Thema 4 - Voortplanting Bs 2 mannelijk geslachtsorgaan

1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

§ 2. het voortplantingsstelsel van een man

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:
- Ken je de onderdelen van het voortplantingsstelsel van de man en hun functies.
- Weet je hoe zaadcellen geproduceerd worden en waar. 
- Weet je wat sperma is. 
- Weet je wat een erectie is. 
- Weet je wat een zaadlozing is. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bij een erectie hoort je penis altijd een stuk groter te worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Waardoor kan een penis stijf worden, als er geen extra botje in zit?

Slide 12 - Open question

Erectie
Kijk naar het plaatje. De rode delen heten 'zwellichamen'.
Zwellichamen vullen zich met bloed. Zo krijgt een man een stijve penis. 
Een ander woord voor stijve penis is 'erectie'. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Orgasme
Een ander woord voor orgasme is 'klaarkomen'.
Een man krijgt dan een zaadlozing. 
Hierbij komt het sperma uit de penis. 

Slide 18 - Slide

3 manieren om een orgasme te krijgen bij een man
1) zelfbevrediging of masturbatie.
Een jongen of man beweegt met zijn hand de huid om de penis op en neer. Dit wordt ook wel 'aftrekken' genoemd. 
2) Natte droom
Een jongen of man krijgt in zijn slaap vanzelf een zaadlozing. 
3) Seks
Door het bewegen van de penis in de vagina kan een man klaarkomen. 

Slide 19 - Slide

de eerste zaadlozing

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Hygiëne
Het is belangrijk om de penis elke dag te wassen met warm water.

Je moet de voorhuid terugtrekken en goed onder het randje van de eikel wassen. 
Zo voorkom je ontstekingen en nare geurtjes. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Een penis die naar links of naar rechts buigt is niet normaal!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 25 - Quiz

Voortplantingsorganen van een man, wat doet de zaadleider?
A
Slaat zaadcellen op
B
Vervoert de zaadcellen
C
Ontstaan zaadcellen
D
Voegen zaadvocht toe

Slide 26 - Quiz

Teelbal
Prostaat
balzak
Urinebuis
Endeldarm
Zaadleider

Slide 27 - Drag question


nr 1 en 2
A
1: urineleider 2: eikel
B
1: urinebuis 2: eikel
C
1: urineleider 2: urineblaas
D
1: urinebuis 2: voorhuid

Slide 28 - Quiz

Tekst
Tekst
Tekst
Te
teelbal, testis
zaadleiders
de prostaat
teelballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe

Slide 29 - Drag question


nr 3 en 4
A
3: voorhuid 4: prostaat
B
3: eikel 4: urineblaas
C
3: eikel 4: prostaat
D
3: voorhuid 4: urineblaas

Slide 30 - Quiz

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 31 - Drag question


nr 5 en 6
A
5: prostaat 6: zaadblaasje
B
5: zaadblaasje 6: prostaat
C
5: bijbal 6:zwellichaam
D
5: zwellichaam 6: bijbal

Slide 32 - Quiz


nr 7 en 8
A
7: urinebuis 8: bijbal
B
7: zaadblaasleider 8: eikel
C
7: zaadleider 8: teelbal
D
7: urinebuis 8: teelbal

Slide 33 - Quiz


nr 6
A
voegt vocht toe aan sperma
B
verzamelplaats voor sperma
C
verzamelplaats voor urine
D
zwelt op bij opwinding

Slide 34 - Quiz


nr 7
A
vervoert urine
B
vervoert vocht
C
vervoert vocht met sperma
D
vervoer spermacellen

Slide 35 - Quiz


Bijbal
A
produceren zaadcellen
B
produceren vocht
C
produceren sperma
D
slaat zaadcellen op

Slide 36 - Quiz


nr 1
A
vervoert urine
B
slaat urine op
C
verzamelbuis voor spermacellen
D
vervoert vocht naar vochtblaasjes

Slide 37 - Quiz

Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 38 - Quiz

Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine

Slide 39 - Quiz

De zaadblaasjes en prostaat maken
A
Vocht
B
Urine
C
Zaadcellen
D
Eicellen

Slide 40 - Quiz


Waardoor ontstaat er een erectie?
A
Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
B
Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
C
Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
D
Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Slide 41 - Quiz


Met welk nummer is het deel aangegeven dat de penis in erectie brengt?
A
nummer 2
B
nummer 3
C
nummer 5
D
nummer 6

Slide 42 - Quiz

De urinebuis vervoert
A
urine en sperma
B
alleen urine
C
alleen sperma
D
bloed

Slide 43 - Quiz

Wat is de voorhuid en waar zit deze?
A
een kleine snede in de balzak
B
huid om de balzak
C
huidplooi om de eikel
D
besneden eikel

Slide 44 - Quiz

Zelfbevrediging die kan leiden tot een orgasme heet
A
masturbatie
B
ejaculatie
C
een stijve
D
opzwellen

Slide 45 - Quiz

Sperma bestaat uit
A
zaadcellen en vocht uit de urinebuis en prostaat
B
zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en prostaat
C
zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en balzak
D
zaadcellen, vocht en voedingsstoffen uit de zaadblaasjes en vocht uit de prostaat

Slide 46 - Quiz