V4B - 07-02-2024 - Periode 3 - Les 4

WELCOME
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELCOME

Slide 1 - Slide

TODAY
After this lesson you will
... know more about using 'much', 'many, 'few', and 'little'
... have worked on some exercises
... have read another exam text 

Slide 2 - Slide

MUCH & MANY

Slide 3 - Slide

Are there ... chairs in that classroom?
A
much
B
many

Slide 4 - Quiz

There isn't ... water left in that bottle.
A
much
B
many

Slide 5 - Quiz

MUCH & MANY
  • A lot of, much en many = veel
  • A lot of gebruik je bij bevestigende zinnen.
  • Much en many gebruik je bij vraagzinnen en ontkenningen.

I have a lot of books at home.
Do you have many books at home?

Slide 6 - Slide

MUCH & MANY
  • Much en many gebruik je bij vraagzinnen en ontkenningen.
  • Much gebruik je bij ontelbare zelfstandige naamwoorden.
  • Many gebruik je bij telbare zelfstandige naamwoorden.

There weren't many boats in the harbour.
Was there much water in the desert?

Slide 7 - Slide

MUCH & MANY
  • He does not have many interesting stories to tell.
  • Do you have many family members with red hair?
  • Is there much money to be made in that business?


Slide 8 - Slide

MUCH & MANY
Let op! Ook na de woorden VERY, SO, TOO en HOW gebruik je much en many (en niet a lot of):
  • I like that movie very much.
  • There are so many things going on right now.
  • He's feeling sick because he ate too many sweets.
  • You know how much I like you, right?

Slide 9 - Slide

ASSIGNMENT 1 + 2
timer
8:00

Slide 10 - Slide

FEW & LITTLE

Slide 11 - Slide

FEW & LITTLE
  • Few en little = weinig
  • Few gebruik je bij telbare zelfstandige naamwoorden
  • Little gebruik je bij ontelbare zelfstandige naamwoorden

There were few boats in the harbour.
Was there little water in the desert?

Slide 12 - Slide

(A) FEW & (A) LITTLE
Er is een verschil tussen a few en few / a little en little.

  • few people = weinig mensen (negatief idee)
  • a few people = een paar mensen (positief idee)
  • little money = weinig geld (negatief idee)
  • a little money = een beetje geld (positief idee)

Slide 13 - Slide

(A) FEW & (A) LITTLE
Er is een verschil tussen a few en few / a little en little.

  • few people = weinig mensen (negatief idee)
  • a few people = een paar mensen (positief idee)
  • little money = weinig geld (negatief idee)
  • a little money = een beetje geld (positief idee)

Slide 14 - Slide

ASSIGNMENT 3
timer
4:00

Slide 15 - Slide

TEXT 3

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

VRAGEN MAKEN + WOORDENLIJST INVULLEN
timer
10:00

Slide 18 - Slide