Future - Will / to be going to

The future
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

The future

Slide 1 - Slide

The future
It is the year 2124

What will earth look like? 
Examples:



Slide 2 - Slide

The future
It is the year 2124

What will earth look like? 
Examples:
People will live on Mars.
Robots will do all the work.
Students will only have school until 11:00 in the morning.

Can you come up with at least 1 example?




Slide 3 - Slide

The year: 2124
Examples
People will live on Mars.
Robots will do all the work. 

Slide 4 - Mind map

The future - de toekomst
We gebruiken in het Engels de "future" om te spreken over dingen die nog gaan komen.

Deze dingen kunnen nog ver weg zijn maar ook al snel gebeuren.

We kunnen over twee manieren spreken over de toekomst
- To be going to
- Will (shall)

Slide 5 - Slide

The future - de toekomst
Will
To be going to

Slide 6 - Slide

The future - de toekomst
Will
To be going to
Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling.

We promise we will be on time. 

Slide 7 - Slide

The future - de toekomst
Will
To be going to
Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling.

We promise we will be on time. 
Als je een beslissing neemt op het moment van spreken. 

I'll have a cup of tea and a sandwich. 

Slide 8 - Slide

The future - de toekomst
Will
To be going to
Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling.

We promise we will be on time. 
Als er een duidelijk aanwijzing is dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

Look at those dark clouds. It is going to rain.
Als je een beslissing neemt op het moment van spreken. 

I'll have a cup of tea and a sandwich. 

Slide 9 - Slide

The future - de toekomst
Will
To be going to
Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling.

We promise we will be on time. 
Als er een duidelijk aanwijzing is dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

Look at those dark clouds. It is going to rain.
Als je een beslissing neemt op het moment van spreken. 

I'll have a cup of tea and a sandwich. 
Op het moment dat het gaat om plannen die je hebt gemaakt vóór het gesprek plaatsvond.

We're going to watch a movie together.

Slide 10 - Slide

The future - de toekomst










Kijk naar de woorden met een kleurtje. Vul deze schema's in om de spellingsregels compleet te maken:



Will
To be going to
Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling.

We promise we will be on time. 
Als er een duidelijk aanwijzing is dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

Look at those dark clouds. It is going to rain.
Als je een beslissing neemt op het moment van spreken. 

I'll have a cup of tea and a sandwich. 
Op het moment dat het gaat om plannen die je hebt gemaakt vóór het gesprek plaatsvond.

We're going to watch a movie together.
_______________+ __________________
(blauw)                      (paars)
_______________ + _________________ + ______________
(oranje)                      (blauw)                  (paars)

Slide 11 - Slide


It's 8:15 am. I _________________ be late
A
am going to
B
will

Slide 12 - Quiz


Oh no, there is no more bread! I ___________ go and buy some more. 
A
am going to
B
will

Slide 13 - Quiz


I think this time we __________________ win this game.
A
are going to
B
will

Slide 14 - Quiz


She is so smart. She _______________ win. 
A
is going to
B
will

Slide 15 - Quiz

Homework
4.5 writing – ex. 2, 3, 4, 5 

Slide 16 - Slide