Herhalen thema 1: Natuur- en scheikunde

Proefwerk hoofdstuk 1
Natuur- en scheikunde
Leerjaar 1
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Proefwerk hoofdstuk 1
Natuur- en scheikunde
Leerjaar 1

Slide 1 - Slide

Planning
  • Huiswerk 1.4 nakijken 1-14

  • Herhalen thema 1
  • Hoe leer je de toets
  • Vragen?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Nask gaat over natuurkunde en scheikunde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Verschil tussen natuurkunde en scheikunde (en biologie)

Slide 5 - Slide

Biologie
De levende natuur
Natuurkunde
Tijdelijke veranderingen 
in de niet-levende natuur
Scheikunde
Blijvende veranderingen 
in de niet-levende natuur

Slide 6 - Slide

Het roesten van een spijker is scheikunde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Het verbranden van aardgas is natuurkunde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Een materiaal is een stof waarvan je een voorwerp kan maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Verschil tussen een stof en een materiaal

Water, hout en steen zijn stoffen uit de natuur. Stof betekent: waarvan het gemaakt is.
Soms kun je van een stof een product maken, bijvoorbeeld:
• Van hout kun je een tafel maken.
• Van steen kun je een muur maken.

Hout en steen noem je daarom materialen. Een materiaal wordt door de mens gebruikt
om er een product van te maken. Van water kun je geen product maken, dus water is
geen materiaal. Water is wel een stof.

Slide 10 - Slide

Natuurkunde                                                           Scheikunde
Hoe licht op een spiegel valt
Een ei wordt hard in kokend water
Geluid dat uit een radio komt
Een appel die van een tafel valt
Roest op een spijker
De stoffen die ontstaan bij aardgas verbranden
Een lamp die licht geeft
Water dan ijs wordt

Slide 11 - Drag question

Met je zintuigen kun je nauwkeuriger waarnemen dan met meet-apparatuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Het doel van onderzoek is: wat je wilt ontdekken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Grootheid
Eenheid
massa
volume
temperatuur
tijd
kilogram
seconde
milliliter
° Celcius

Slide 14 - Drag question

De uitkomst van een meting is een getal met daarachter een eenheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Een hoeveelheid stof weeg je met een erlenmeyer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Millimeter, centimeter, meter en kilometer zijn eenheden van lengte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een brander kan alleen branden met een blauwe vlam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Een pauze-vlam is klein en geel en oranje.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Bij een kleine blauwe vlam is de luchtschijf dicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Een kook-kolf kun je gebruiken om het volume van een vloeistof te meten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Bij onderzoek moet je voorzichtig ruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

De schaal-verdeling van een maat-cilinder geeft het volume aan in mL.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Een digitale klok heeft een grote en een kleine wijzer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

De afkorting van graden celsius is C°.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Bij practicum doe je onderzoek naar natuurverschijnselen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Water kookt bij 100 graden Celsius.
A
Waar.
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Als je veilig onderzoek doet, moet je alles zo snel mogelijk doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Terugblik
Veilig werken in het practicumlokaal is belangrijk!


Slide 29 - Slide

Welke waarnemingen mag je bij een onderzoek altijd doen?
A
Horen en voelen
B
Horen en proeven
C
Ruiken en voelen
D
Ruiken en zien

Slide 30 - Quiz

Waarmee meet je temperatuur?
A
Met een balans
B
Met een erlenmeyer
C
Met een liniaal
D
Met een thermometer

Slide 31 - Quiz

Hoe schrijf je 48 centimeter zo kort mogelijk, met de goede eenheid?
A
48 mm
B
48 cm
C
48 dm
D
48 m

Slide 32 - Quiz

Op een maatcilinder staan streepjes en getallen. Hoe noem je die streepjes en getallen?
A
Cilinderverdeling
B
Maatverdeling
C
Schaalverdeling
D
Streepjesverdeling

Slide 33 - Quiz

Bij een onderzoek verwarm je 1000 mL water in een groot bekerglas. Dat doe je met een brander. Welke vlam kun je het beste gebruiken?
A
Een grote gele vlam
B
Een kleine blauwe vlam
C
Een pauze vlam
D
Een ruisende blauwe vlam

Slide 34 - Quiz

In een practicumlokaal zijn verschillende veiligheidsmaterialen. Eén daarvan is de oogwasfles of oogdouche.
Waarvoor dient een oogwasfles?
A
Om je ogen schoon te spoelen als er iets in komt tijdens een proef.
B
Om je ogen schoon te spoelen na afloop van een proef.
C
Om je ogen schoon te spoelen vóór het begin van een proef.

Slide 35 - Quiz

Toine pompt wat extra lucht in zijn fietsband. Er zit nu meer lucht in de band en dat fietst een stuk lichter. Welk soort verschijnsel is het oppompen van een fietsband?
A
Een biologisch verschijnsel.
B
Een natuurkundig verschijnsel.
C
Een scheikundig verschijnsel.
D
Een wetenschappelijk verschijnsel.

Slide 36 - Quiz

Met welke eenheid geef je de massa van een stof aan?
A
Gram
B
Kilo
C
Ons
D
Pond

Slide 37 - Quiz

Je kijkt buiten op de thermometer. Je ziet dat het 5 graden Celsius is.
Waarvan is ‘graden Celsius’ de eenheid?
A
Temperatuur
B
Warmte
C
Weer
D
Volume

Slide 38 - Quiz

Bij practicum moet iedereen zich houden aan de veiligheidsregels.
Schrijf vijf veiligheidsregels voor practicum op

Slide 39 - Open question

Hiernaast zie je een maatcilinder. Schrijf voor elke letter op welke stand de pijl aangeeft.

Slide 40 - Open question

Hiernaast zie je een tekening van een brander. Geef de namen van de onderdelen A, B en C.

Slide 41 - Open question

Noem een natuurwetenschap

Slide 42 - Open question

Hoe heet dit practicummateriaal?

Slide 43 - Open question

Heb je liever een theorieles of practicum en waarom?

Slide 44 - Open question

Met welk glaswerk kan Fiona het nauwkeurigst 10 mL
salpeterzuuroplossing afmeten?
A
bekerglas
B
erlenmeyer
C
maatcilinder
D
maatglas

Slide 45 - Quiz

Erlenmeyer 
Trechter
Maatcilinder
Bekerglas
Reageerbuis

Slide 46 - Drag question

Hoe verander je de vlamkleur bij de brander (tijdens een practicum)?

Slide 47 - Open question

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
bekerglas
B
maatbeker
C
maatglas
D
maatcilinder

Slide 48 - Quiz