2.1 De vorming van de Alpen

§2.1 De vorming van de Alpen
1. Hoe de Alpen zijn gevormd en wat daarvan de oorzaak was.
2. Wat de verschillen tussen een oud en een jong gebergte zijn en waardoor die verschillen zijn ontstaan.
3. Wat het verschil is tussen verwering en erosie.
4. De drie gesteentesoorten metamorf, sedimentair en stolling.

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

§2.1 De vorming van de Alpen
1. Hoe de Alpen zijn gevormd en wat daarvan de oorzaak was.
2. Wat de verschillen tussen een oud en een jong gebergte zijn en waardoor die verschillen zijn ontstaan.
3. Wat het verschil is tussen verwering en erosie.
4. De drie gesteentesoorten metamorf, sedimentair en stolling.

Slide 1 - Slide

Noem vijf dingen die je weet over de Alpen.

Slide 2 - Mind map

Wanneer is er sprake van een hooggebergte?
Toppen vanaf...
A
500 meter
B
1.000 meter
C
1.500 meter
D
2.000 meter

Slide 3 - Quiz

Sleep de naam van het hooggebergte naar de juiste plek. 
Alpen
Rocky Mountains
Himalaya
Andes

Slide 4 - Drag question

Waar is deze foto genomen?
A
Spanje
B
Oostenrijk
C
Noorwegen
D
Turkije

Slide 5 - Quiz

1 minuut overleg
Hoe kan een fossiel in een hooggebergte te vinden zijn?

Slide 6 - Slide

Je ziet nu...
1. Hoe de Alpen zijn gevormd en wat daarvan de oorzaak was.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Eerst               Daarna           Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe ontstonden de Alpen? 

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Aan de slag
1. Maak in Learnbeat par. 2.1 opdracht 5

2. Als je klaar bent kunt je verder met opdracht 1, 2 en 3b (HW)

3. Extra uitleg: Youtube> Convergente zones: gebergtevorming (kanaal Aardrijkskunde bijles)

Slide 11 - Slide

Bespreking
- Opdracht 5 klassikaal
- Checkvragen

Slide 12 - Slide

Volgende les
2. Wat de verschillen tussen een oud en een jong gebergte zijn en waardoor die verschillen zijn ontstaan.
3. Wat het verschil is tussen verwering en erosie.

Huiswerk
herlezen par. 2.1 met bb-nummers
Maken 2.1 opdrachten 1, 2 en 3b

Slide 13 - Slide

§2.1 De vorming van de Alpen
1. Hoe de Alpen zijn gevormd en wat daarvan de oorzaak was.
2. Wat de verschillen tussen een oud en een jong gebergte zijn en waardoor die verschillen zijn ontstaan.
3. Wat het verschil is tussen verwering en erosie.
4. De drie gesteentesoorten metamorf, sedimentair en stolling.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Jong gebergte
Oud gebergte
Hoge spitse toppen
Steile hellingen
Afgesleten toppen
Begroeiing

Slide 16 - Drag question

3. Wat is het verschil tussen verwering en erosie?
1. Kijk voor jezelf naar Aardrijkskunde bijles: Verwering en Aardrijkskunde bijles: Erosie & Sedimentatie
2. Lees je basisboek 'Verwering' en 'Erosie' 
3. Teken voor jezelf wat we bedoelen met Verwering en een tekening over Erosie. Maak duidelijk wat het verschil tussen beiden is. 
4. Klaar? Maak opdracht 8, 9 en 10. 

Slide 17 - Slide

Erosie
verwering

Slide 18 - Drag question

verwering en erosie
erosie en sedimentatie
sedimentatie

Slide 19 - Drag question

Volgende les
4. De drie gesteentesoorten metamorf, sedimentair en stolling en de gesteentecyclus.

Huiswerk
herlezen par. 2.1 met bb-nummers
Maken 2.1 opdrachten 8, 9 en 10

Slide 20 - Slide

Watervallen
Je leert...
5. Wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn.
6. Hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan.

Slide 21 - Slide

5

Slide 22 - Video

01:53
In welk deel van de Rijn bevindt zich deze waterval?
A
Benedenloop
B
Middenloop
C
Bovenloop

Slide 23 - Quiz

02:23
Wat voor type rivier is de Rijn bij de oorsprong?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Smeltwaterrivier
D
Gemengde rivier

Slide 24 - Quiz

02:48
In Nederland zijn in de Rijn waterkrachtcentrales te vinden. Doorgaans bij stuwen of dammen. Waarom daar?

Slide 25 - Open question

03:11
De waterval bevindt zich op de overgang van hard naar zacht gesteente. Waarom is de erosie in de bovenloop zo sterk?

Slide 26 - Open question

03:34
Water dat vanuit gletsjers via rivieren naar zee stroomt valt onder de korte waterkringloop, want...

Slide 27 - Mind map

Verhang, meanderen, sedimentatie, delta
Je leert...
- waarom en hoe een rivier meandert;
- waardoor een delta ontstaat.

Slide 28 - Slide

2

Slide 29 - Video

01:10
De Maas is 935 km lang en ontspringt op een hoogte van 1500 meter.

Wat is het verhang van de Maas?
A
935km/1.500m=1,6m/km
B
1.500m/935km=1,6km/m
C
1.500m/935km=1,6m/km
D
935km/1.500m=1,6km/m

Slide 30 - Quiz

02:30
Wat is waar?
A
Het verhang in de Rijn is het grootst in de benedenloop.
B
Verhang in de bovenloop is groter dan het verval.
C
Het verval in de benedenloop van de Rijn is lager dan het verhang.
D
Het verhang in de Rijn is overal gelijk aan het verval.

Slide 31 - Quiz

3

Slide 32 - Video

00:26
Welke algemene regel klopt?
A
Hoe lager de stroomsnelheid, hoe meer erosie.
B
Hoe lager de stroomsnelheid, hoe meer sedimentatie.
C
Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe meer sedimentatie.
D
Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe meer erosie.

Slide 33 - Quiz

02:05
Maak een screenshot uit Google Maps van de Rijn waarin je kunt zien dat deze rivier een andere loop heeft gehad.

Slide 34 - Open question

02:05

Slide 35 - Slide

2

Slide 36 - Video

01:57
Toon aan dat er in delta's sedimentatie plaatsvindt.

Slide 37 - Open question

01:57

Slide 38 - Slide

Beschrijf nu kort:
- waarom en hoe een rivier meandert
- waardoor een delta ontstaat

Slide 39 - Open question