Wordorder

WORDORDER
Leerdoel vandaag:

Ik ken de volgorde van woorden/ zinsdelen in een Engelse zin.
Ik kan Engelse zinsdelen in een juiste volgorde zetten.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

WORDORDER
Leerdoel vandaag:

Ik ken de volgorde van woorden/ zinsdelen in een Engelse zin.
Ik kan Engelse zinsdelen in een juiste volgorde zetten.

Slide 1 - Slide

WORDORDER

De standaard volgorde is:

Wie - doet - wat - waar - wanneer

(OND - GEZ: álle ww. - L/M.VW. - Plaats - Tijd)
Vb. We - are going to buy - a book - in the store - this afternoon.

Slide 2 - Slide

WORDORDER

Slide 3 - Slide

WORDORDER

Slide 4 - Slide

WORDORDER

Slide 5 - Slide

WORDORDER

De standaard volgorde is:

Wie - doet - wat - waar - wanneer


Maar... er zijn altijd bijzonderheden...

Slide 6 - Slide

De plaats van een bijwoord in de zin
(bijwoord van frequentie/ onbepaalde tijd)

frequentie = Hoe vaak iets gebeurt.

 Deze bijwoorden van frequentie zijn voor ons wat moeilijker.

Eerst wat testvraagjes...

Slide 7 - Slide

drinks-she-water-always
Zet in de juiste volgorde!
A
She drinks always water.
B
Always drinks she water.
C
Water drinks she always.
D
She always drinks water.

Slide 8 - Quiz

are-at home-never-they
A
They never at home are.
B
They never are at home.
C
At home they never are.
D
They are never at home.

Slide 9 - Quiz

Zet OFTEN op de goede plek!
We eat chips.
(denk aan hoofdletter en punt)

Slide 10 - Open question

Met een bijwoord van frequentie (adverb of frequency) kun je bijvoorbeeld aangeven hoe vaak je iets doet of gebruikt.

Een adverb of frequency is bijvoorbeeld:
always, sometimes, often, rarely, never, usually,...
De plaats van dit woord in de zin is anders dan in het Nederlands.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aantekeningen: Wordorder
De regel is: Wie - doet - wat - waar - wanneer?

Uitz: Bijwoorden van onbep. tijd (often/usually/never/always/sometimes/...

Stappenplan: Tel het aantal werkwoorden:            
2 ww?--> ertussen                                                  Vb. He has never eaten meat.         
1 ww? --> am/is/are/was/were --> erna        Vb. I am always late.                            
              --> elk ander ww. --> ervóór                  Vb. We often go to school by bike.

Slide 14 - Slide

Wordorder
De positie van een bijwoord van frequentie in een zin
Het bijwoord staat voor het hoofdwerkwoord in de zin (behalve bij 'to be'):

- I never liked that boy.
- My friends usually arrive on time.
- Bart sometimes forgets to clean his room.

Slide 15 - Slide

Wordorder
Het bijwoord zet je achter het werkwoord to be:

- She is always happy to see her dog again.
- My sisters are often off to the beach together.
- He isn't frequently at the gym.

Slide 16 - Slide

Wordorder
Als er ook een hulpwerkwoord in de zin staat (have, will, must, might, could, would, can, etc.), dan staat het bijwoord achter het eerste hulpwerkwoord:

- They would hardly ever be that rude to him.
- Philip has occasionally beaten me at the tenniscourt.
- Marie could never have organised that holiday without me.

Slide 17 - Slide

Zet in de juiste volgorde!
eat-we -goldfish-never

Slide 18 - Open question

a letter-never-she-writes

Slide 19 - Open question

are-we-at school-usually

Slide 20 - Open question

on holiday-will-always-we-go

Slide 21 - Open question

Do you remember?: Wordorder
Dus:    het bijwoord staat...
  • VOOR 1 werkwoord
  • TUSSEN twee werkwoorden
  • ACHTER  een vorm van to be(am-are-is-was -were)

Hw: Maak  H. 5 +6 uit je boek (p.103+104)

Slide 22 - Slide