Afronden

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Rond af op één decimaal.
15,6038

1. 15,6
2. 15,7
3. 15
4. 16

Rond af op één decimaal.
102,157102

1. 102
2. 103
3. 102,2
4. 102,1

Rond af op één decimaal.
10,34998

1. 10
2. 11
3. 10,3
4. 10,4

3,475 afronden op één decimaal =

1. 3,47
2. 3,48
3. 3,4
4. 3,5

Rond af op één decimaal.
6,91159

1. 6
2. 7
3. 6,9
4. 7,0

Rond af op twee decimalen.
15,698

1. 15,70
2. 15,63
3. 15,6
4. 15,7

Rond af op twee decimalen.
102,172

1. 102,17
2. 102,18
3. 102,1
4. 102,2

Rond af op twee decimalen.
10,369

1. 10,37
2. 10,38
3. 10,4
4. 10,3

Rond af op twee decimalen.
6,916

1. 6,9
2. 7,0
3. 6,91
4. 6,92

Ik snap hoe ik moet afronden!

1. Ja, helemaal
2. Ja, ik geloof het wel
3. Nog niet helemaal
4. Nog helemaal niet

Aan de slag

Maak de opdrachten 41-41-43