Les 5: Webshop maken en vullen
1 / 19
Lesson duration is: 100 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is doelgroepsegmentatie?
A
De scheiding van de doelgroepen
B
Het overleg tussen doelgroepen
C
Het indelen van de doelgroepen
D
De doelgroep
Slide 4 - Quiz
Websites hebben een naam gevolgd door een extensie.
Wat is een extensie?
Wat is een extensie?
A
Het voorste gedeelte van een websitenaam, www
B
De naam, ofwel het middelste gedeelte van de websitenaam
C
Het achterste gedeelte van een websitenaam, bijvoorbeeld .nl of .com
D
Het hele gedeelte van het webadres
Slide 5 - Quiz
subnavigatie
Sidebar
Header
Topnavigatie
Footer
Pop-Up
het menu bovenaan de pagina in de webshop
Staat naast de topnavigatie bovenaan (soms onderaan) de pagina
De bovenzijde van een webpagina
Het deel onderaan een webpagina
Een balk aan de zijkant van een pagina waar informatie in staat
Een klein venster dat verschijnt boven de webpagina
Slide 6 - Drag question
Wat wordt er bij een webshop bedoeld met content?
A
De naam van de webshop
B
De inhoud van de webshop
C
Het logo van de webshop
D
De vormgeving van de webshop
Slide 7 - Quiz
Hoe heet de handel via het internet tussen een bedrijf en een consument?
A
B2B
B
B2C
C
C2C
D
B2A
Slide 8 - Quiz
Hoe heet de handel via het internet tussen twee bedrijven?
A
B2B
B
B2C
C
C2C
D
B2A
Slide 9 - Quiz
Hoe heet de handel via internet tussen twee consumenten?
A
B2A
B
B2B
C
C2C
D
B2C
Slide 10 - Quiz
Wat is de vertaling van het woord e-commerce?
A
Internet handel
B
Elektronische handel
C
Commerciële handel
D
Winkel handel
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je bedrijven die dezelfde producten verkopen?
A
Concurrenten
B
Na-apers
C
Collega's
D
Buurbedrijven
Slide 12 - Quiz
Wat betekent het begrip concurrentiepositie?
A
De mate waarin jouw winkel kan concurreren met andere bedrijven
B
het verstaan of begrijpen van iets
C
De positie die het bedrijf inneemt op een ranglijst
D
De locatie waar het bedrijf staat
Slide 13 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met het imago van een bedrijf?
