1F beginnen

Rekenen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
RekenenISK

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rekenen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  1. LessonUp: getallen 1F
  2. werkboek maken
  3. op de laptop

Slide 2 - Slide

3. Getallen niveau 1F
We oefenen met LessonUp. 

Aan het eind van de les kun je:
- benoemen of een getal even of oneven is.
- de waarde van een getal benoemen.
- < > = goed gebruiken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Even / Oneven
Even getallen: Kun je door 2 delen. 
Eindigen op:  0 - 2 - 4 - 6 - 8

Oneven getallen: Kun je niet door 2 delen.
Eindigen op: 1 - 3 - 5 - 7 - 9

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

vierenvijftig

Slide 10 - Open question

zesduizend

Slide 11 - Open question

4250

Slide 12 - Open question

99
Schrijf dit in het Nederland.

Slide 13 - Open question

tachtig

Slide 14 - Open question

Dit is een .......getal

53
A
Even
B
Oneven

Slide 15 - Quiz

Dit is een .......getal

7532
A
Even
B
Oneven

Slide 16 - Quiz

Dit is een .......getal

8620
A
Even
B
Oneven

Slide 17 - Quiz

Dit is een .......getal

99
A
Even
B
Oneven

Slide 18 - Quiz

Dit is een .......getal

78
A
Even
B
Oneven

Slide 19 - Quiz

Welke waarde heeft de 8 in dit getal?

781
A
8
B
80
C
800
D
8000

Slide 20 - Quiz

Welke waarde heeft de 8 in dit getal?

817
A
8
B
80
C
800
D
8000

Slide 21 - Quiz

Welke waarde heeft de 5 in dit getal?

2507
A
5
B
50
C
5000
D
500

Slide 22 - Quiz

Welke waarde heeft de 7 in dit getal?

7192
A
7
B
700
C
70
D
7000

Slide 23 - Quiz

Wat is de 1 in dit getal?

3.417
A
Eenheid
B
Tiental
C
Honderdtal
D
Duizendtal

Slide 24 - Quiz

Wat is de 1 in dit getal?

341 782
A
Eenheid
B
Tiental
C
Honderdtal
D
Duizendtal

Slide 25 - Quiz

Symbolen

Slide 26 - Slide

Rond 99 af op tientallen.
A
100
B
90
C
99
D
95

Slide 27 - Quiz

Rond 675 af op tientallen.
A
600
B
680
C
670
D
700

Slide 28 - Quiz

Rond 222 af op hondertallen.
A
200
B
220
C
300
D
222

Slide 29 - Quiz

Rond 1.015 af op hondertallen.
A
1.000
B
1.100
C
1.015
D
1.020

Slide 30 - Quiz

Rond 1.098.215 af op duizendtallen.
A
1.099.000
B
1.098.000
C
1.100.000
D
1.098.200

Slide 31 - Quiz

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

negen ...... 9

A
>
B
<
C
=

Slide 32 - Quiz

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

tweehonderdeen ...... 2001

A
>
B
<
C
=
D
Weet ik niet

Slide 33 - Quiz

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

115 ...... honderdvijftig

A
>
B
<
C
=
D
Weet ik niet

Slide 34 - Quiz

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

21 ...... eenentwintig

A
>
B
<
C
=
D
Weet ik niet

Slide 35 - Quiz

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

1.874.398 ...... 1.874.389

A
>
B
<
C
=
D
Weet ik niet

Slide 36 - Quiz

Zelfstandig werken

Slide 37 - Slide

Niuewe woorden

Slide 38 - Slide