Stoffen herkennen

De bouw van stoffen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De bouw van stoffen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Stoffen herkennen
  • Wat zijn stofeigenschappen? 
  • Wat zijn mengsels? 
  • Kun je mengsels scheiden? Hoe dan? 
  • Wat is een fasedriehoek? 

Slide 3 - Slide

Stofeigenschappen
Om een stof te herkennen kijk je welke eigenschappen die stof heeft.

Er bestaan geen verschillende stoffen die precies dezelfde eigenschappen hebben.

Als er maar 1 stofeigenschap anders is, gaat het om een andere stof!

Slide 4 - Slide

Iedere stof

 heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen!

Slide 5 - Slide

Welke stofeigenschappen zijn er?
Voorbeelden van stofeigenschappen:
  • kleur
  • geur
  • smaak 
  • fase bij kamertemperatuur 
       (vast, vloeibaar of gasvormig)
  • brandbaarheid
  • smeltpunt en kookpunt
  • geleiding
  • dichtheid
  • wel of niet magnetisch

Slide 6 - Slide

Nog een stofeigenschap: oplosbaarheid
Sommige stoffen lossen wel op in een vloeistof, andere niet.

Het ligt zowel aan de op te lossen stof als de vloeistof waarin opgelost wordt of er een oplossing ontstaat.

Het oplosmiddel is de vloeistof waarin een stof kan oplossen.
Hoeveel stof er kan oplossen hangt af van het oplosmiddel, de op te lossen stof en de temperatuur.




Slide 7 - Slide

Vorm is geen stofeigenschap!
Stoffen kunnen in meerdere vormen voorkomen.

Voorbeeld: water
water in vaste vorm: ijsklontje
water in vloeibare vorm: in een glas
water in gasvorm: waterdamp

Maar het blijft water!

Slide 8 - Slide

vaste stof
Heeft een eigen volume.
Heeft een eigen vorm.

De deeltjes liggen steeds op dezelfde plaats,
bewegen een heel klein beetje.
Ze trekken elkaar sterk aan.

Er is weinig ruimte tussen de deeltjes.

Slide 9 - Slide

vloeistof
Heeft een eigen volume.
Heeft geen eigen vorm.

De deeltjes bewegen door elkaar heen, trekken elkaar een beetje aan.

Er is een beetje ruimte tussen de deeltjes.

Slide 10 - Slide

gas
Heeft geen eigen volume.
Heeft geen eigen vorm.

De deeltjes bewegen op hoge snelheid door elkaar. Ze trekken elkaar niet aan.
Er is heel veel ruimte tussen de deeltjes

Slide 11 - Slide

Soorten oplossingen

- Onverzadigd

- Verzadigd

- Oververzadigd

Slide 12 - Slide

Is vorm een stofeigenschap?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Welke grootheid is een stofeigenschap
A
Massa
B
Volume
C
Dichtheid
D
temperatuur

Slide 14 - Quiz

Wat is geen stofeigenschap?
A
Kleur
B
Fase bij kamertemperatuur
C
Corrosiebestendigheid
D
Massa

Slide 15 - Quiz

Het smeltpunt van kaarsvet is 56 graden Celsius. Dit is een stofeigenschap.
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Een stuk ijzer weegt 34 gram. Dit is een stofeigenschap.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Oplosbaarheid zuurstof bij 80graden: 25,1 mg/kg. In 500g water is 15 mg zuurstof toegevoegd. Wat is deze oplossing?
A
Onverzadigd
B
Verzadigd
C
Oververzadigd

Slide 18 - Quiz

Volgende les
  • paragraaf 6.3
  • onder andere over proefjes doen bij scheikunde

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wat verandert er bij reacties?
A
Kleur
B
Vlammen
C
Fase (vast, vloeistof of gas)
D
Stofeigenschappen

Slide 21 - Quiz

welke van onderstaande verschijnselen is een chemische reactie
A
Het dichtvriezen van een vijver
B
Het oplossen van suiker in water
C
Het zuur worden van melk
D
Het destilleren van wijn

Slide 22 - Quiz