Grenzen aangeven

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Grenzen aangeven

Waar denk jij allemaal aan bij grenzen aangeven?

Iedereen heeft ongeveer dezelfde grens

eens

oneens

01:07

Op welke manier(en) heeft Anne haar grenzen aangegeven?

02:07

Respecteert Johan de grens van Anne?

1. Ja
2. Nee
3. Deels

04:18

Welke gevoelens roept dit bij jou op? Noem er twee

05:25

Heeft Anna volgens jou op een goede manier haar grenzen neergezet?

1. ja
2. nee
3. deels

Schrijf op:

Wie ben jij in het groen?

Wie ben jij in het oranje (signalen)?

Wie ben jij in het rood?

Waar ligt jouw grens? De zorgvrager wil weten waar je woont en wat jouw persoonlijke situatie is.

Een dementerende legt een hand op je billen.

Een zorgvrager bijt en knijpt jou.

Je wordt vaak gebeld om extra diensten te draaien.

In jouw bijzijn geeft je collega een grote mond aan de zorgvrager en vraagt jou niets erover te zeggen.

Zoprgvrager met een beroerte pakt je bij je borsten.

Je wilt je niet laten vaccineren, maar de instelling eist dat wel van jou.

Een buurman vraagt jou alles over een bepaalde zorgvrager te vertellen.

Een familielid vraagt jou paracetamol mee te nemen van je werk.

Jij vindt een zorgvrager aardig en de Zorgvrager vraagt of jij wat voor hem/haar wilt doen buiten je werkuren om.

Werken aan eindopdracht