This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Chapter 7: Magazines & The News
2/3
Chapter 12: Notes & forms
D. Visser
2023
Slide 1 - Slide
Week
Lesson Content
To Do:
7
• § 12.1 • Grammar: Irregular verbs • Exercises in class
Level test Ch12 • § 12.1
8
• § 12.2 • Grammar: Spelling: basic rules • Exercises in class
§ 12.2
9
Winter Break
10
• § 13.1 • Grammar: double consonants • Exercises in class
Level test Ch 13 • § 13.1
11
• § 13.2 • Grammar: Conditional clauses • Exercises in class
§ 13.2
12
• § 13.3 • Business Letters • Exercises in class
§ 13.3
13
• Test Writing A1
14
Buffer week / Resit
15
Easter
16
Study Day
17+18
Spring Break
Slide 2 - Slide
Learn how to make clear notes
Learn most common abbreviations
Learn about irregular verbs
Goals for today's lesson:
Slide 3 - Slide
§ 12.1: Taking Notes
Slide 4 - Slide
Taking Notes
Om te onthouden wat iemand jou uitlegt of wat je in een tekst leest, maak je aantekeningen.
Aantekeningen maken is een belangrijke vaardigheid. Bijvoorbeeld voor het kort noteren van afspraken, huiswerk, of andere belangrijke dingen. Handige tips bij het maken van aantekeningen zijn:
Eerst luisteren, dan schrijven. Als je schrijft, kun je namelijk niet luisteren.
Vraag om herhaling als je iets gemist hebt of niet begrijpt.
Aantekeningen maken
Slide 5 - Slide
Taking Notes
Noteer bij afspraken duidelijk wie, wat, waar, wanneer en hoe laat.
Zodra je meer dan twee woorden nodig hebt om iets te omschrijven, moet je je afvragen of het korter kan. Noteer alleen belangrijke informatie.
Gebruik alleen gangbare afkortingen of afkortingen die je later zelf nog snapt
Je aantekeningen kun je op allerlei manieren gebruiken, bijvoorbeeld als handige samenvatting voor jezelf, of als basis voor een bericht dat je wilt sturen.
Aantekeningen maken
Slide 6 - Slide
Taking Notes
Veelvoorkomende afkortingen (abbreviations) in het Engels:
Aantekeningen maken
Slide 7 - Slide
Time for an exercise!
Slide 8 - Slide
Let's see how many abbreviations you already know.
Write down the definitions of the following abbreviations.
Do this in English.
Exercise 1: Translate
Slide 9 - Slide
asap
Slide 10 - Open question
appt
Slide 11 - Open question
brb
Slide 12 - Open question
st
Slide 13 - Open question
wk
Slide 14 - Open question
msg
Slide 15 - Open question
esp
Slide 16 - Open question
btw
Slide 17 - Open question
e.g.
Slide 18 - Open question
We are going to watch a video about why women are paid less, and you are going to practice making notes.
Be sure to make clear notes.
Exercise 2: Take notes
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Why are women paid less? Name two things:
Slide 21 - Open question
The next video we're going to watch is a video from the Late show with Stephen Colbert. His guest is Andy Serkis and they will talk about motion capture of The planet of the Apes.
Take notes on how much of motion capture performance is the actor acting, and how much is digitized.
Exercise 3: Take notes
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
How much is acting and how much is digitized?
Slide 24 - Open question
Now lets watch the rest of the video: something fun!
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Grammar: Irregular verbs
Slide 27 - Slide
Irregular verbs
We hebben het al heel vaak gehad over onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die niet volgens een simpele regel veranderen als je ze in verleden en voltooide vormen zet. In plaats van dat je er -ed achter zet, zoals bij ‘werken’ (work – worked – worked), blijven ze soms hetzelfde, zoals bij ‘wedden’ (bet – bet – bet).
Soms worden het heel andere woorden, zoals ‘kopen’ (buy – bought – bought).
Veel werkwoorden die vaak voorkomen in het Engels zijn onregelmatig. Je moet ze uit je hoofd leren.
We gaan een aantal oefenen met een quiz!
Onregelmatige werkwoorden
Slide 28 - Slide
Regular verbs
Irregular verbs
swim
walk
drink
cook
give
have
see
catch
call
put
Slide 29 - Drag question
forget - ...... - ........
Slide 30 - Open question
write - wrote - ............
Slide 31 - Open question
do - did - ............
Slide 32 - Open question
To eat - ? - eaten
Slide 33 - Open question
wear - ....... - .......
Slide 34 - Open question
become - .......... - ............
Slide 35 - Open question
steal - ......... - .........
Slide 36 - Open question
30 seconds for the next questions!
Slide 37 - Slide
To ring - ….. - …...
A
rang - rung
B
ringed - rang
C
rong - rond
D
rung - rang
Slide 38 - Quiz
To catch - ….. - …...
A
caught - caught
B
catched - caught
C
caught - catched
D
catched - catched
Slide 39 - Quiz
to fly - …... - …….
A
flied - flown
B
flewed - flown
C
flew - flewn
D
flew - flown
Slide 40 - Quiz
to give - …... - …….
A
gaved - given
B
given - gave
C
give - give
D
gave - given
Slide 41 - Quiz
to choose - ……. - chosen
A
chose
B
chosen
C
chose
D
choose
Slide 42 - Quiz
to go - ……. - …...
A
goed - went
B
went - gone
C
goes - goes
D
go- goes
Slide 43 - Quiz
to …….. - told- told
A
tol
B
tool
C
tel
D
tell
Slide 44 - Quiz
to break - ……. - …...
A
breaked - broken
B
broke - broken
C
broke - broked
D
break- break
Slide 45 - Quiz
To make - ….. - …...
A
made - made
B
maked - makes
C
mede - made
D
made - maked
Slide 46 - Quiz
To lose - ….. - …...
A
loose- losed
B
lost - lost
C
loes - lose
D
lost - lossed
Slide 47 - Quiz
Dit is wat we hebben behandeld:
Het maken van notities / aantekeningen
Veelvoorkomende afkortingen die je tegenkomt
Oefenen met het maken van notities / aantekeningen
Onregelmatige werkwoorden
Slide 48 - Slide
Je kunt nu verder met de opdrachten: oefentoets H12, §12.1