PV P3 W4

9  -  Vitale functies
hoofdstuk
1
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Persoonlijke VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

9  -  Vitale functies
hoofdstuk
1

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij vitale functies?

Slide 2 - Open question

9 vitale functies
Vitale functies zijn van levensbelang, valt de regeling hiervan uit dan zijn we in levensgevaar...

  • ademhaling (H9.1)
  • circulatie (H9.2)
  • bewustzijn (H9.3)
  • temperatuur (H9.4)

Slide 3 - Slide

9 vitale functies
Vitale functies worden bestuurd door de hersenstam. Deze zit onder de grote hersenen...
  • het is evolutionair het oudste hersendeel
  • het regelt de werking van de organen die betrokken zijn bij vitale functies

Slide 4 - Slide

9 vitale functies
  • Wanneer een vitaal orgaan faalt, heeft het gevolgen voor andere organen

Slide 5 - Slide

9.1 Observeren van ademweg en ademhaling
Deze factoren bepalen het risico op het krijgen van complicaties...
  • mate van bewegen (ouderen bewegen vaak minder, kunnen niet altijd zelf van houding veranderen of zijn van anderen afhankelijk om te bewegen)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

9.1.1 observeren van de ademweg
  • zonder een vrije ademweg is ademen niet mogelijk
  • dan is geen uitwisseling tussen zuurstof en kooldioxide mogelijk
  • weefsels en organen krijgen onvoldoende zuurstof en lopen schade op

Slide 8 - Slide

9.1.1 observeren van de ademweg
De ademweg kan dicht zitten door...
  • een vreemd voorwerp
  • verslikken (eten, slijm)
  • dikke tong na een allergische reactie 
  • brandwond bij de hals
  • astma of longfalen
  • longontsteking

Slide 9 - Slide

9.1.1 observeren van de ademweg
Je kan een dichte ademweg (obstructie) verhelpen door...
  • 5x rugslagen tussen de schouderbladen

Slide 10 - Slide

9.1.1 observeren van de ademweg
Je kan een dichte ademweg (obstructie) verhelpen door...
  • 5x buikstoten (Heimlich-manoeuvre) onder het borstbeen

Slide 11 - Slide

9.1.1 observeren van de ademweg
Je kan een dichte ademweg (obstructie) verhelpen door...
  • mond -en keelholte uitzuigen
  • let op: het activeert de luchtpijp slijm te maken(!)

Slide 12 - Slide

9.1.1 observeren van de ademweg
  • Om de luchtwegen open te houden, kan een buis  (endo-tracheale tube) ingebracht worden
  • op de buis kan beademings-apparatuur worden aangesloten
  • dit heet intuberen

Slide 13 - Slide

9.1.1 observeren van de ademweg
Je kan een dichte ademweg (obstructie) verhelpen door...
  • in de stabiele zijligging leggen, bij braaksel, slijm of bloed in de mond

Slide 14 - Slide

9.1.1 observeren van de ademweg
Je kan een dichte ademweg (obstructie) verhelpen door...
  • het voorwerp uit de mond-keelholte halen als je voldoende zicht hebt (risico op verder duwen...)

Slide 15 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
Door in- en uit te ademen krijgt het lichaam de nodige zuurstof (brandstof) en kan het lichaam de kooldioxide (afval) kwijt
  • je kan de volgende observaties doen...

Slide 16 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
1 Ademfequentie (het aantal inademingen per minuut)
  • normaal 12 - 20 per minuut in rust
  • bradypneu (te traag ademen)
  • tachypneu of hyperventilatie (te snel ademen)

Slide 17 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
1 Ademfequentie
Oorzaken van bradypneu...
  • sufmakende medicijnen
  • alcohol en drugs
  • onderkoeling
  • slaap of diepe rust

Slide 18 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
1 Ademfequentie
Oorzaken van tachypneu...
  • koorts
  • fysieke inspanning
  • emoties, stress, angst en pijn
  • shock (reactie op veel te weinig zuurstof in het lichaam)
  • luchtwegaandoeningen

Slide 19 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
2 Ritme en diepte (het patroon)
  • normaal een constant hetzelfde patroon
  • er zijn drie opvallend afwijkende adempatronen...

Slide 20 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
2a Cheyne-Stokes adempatroon
  • diepe en oppervlakkige ademhalingen wisselen elkaar af
  • er is een periode van ademstilstand (apneu)
  • komt voor bij ernstig hersenletsel
  • komt voor bij cliënten die gaan overlijden

Slide 21 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
2b Kussmaul adempatroon
  • snelle en diepe ademhaling, zonder pauzes tussen in- en uitademing
  • komt voor wanneer iemand hoge bloedsuikers heeft (bij ernstige suikerziekte)

Slide 22 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
2c Agonaal adempatroon (of gaspen)
  • een happende, zware en luidruchtige ademhaling
  • impuls reactie bij een hartstilstand

Slide 23 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
3 Symmetrie
  • beide zijden van de borstkas bewegen gelijkmatig
  • bij een klaplong is dit verstoord

Slide 24 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
4 Hulpademhalingsspieren gebruiken
  • spieren tussen de ribben, hals- en schouderspieren gebruiken om te ademen
  • doel is zoveel mogelijk lucht krijgen (bij ernstig longfalen)
  • is erg vermoeiend

Slide 25 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
5 Huidskleur
  • zuurstoftekort in de huid toont een blauwe huid (en lippen)
  • dit heet cyanose

Slide 26 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
6 Neusvleugelen
  • zuurstoftekort proberen op te heffen door de neus meer geopend te krijgen

Slide 27 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
7 Geluid horen bij het ademen
Ademen is geluidloos
Je hoort wel geluid bij...
  • snurken
  • wanneer lucht niet ongehinderd naar de longen en weer terug kan (piepen, zagen, fluiten, tikken)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

9.1.2 observeren van de ademhaling
Meten van het zuurstofgehalte
  • de saturatie geeft het percentage aan van het hemoglobine, dat gebonden is met zuurstof
Hb

Slide 30 - Slide

9.1.2 observeren van de ademhaling
Meten van het zuurstofgehalte
  • de saturatie geeft het percentage aan van het hemoglobine, dat gebonden is met zuurstof
  • bij gezonde mensen is de saturatie (SpO2) tussen 98 - 100
  • bij lager dan 92 zal de cliënt ook benauwd zijn

Slide 31 - Slide

9.1.3 ademhalingsproblemen
Klachten bij zuurstoftekort zijn...
  • hoofdpijn en suf
  • benauwd
  • afwijkend adem- / hartritme
  • hoesten
  • ademen met geluiden
  • onrustig en verward
  • blauwe huidskleur (cyanose)

Slide 32 - Slide

opdrachten 1 t/m 12 maken en zelf nakijken

Slide 33 - Slide