Portalis Lezen de basis

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

 Lezen  

Lesdoelen

In deze les leer je: 

• een titel en een tussenkopje herkennen;

• hoe je het onderwerp van een tekst vindt

• een alinea herkennen.

• de tekstdelen inleiding, kern en slot herkennen;

• hoe je verkennend leest.

Titel en tussenkopje 

Titel
Een tekstregel boven een tekst. Deze noemt het onderwerp of geeft een aanwijzing wat het onderwerp is.

Tussenkopje

Staat in de tekst boven tekstgedeelten. Het vertelt je waar het tekstgedeelte over gaat

 Onderwerp van de tekst

Zo kun je het onderwerp van de tekst vinden:

- Lees de titel.

- Bekijk naar de woorden die vet- of schuingedrukt zijn.

- Bekijk de plaatjes.

Stel jezelf de vraag: 'Waarover gaat deze tekst?'

Het onderwerp schrijf je altijd in één woord of in een paar woorden op.

Alinea

Zo kun je een alinea herkennen:

- Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.

- Soms staat er een witregel tussen twee alinea's.

- Soms begint de eerste regel van een nieuwe alinea met een stukje wit. Dat noem je inspringen.

- De laatste zin van een alinea loopt meestal niet door tot het einde van de regel.

Basis herhaling 1.1 lezen.

Inleiding, kern, slot

Verkennend lezen

Verkennend lezen doe je zo:

• Lees de titel en de tussenkopjes.

• Lees de inleiding en het slot.

• Lees de woorden die vet- of schuingedrukt zijn.

• Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes.

• Lees de informatie onder de tekst (de bron).

Oefenopdracht 

Stel jezelf daarbij vragen als:

• Wat is het onderwerp van de tekst?

• Wat weet ik al over het onderwerp?

• Wat voor tekst is het? Bijvoorbeeld een recept, een krantenbericht?

• Wie is de schrijver?

Zelfstandige opdracht 

• Lees de tekst zelfstandig
• Maak de opdracht
• 
  

Les afsluiten 

Wat heb je geleerd?

Tip/top deze les