De watersnoodramp

De watersnoodramp
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De watersnoodramp

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zou jij doen als jouw huis onder water komt te staan?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Waar denk je aan bij de
watersnoodramp?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Aan het eind van de les kan ik...
- Uitleggen wat de watersnoodramp is en wanneer die plaatsvond.
- Vertellen wat de oorzaken en gevolgen waren.
- Begrijpen hoe Nederland sindsdien het water bestrijdt.
- Reflecteren op hoe we omgaan met klimaat en waterveiligheid.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de watersnoodramp?
- Wat is het?

- 31 januari en 1 februari 1953

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

In welk jaar vond de watersnoodramp plaats?
A
1945
B
1962
C
1953
D
1976

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Oorzaken van de watersnoodramp
1. Een zware storm


2. Zwakke dijken en geen waarschuwing
            

Slide 8 - Slide

"De Watersnoodramp was geen toeval. Er waren meerdere dingen die tegelijk gebeurden waardoor het helemaal misging. Laten we die oorzaken eens stap voor stap bekijken."

1. Een zware storm:
- In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 waaide het heel hard, vooral boven de Noordzee.
- De wind kwam uit het noordwesten en duwde heel veel water richting de Nederlandse kust.
- Het stormde zo erg dat het water werd opgestuwd tot ongekende hoogte.

3. Zwakke dijken en geen waarschuwing:
- Veel dijken in Zeeland en Zuid-Holland waren oud en te laag. Ze waren niet gebouwd voor zulke hoge waterstanden.
- In die tijd waren er geen mobiele telefoons, geen sirenes of apps. Veel mensen wisten niet dat er gevaar was.
- De ramp gebeurde ’s nachts, terwijl mensen sliepen. Daardoor konden ze zichzelf vaak niet op tijd redden.
Oorzaak of gevolg?
Oorzaak = waardoor iets gebeurt.

Gevolg = wat er daarna gebeurt.

Slide 9 - Slide

"Een oorzaak is iets waardoor iets gebeurt.
Een gevolg is wat er daarna gebeurt.
Laten we kijken of jullie het verschil kunnen zien!"
Oorzaak
Gevolg
timer
1:00
Storm
Kapotte dijken
Overstroming
Mensen moeten vluchten
Huizen onder water

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Wat denken jullie dat er gebeurde er tijdens de ramp?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Gezinnen die hun huizen moesten verlaten
Dieren moesten ook verplaatst worden naar een veilige plek
Mensen voeren met hun boten om mensen te proberen te redden
Helikopters en vliegtuigen vlogen rond om gewonde mensen te helpen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat deed Nederland daarna?
Hoe zorgen we dat dit nooit meer gebeurt?
- Deltawerken
- Hoge dijken

Slide 13 - Slide

"Na de ramp hebben we in Nederland grote bouwwerken gemaakt om ons te beschermen tegen het water. Dat heet: de Deltawerken."
Hoe werkt het?
Wat gebeurt er als het water stijgt? 
Wat doen de schuiven dan?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we geleerd?
Wat vonden jullie hiervan?

Spannend, eng, stoer van de mensen in Nederland? 

Slide 15 - Slide

Maak het luchtig:

“Wat vond je: spannend – verdrietig –  leerzaam –  stoer van Nederland?”
Wat is een oorzaak van de ramp?
A
Te veel ijs
B
Storm en zwakke dijken
C
Te weinig regen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de Deltawerken?
A
Bruggen
B
Bouwwerken tegen het water
C
Vliegtuigen
D
Duinen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je doen bij een overstroming?
A
Onder water gaan liggen
B
Blijven slapen
C
Naar een veilige plek gaan

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat neem jij mee bij een overstroming?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions