H5 - Herhalingsles

1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Inloggen LessonUp!
  • Hoofdvraag
  • Oefenvragen
  • Microsoft Forms
  • Vragen?
  • Aan de slag!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welke gebiedskenmerken en bevolkingskenmerken heeft India?

Slide 4 - Open question

Waar ligt India?

Slide 5 - Drag question

India was een Britse kolonie. De Britten hadden meerdere kolonië in Zuid-Azië. Hoe heet dit hele gebied waar India ook onder viel?
A
Brits Azië
B
Brits Indië
C
De Britse landen
D
Engels Azië

Slide 6 - Quiz

Wat is de belangrijkste godsdienst in India?
A
Islam
B
Boeddhisme
C
Hindoeisme
D
Christelijk

Slide 7 - Quiz

Waarom spreken de Indiërs zo goed Engels?
A
Dat leren ze op school
B
India was vroeger een kolonie van de VS
C
India was vroeger een kolonie van Engeland
D
India ligt dichtbij Australie

Slide 8 - Quiz

Wat is de hoofdstad van India?
A
Mumbai
B
New Delhi
C
Bengaluru
D
Srinagar

Slide 9 - Quiz

De bevolking in India zal de komende 25 jaar blijven toenemen, maar het vruchtbaarheidscijfer neemt wel af. Wat is het vruchtbaarheidscijfer?
A
Het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt
B
Het aantal kinderen (onder de 18 jaar oud) in een land
C
Het gemiddelde aantal jaar dat kinderen bij hun ouders blijven wonen
D
Het gemiddelde aantal vrouwen dat zwanger kan worden in een land

Slide 10 - Quiz

Wat is de belangrijkste rivier in India?
A
Ganges
B
Rijn
C
Amsterdam Rijnkanaal
D
Seine

Slide 11 - Quiz

Hoe heet het gebergte in India?
A
Alpen
B
Himalaya
C
Pyreneeën
D
Zwarte Woud

Slide 12 - Quiz

De wet van Buys Ballot bestaat uit 2 regels.
De eerste regels is: wind waait altijd van hoge drukgebied naar lage drukgebied.
Wat is de tweede regel?
A
Op het noordelijk en zuidelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar het noorden
B
Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts met de wind in de rug, op het zuidelijk halfrond naar links
C
Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar links met de wind in de rug, op het zuidelijk halfrond naar rechts.
D
De wind waait altijd in een rechte lijn van hoog naar laag.

Slide 13 - Quiz

Welke type wind zie je op de afbeelding?
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind
C
Zij wind
D
Lage wind

Slide 14 - Quiz

India heeft droge winters en natte zomers. Dat komt door de moesson. Wat is deze moesson?
A
Een storm vanuit de Himalaya
B
Een hittegolf
C
Wind die elk half jaar van richting wisselt
D
Een orkaan met veel onweer en neerslag

Slide 15 - Quiz

Sleep de moesson naar het juiste plaatje!
Natte moesson
Droge moesson

Slide 16 - Drag question

Welk begrip hoort bij bedrijven die vestigingen over de hele wereld hebben?
A
multinationals
B
analfabeten
C
informele sector
D
rijkdom

Slide 17 - Quiz

Wat is globalisering ?
A
Een heleboel bedrijven bij elkaar in een speciaal economische zone
B
Goedkope arbeid in lagelonenlanden
C
Een goede infrastructuur , onderwijs en zorg
D
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld + informati

Slide 18 - Quiz

Wat zijn Speciaal Economische Zones?
A
Gebied waar de Euro wordt gebruikt
B
Gebied waar buitenlandse bedrijven zich vrij mogen vestigen en minder belasting hoeven te betalen
C
Gebied waar grote multinationals zoals Apple en Microsoft hun kantoor hebben
D
Gebieden met veel fabrieken

Slide 19 - Quiz

Waarom zijn er veel internationale bedrijven of fabrieken naar India gegaan?
Geef 2 redenen.

Slide 20 - Open question

Zoals je net zag wonen er in het noordoosten van India veel mensen, waarom is dat zo?
A
Hier is veel werk in de steden
B
De Ganges zorgt voor vruchtbare landbouwgrond
C
Hier zijn mensen veilig voor de moessonregens
D
Hier is de hoofdstad

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste woorden bij de gaten in de tekst.

Na 1990 kwamen er in India steeds meer....
In deze gebieden laten...
producten maken voor het buitenland.
Voor India is dit goed voor de....
Daarnaast heeft India zelf ook een grote...
SEZ's
multinationals
economie
afzetmarkt

Slide 22 - Drag question

In India
A
is de urbanisatiegraad en het urbanisatietempo lager dan in NL
B
is de urbanisatiegraad hoger en het urbanisatietempo lager dan in NL
C
is de urbanisatiegraad lager en het urbanisatietempo hoger dan in NL

Slide 23 - Quiz

Wanneer is de kans op het ontstaan van sloppenwijken het grootst?
A
Bij een hoog verstedelijkingstempo
B
bij een laag verstedelijkingstempo

Slide 24 - Quiz

Vragen?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Afsluiting
Leervraag:
Welke gebiedskenmerken en bevolkingskenmerken heeft India?

Volgende les --> REP H5

Slide 27 - Slide