What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
oefentoets paragraaf 1.4
Welke formule gebruik je om een verandering in procenten uit te rekenen?
A
deel/geheel ×100%
B
(nieuw-oud)/oud x 100%
1 / 16
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welke formule gebruik je om een verandering in procenten uit te rekenen?
A
deel/geheel ×100%
B
(nieuw-oud)/oud x 100%
Slide 1 - Quiz
Een e-reader van € 79,- kost met ingang van volgende week € 87,- Bereken hoeveel procent de e-reader duurder wordt.
A
10 %
B
9,9 %
C
10,1%
D
8 %
Slide 2 - Quiz
Een trui van € 39,- kost met ingang van volgende week € 27,-
Bereken hoeveel procent de prijs verandert
A
+ 30,8%
B
+ 44,4%
C
-30,8%
D
- 44,4%
Slide 3 - Quiz
Wat is het CBS?
A
Commercieel bureau van statistiek
B
Centraal bureau van statistiek
C
Centraal bedrijf van statussen
D
Commercieel bedrijf van statussen
Slide 4 - Quiz
Wat kun je bij het CBS
A
Rijbewijs verlengen
B
Informatie opvragen over jouw onderneming
C
Nederlandse statistische gegevens opvragen
D
Ondernemersvergunning aanvragen
Slide 5 - Quiz
Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door inflatie kan je...
A
meer besteden, daardoor wordt koopkracht meer
B
minder besteden, daardoor wordt koopkracht minder
C
Meer besteden, daardoor wordt koopkracht minder
D
Minder besteden, daardoor wordt koopkracht meer
Slide 6 - Quiz
Inflatie is
A
Een stijging van de algemene rentestand
B
Een stijging van het algemene prijspeil
C
Een algemene daling van het prijspeil
D
Een algemene daling van de rentestand
Slide 7 - Quiz
Het tegenovergestelde van inflatie is deflatie. Wat is het gevolg van deflatie?
Consumenten gaan...
A
Meer consumeren
B
Minder consumeren
C
Deflatie heeft geen invloed op het consumentengedrag.
Slide 8 - Quiz
Wat is deflatie?
A
het geld wordt minder waard
B
het geld wordt meer waard
C
het geld is niets meer waard
D
het geld wordt afgeschaft
Slide 9 - Quiz
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten die je kunt kopen.
C
Hoeveel spaargeld je hebt
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.
Slide 10 - Quiz
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.
Slide 11 - Quiz
Wat is het indexcijfer van 2015?
A
90
B
91
C
92
D
93
Slide 12 - Quiz
Wat is een indexcijfer?
A
Een gewogen gemiddelde met een wegingsfactor
B
Een getal die een exponentiële groei laat zien
C
Een getal dat een procentuele verandering laat zien
D
Cijfer zonder decimalen
Slide 13 - Quiz
Wat is het indexcijfer van 2016?
Jaar
2013
2014
2015
2016
Prijs
€ 2,64
€ 2,75
€ 2,51
€ 2,78
Indexcijfer
100
A
98,9
B
101,1
C
98
D
101
Slide 14 - Quiz
Wat is het indexcijfer van 2013?
A
94
B
95
C
96
D
97
Slide 15 - Quiz
Bij een indexcijfer is het basisjaar altijd
A
100%
B
1
C
100
D
1000
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
H1.4 Wordt alles duurder
September 2022
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1.4 Het boodschappenmandje van het CBS
August 2018
- Lesson with
42 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
4GL H1.4 deel 1 wakk
September 2024
- Lesson with
24 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H1.4 Ravj
September 2024
- Lesson with
24 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Herhaling koopkracht
April 2025
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
H1.4 Ravj
September 2022
- Lesson with
39 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Herhalingsopdrachten
September 2022
- Lesson with
28 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
1.4 Alles wordt duurder
February 2022
- Lesson with
35 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, mavo
Leerjaar 3