This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Waarom stemmen?
Verkiezingen
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je kunt aangeven waar je als Nederlandse burger je stem voor mag uitbrengen.
Je kunt belangrijke redenen noemen om te stemmen.
Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is dat veel mensen in Nederland naar de stembus gaan.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Als ik vanaf mijn 16e mocht gaan stemmen, dan zou ik dat doen!
1. Bedenk zowel twee voor- als tegenargumenten voor de stelling
2. Wat is jouw persoonlijke mening hierover?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Stelling
Als je niet stemt, mag je ook niet zeuren.
Slide 8 - Slide
Als je niet stemt, mag je ook niet zeuren.
Eens
Oneens
Geen mening
Anders
Slide 9 - Poll
Zwevende kiezer
= kiezers die hun keuze voor een partij laten afhangen van het moment en vooral van de persoonlijkheid van partijleiders.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Mediacratie
= het land wordt geregeerd door degenen die de macht hebben om via de media de publieke opinie te beïnvloeden.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Stelling
Doordat politici in verkiezingstijd steeds meer mediaoptredens doen, gaat het in de politiek steeds meer om imago en uitstraling en steeds minder om inhoud.
Slide 15 - Slide
Doordat politici in verkiezingstijd steeds meer mediaoptredens doen, gaat het in de politiek steeds meer om imago en uitstraling en steeds minder om inhoud.
Eens
Oneens
Geen mening
Anders
Slide 16 - Poll
Slide 17 - Video
Vanaf welke leeftijd heb je stemrecht?
A
16
B
21
C
24
D
18
Slide 18 - Quiz
Wie worden er gekozen tijdens de verkiezingen?
A
De wethouders
B
De mensen in de Tweede kamer
C
De burgemeester
D
De ministers
Slide 19 - Quiz
Waar kiest men voor met de landelijke verkiezingen?
A
De gemeenteraad
B
De Eerste Kamer
C
De Tweede Kamer
D
De ministers
Slide 20 - Quiz
Hoe stem je?
A
Door een Whatsapp bericht te sturen met jouw mening.
B
Door naar een stembureau te gaan en daar met een rood potlood een vakje aan te kruizen.
C
Door je mening te geven op Sociale Media
D
Door op een minister te stemmen
Slide 21 - Quiz
Tijdens de verkiezingen kun je stemmen op?
A
Een politieke partij
B
Een nieuw kabinet
C
Een minister
D
Een burgemeester
Slide 22 - Quiz
Welke verkiezingen zijn er in Nederland?
Slide 23 - Open question
Wat is een zwevende kiezer?
Slide 24 - Open question
Ga jij stemmen als je 18 bent?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik nog niet
Slide 25 - Quiz
Benoem waarom jij wel / niet gaat stemmen als je 18 bent.
Slide 26 - Open question
Wat heb je geleerd tijdens deze les? Noem minimaal twee voorbeelden.