vocabulaire bron A en B
grammaire + phrases-clés (bron C en D)
herhaling bezittelijk voornaamwoord
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
even een vraag:
Wat is de overeenkomst tussen bezittelijk vnw en bijvoeglijk nw ?
Alors, on continue avec 'de weektaak':
ex. 19 t/m 27