lesdag 2

lesdag 2
programma:
kennismaken 
terugblik 1e lesdag, czo en leerdoelen
Presentaties: 
uitleg observatieformulier.
anatomie/fysiologie van de Hersenen:Annemarie
Werking van het geheugen: Eva
Ziekte van Alzheimer: Yvonne
Vasculaire dementie: Saskia
in groepjes uiteen, map end aan elkaar uitleggen, wat belangrijk/helpend is te bespreken 20 min
mens in beeld eerste opdracht, uitleg.
Schijf van 5.
Samen kijken naar persoonsgericht werken en probleem gedrag.


1 / 29
next
Slide 1: Slide
GezondheidskundePraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

lesdag 2
programma:
kennismaken 
terugblik 1e lesdag, czo en leerdoelen
Presentaties: 
uitleg observatieformulier.
anatomie/fysiologie van de Hersenen:Annemarie
Werking van het geheugen: Eva
Ziekte van Alzheimer: Yvonne
Vasculaire dementie: Saskia
in groepjes uiteen, map end aan elkaar uitleggen, wat belangrijk/helpend is te bespreken 20 min
mens in beeld eerste opdracht, uitleg.
Schijf van 5.
Samen kijken naar persoonsgericht werken en probleem gedrag.


Slide 1 - Slide

terugblik op lesdag 1
Wat is je bijgebleven
welke vragen liggen er nog
czo gelukt?
leerdoelen gemaakt

Slide 2 - Slide

wat hoop jij te leren vandaag?

Slide 3 - Open question

presenteren 

Slide 4 - Slide

Ziekte van Alzheimer

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen dementie en de ziekte van Alzheimer?

Slide 6 - Open question

De oorzaken van de ziekte van Alzheimer

Bij de ziekte van Alzheimer gaan zenuwcellen in de hersenen kapot. Dat komt door ophopingen van eiwitten (amyloïde en tau) in de zenuwcellen. Dat zijn eiwitten die gezonde mensen ook hebben. Maar doordat ze zich anders gedragen en ophopingen vormen, ontstaat er schade. De ophopingen verstoren de onderlinge communicatie en samenwerking tussen de zenuwcellen in de hersenen. Maar waarom deze ophopingen ontstaan en waarom sommige mensen ze krijgen, is nog niet volledig duidelijk. 

Slide 7 - Slide

Waar?
De plek waar zenuwcellen bij alzheimer vaak als eerst kapotgaan is de hippocampus. Dit is een klein hersengebied dat ligt in de ‘temporale kwab’. De hippocampus is het gebeid dat zich bezig houdt met het geheugen. Vandaar dat verlies van geheugen het eerste symptoom is van de ziekte van Alzheimer.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Oorzaken
Leeftijd is de belangrijkste risicofactor voor de ziekte van Alzheimer.
 Medische aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten en hoge bloeddruk zijn geassocieerd met een hoger risico op alzheimer.
 Een gezonde levensstijl, lichaamsbeweging en cognitieve stimulatie, kan het risico mogelijk verlagen.

Erfelijkheid speelt ook een rol bij alzheimer. Bij de zeldzame familiaire vorm van alzheimer (minder dan 1% van alle patiënten met alzheimer) veroorzaakt een genetische mutatie de ziekte. Daarnaast zijn er erfelijke factoren die niet rechtstreeks tot alzheimer leiden, maar wel de kans op alzheimer vergroten of juist verkleinen. (familiar) 

Slide 11 - Slide

Vroege fase
In het begin van de ziekte van Alzheimer ziet men heel kleine veranderingen in het gedrag of de capaciteiten van de persoon. dingen vergeten valt vaak als eerste op.
Symptomen: 
recente gesprekken of gebeurtenissen vergeten;
 trager begrijpen;
de draad van een verhaal verliezen;
verward zijn;
minder vloeiend spreken;
het moeilijk vinden om beslissingen te nemen;
zijn interesse in andere mensen en activiteiten verliezen

Slide 12 - Slide

Tweede fase
In de tweede fase of middenfase van alzheimer wordt het steeds duidelijker dat iemand ziek is. Iemand heeft steeds meer hulp nodig bij dagelijkse handelingen, zoals eten, wassen en aankleden. Ook zal hij of zij steeds meer vergeten, dingen herhalen en moeite krijgen om mensen te herkennen.
Symptomen: 
sneller overstuur, boos, agressief of achterdochtig worden.
Last krijgen van desoriëntatie in plaats/tijd/persoon.
een verstoord slaap-waakritme krijgen 
zichzelf of anderen in gevaar brengen door vergeetachtigheid. 
Ander gedrag vertonen, soms ongepast of ontremd
  hallucinaties 

Slide 13 - Slide

derde of wel laatste fase
In de derde en laatste fase van alzheimer heeft iemand steeds meer hulp van anderen nodig. Het geheugenverlies is groot. De persoon herkent bekende voorwerpen, mensen of plekken niet  
Symptomen:
moeite krijgen met kauwen en met slikken.
veel afvallen, ondanks te veel eten.
incontinent worden. 
problemen krijgen met taal en spraak. Iemand kan soms woorden herhalen of van tijd tot tijd schreeuwen.
er kan onrust ontstaan
verdrietig of agressief zijn, vooral als ze zich bedreigd voelen.
Het begrip verdwijnt en de persoon heeft geen ziektebesef en ziekte inzicht

Slide 14 - Slide

Hoe lang is de gemiddelde levensverwachting na diagnose van de ziekte van alzheimer?

Slide 15 - Open question

behandeling ziekte van Alzheimer
medicatie om de ziekte mogelijk te vertragen.

Welke kennen jullie?

Slide 16 - Slide

kenmerkend
ik mankeer niks...........

Slide 17 - Slide

tips voor mantelzorgers
bezoek het alzheimer cafe
zoek lotgenoten contact.
Vraag om een casemanager wanneer iemand nog thuis woont
Vraag om psycho educatie

Slide 18 - Slide

leestips 

Slide 19 - Slide

Vragen?

Slide 20 - Slide

korte opdracht
Ga in 2 tallen eens aan de slag met de educatie kaarten.
probeer wat uit, wat zou bruikbaar zijn wat niet.
minuut of 10.

Slide 21 - Slide

Energizer.

Slide 22 - Slide

In de moderne dementiezorg is het belangrijk om niet meteen zelf alle zorg over te nemen. De Schijf van Vijf helpt zorgverleners om anders te kijken naar de verdeling van zorg en ondersteuning. Er wordt gekeken wie welke rol kan hebben in de zorg voor de bewoner met dementie.

De Schijf van Vijf bestaat uit de volgende ringen:

De bewoner zelf: Wat kan de bewoner nog zelf doen?
Met hulpmiddelen: Wat kan de bewoner met ondersteuning of hulpmiddelen nog zelf?
Mantelzorgers: Wat kunnen naasten zoals partner, kinderen of buren doen?
Sociaal netwerk: Wat kunnen anderen uit de omgeving betekenen (bijv. vrijwilligers, kennissen)?
Professionals: Wat is echt nodig van zorgverleners?

Slide 23 - Slide

opdracht 40 minuten 
🟡 Opdracht 1: Wat kan de bewoner zelf nog doen?
→ Schijf 1 en 2

Noem één voorbeeld van een dagelijkse handeling die een bewoner met dementie zelf kan uitvoeren.
Hoe kun jij deze handeling ondersteunen zonder het over te nemen? welke hulpmiddelen zet je in?
Wat levert dat op voor de bewoner?

🟠 Opdracht 2: Wat kunnen naasten doen?
→ Schijf 3 (mantelzorger) en 4 (sociaal netwerk)

Noem een voorbeeld van iets wat de mantelzorger of familie goed kan blijven doen.
Wat zou een vrijwilliger of buurvrouw kunnen betekenen?
Hoe kun jij als zorgverlener hier ruimte voor geven of stimuleren? Hoe pak je dat aan, waar zit verbetering?

Slide 24 - Slide

Vervolg opdracht 
🔵 Opdracht 3: Wanneer moet jij als zorgverlener iets doen?
→ Schijf 5

Noem een situatie waarin alleen de professional het echt moet doen.
Leg uit waarom dat zo is.
Hoe kun je dit goed afstemmen met de rest van de schijf?

🟢 Opdracht 4: Reflectievraag (kort bespreken + noteren)
Wat vind jij het lastigste aan deze manier van werken (niet alles zelf doen)?
Wat vind je er juist krachtig of positief aan?

Zorg dat je op alle vragen voorbeelden kunt geven en kunt terugkoppelen naar de groep toe.
We bespreken dit gezamenlijk.

Slide 25 - Slide

pauze

Slide 26 - Slide

persoonsgericht werken
samen het document achter de inlog doornemen

Slide 27 - Slide

afronding van de dag/vragen?

Slide 28 - Slide

pauze.

Slide 29 - Slide