxen

Slide 39 - Slide

Een veelvoorkomende bijwerking van NSAID’s is maagklachten. Langdurig gebruik van deze middelen kan zelfs leiden tot een maagzweer. Dit is een gevolg van het werkingsmechanisme; de in het lichaam gevormde prostaglandinen spelen namelijk niet alleen een rol bij het ontstaan van pijn, maar beschermen ook het maagslijmvlies. Als de vorming van het natuurlijke prostaglandine geremd wordt, neemt die beschermende werking af. Daardoor kan het maagzuur het maagslijmvlies gemakkelijker irriteren. Bij langdurige irritaties, of bij patiënten die daarvoor gevoelig zijn, kan dat leiden tot een maagzweer. Deze bijwerking is dan ook niet afhankelijk van de toedieningsweg: ze kan zowel optreden na orale als na rectale toediening. Alleen de directe inwerking op het maagslijmvlies treedt bij rectale toediening niet op.

DMARD's
'diseas-modifying antireumatic drugs'

Duurt meestal 1-6 maanden voordat het werkt

DMARD's bij reuma:
- methotrexaat

Slide 40 - Slide

Precieze werking is niet bekend.
Worden door specialist voorgeschreven

opioïden
sterke pijnstillende werking en veroorzaken 
een andere beleving van pijn

Vanwege de veelvoorkomende ernstige 
bijwerkingen zijn deze pijnstillers alleen 
geschikt voor gebruik bij hevige acute pijn. 
fentanyl
tramadol
morfine
oxycodon

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

bijwerking van opioïden is obstipatie (verstopping). Daarom combineren met een laxeermiddel 
 Bij langdurig gebruik ontstaat bij veel opioïden gewenning, waardoor steeds meer opioïde nodig is voor hetzelfde effect. In verband met het verslavingsgevaar vallen bijna alle opioïden onder de Opiumwet. 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

bijwerking van opioïden is obstipatie (verstopping). Daarom combineren met een laxeermiddel 
 
Bij langdurig gebruik ontstaat bij veel opioïden gewenning, waardoor steeds meer opioïde nodig is voor hetzelfde effect. 

Opiumwet (i.v.m. groot risico op verslaving)

Slide 43 - Slide

Andere veelvoorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, duizeligheid, droge mond, sufheid en ademhalingsdepressies.