Schrijftechnieken

Lesdoelen
Ik weet wat een betoog is.
Ik weet wat een betoog een goed betoog maakt.
Ik ken drie technieken om een inleiding boeiender te maken:
anekdote-citatennet-aansluiten bij een actuele gebeurtenis of juist het verleden.
timer
10:00
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
Ik weet wat een betoog is.
Ik weet wat een betoog een goed betoog maakt.
Ik ken drie technieken om een inleiding boeiender te maken:
anekdote-citatennet-aansluiten bij een actuele gebeurtenis of juist het verleden.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Kern:
Ik weet hoe ik een argument met de AUB-techniek kan opbouwen
Ik weet hoe ik bronnen verwerk in een lopende tekst

Slide 2 - Slide

Betoog schrijven
Schrijfdoel: overtuigen
Opbouw
inleiding
kern met argumenten
slot met conclusie

Slide 3 - Slide

Eerste indruk
titel
duidelijke stelling in de laatste zin van de inleiding
6 alinea's
witruimte niet meer dan één regel
twee witruimtes
signaalwoorden van opsomming aan het begin van iedere alinea
signaalwoorden van uitleg ergens in de alinea's

Slide 4 - Slide

Oefening succescriteria
Lees drie betogen en bepaal een ranking.
Formuleer vervolgens vier succescriteria voor een goed betoog.
Zijn dit dezelfde als bij de vorige vraagg/dia?

Slide 5 - Slide

formuleer vier succescriteria

Slide 6 - Open question

Beoordelingsformulier
zie jaarbijlage

Slide 7 - Slide

Titel
Is niet hetzelfde als je onderwerp
Is niet je stelling
Laat je mening doorklinken
Heeft geen punt, vraagteken of uitroepteken
Bedenk je die als laatste

Slide 8 - Slide

Inleiding
In de gang van het Calvijn College staat, te midden van een stroom luidruchtige leerlingen die na de pauze naar hun lessen snellen, de 15-jarige Christy te wachten naast het hok van de conciërge. Ze verveelt zich en kijkt beteuterd. Het is half een, woensdagmiddag, ze is al uit. Maar ze kan nog niet naar huis, want haar iPhone is afgepakt en ligt tot half vijf in de kluis bij de conciërge. Zo zijn de afspraken hier.

Slide 9 - Slide

Inleiding
Het geroezemoes is het eerste wat opvalt tijdens de pauzes in de Passie. In de kantine, op het studieplein, overal het gegons van honderden leerlingen die zitten te praten. Vandaag valt het nog mee, zeggen de leraren. Het is toetsweek. De leerlingen hebben niet allemaal tegelijk pauze. Kom op een gewone dag langs, klinkt het trots, en het kabaal is oorverdovend.

Waar tieners op andere scholen tijdens de pauze in hun telefoon verdwijnen, hongerig naar nieuwe appjes, wordt hier elke pauze gevoetbald, gekaart, en vooral veel gepraat. Het is het gevolg van het strikte telefoonbeleid van de evangelische school in Wierden. Leerlingen mogen hun telefoon de hele dag niet gebruiken: niet in de les, niet tijdens de pauzes en ook niet in de kantine of op het schoolplein. Wie betrapt wordt, is zijn mobiel de rest van de dag kwijt. 'Thuis of in de kluis', is het regime. Daar houden ze zich al aan sinds de school elf jaar geleden werd opgericht.

Slide 10 - Slide

Anekdote
Schrijf in 5 regels over iets van wakker worden tot binnenkomen op school.
Laat het lezen aan je buurman/buurvrouw. Begrijpt hij/zij wat je wilt vertellen? Moet je iets aanpassen?

Herhaal de oefening maar nu een anekdote over iets wat je in de vakantie is overkomen.
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Waarom past een anekdote in een inleiding?

Slide 12 - Open question

Succescriteria voor een inleiding

Slide 13 - Open question

Succescriteria inleiding
Een techniek om de aandacht van de lezer te trekken.
Laatste zin is je stelling.
De stelling niet in vraagvorm formuleren.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Oefening bedenken gebeurtenissen nu of verleden
Bedenk een recente of historische gebeurtenis rondom stemrecht.
Bedenk een  recente of historische gebeurtenis rondom mobieltjes in de klas.
Bedenk een recente of historische gebeurtenis rondom dierentuinen.
Kun je een recente of historische gebeurtenis voor je eigen betoog bedenken?

Slide 16 - Slide

Welke techniek denk je te gaan gebruiken in je inleiding? Met inhoud?

Slide 17 - Open question

Middenstuk
Drie argumenten voor
Eén argument tegen, met een weerlegging
Wat is ook alweer wat? Maak de oefening.
Hoe bouw je nu een argument op? Maak de opdracht.

Slide 18 - Slide

Succescriteria middenstuk

Slide 19 - Open question

Succescriteria middenstuk
Ik kan vanuit de stelling doorlezen met want
Ik heb een goede alineaverdeling
Ik gebruik signaalwoorden van opsomming (ten eerste, en, ook, ten derde, bovendien) en van onderbouwing (omdat, daardoor, een voorbeeld is, zoals) en van tegenargument en weerlegging (maar, echter)

Slide 20 - Slide

Slot

Niet terugkomen op of niet herhalen van de stelling(niet cyclisch) =- ½
Aanvoeren nieuwe argumenten/nieuwe informatie = - ½
Conclusie niet gebaseerd op argumentatie in middenstuk = - ½
Geen uitsmijter= -1/2

Slide 21 - Slide

Het schrijven zelf
https://synoniemen.net/
Alineaverdeling
witregels
Verwerking bronnen


REVISEER!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Slide 22 - Slide

Don'ts
ik
je
Je hoort het de laatste tijd steeds vaker.
Dat kan echt niet meer in 2023.
let op met bijwoorden

Slide 23 - Slide

Spellingstips
-samenstellingen: voetbalhooligans, alcoholreclame, documentatiemap
-dat en wat
-tussen twee persoonsvormen komt een komma
-ook bronnen met een hoofdletter
-congruentie
-getallen tot tien schrijf je uit

Slide 24 - Slide

Alineaverdeling

Slide 25 - Slide

Verwerken bronnen
Schrijfvaardigheid is een belangrijke vaardigheid tijdens en na de schoolcarrière. Zo bevordert een goede schrijfvaardigheid succes op school, de arbeidsmarkt en in de maatschappij (Graham & Perin, 2007). Tijdens de schoolcarrière wordt vaak middels schrijfproducten getoetst of je als student de leerstof hebt begrepen. Daaruit blijkt of je in staat bent tot het verzamelen, onthouden en delen van informatie, schrijven biedt daarvoor een flexibel gereedschap. Schrijven geeft je de mogelijkheid om andere mensen te informeren, te overtuigen of te vermaken (Brouwer, 2020).

Slide 26 - Slide

Uitleg website zonder auteur
Als je helemaal geen auteur kunt aanwijzen, vervang je de auteursnaam door de titel van de pagina of het artikel.

Voor de APA-verwijzing in de tekst plaats je de titel tussen dubbele aanhalingstekens als deze geen speciale opmaak heeft in de literatuurlijst. Als de titel in de literatuurlijst schuingedrukt is, wordt deze bij de verwijzing in de tekst ook schuingedrukt. Bij de verwijzing krijgen het eerste woord en alle kernwoorden van de titel een hoofdletter (title case), terwijl in de literatuurlijst regulier hoofdlettergebruik wordt toegepast. Verkort de titel tot de eerste paar woorden indien nodig.


Slide 27 - Slide

Hoe ziet dat eruit
Format: Titel pagina. (Jaar, dag maand). Naam Website. Geraadpleegd op dag maand jaar, van URL
Bronvermelding (literatuurlijst):
Ook in Nederland discussie over veiligheid van vrouwen: Onbewust let je toch altijd op. (2021, 17 maart). NOS Nieuws. Geraadpleegd op 20 april 2021, van https://nos.nl/artikel/2372967-ook-in-nederland-discussie-over-veiligheid-van-vrouwen-onbewust-let-je-toch-altijd-op
Verwijzing in de tekst (Ook in Nederland discussie, 2021)

Slide 28 - Slide

reviseren waar let je op?

Slide 29 - Mind map

Bouwplan
Eén signaalwoord per alinea
Steekwoorden, is niet zinnen, is niet enkele woorden
bronvermelding
techniek in de inleiding
uitsmijter in het slot

Slide 30 - Slide