This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Pak je boek, schrift, wisbordje en etui.
Statopdracht
Maak de startopdracht in je schrift. Werk in stilte.
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Vandaag
Uitleg sparen
Toepassen
Uitleg enkelvoudige rente
Pauze
Uitleg samengestelde rente
Toepassen
Schoolwerk
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Ik kan uitleggen dat sparen het overhevelen van koopkracht in de tijd is.
Ik kan de drie spaarmotieven noemen en herkennen.
Ik kan het verschil uitleggen tussen een vrij opneembare spaarrekening en een spaardeposito.
Ik kan rente voor een aantal dagen, maanden of jaren berekenen met enkelvoudige rente.
Slide 3 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 4 - Slide
Noem twee redenen om te sparen.
Slide 5 - Open question
Maak aantekeningen
Slide 6 - Slide
Sparen
Deel van je inkomen niet uitgeven.
Slide 7 - Slide
Internetspaarrekening
Vrij opneembaar
Variabele rente
Slide 8 - Slide
Spaardeposito
Voor afgesproken tijd vast.
Vaste rente
Je zet je spaargeld voor een afgesproken tijd ‘vast’.
De bank heeft langer de beschikking over het spaargeld. Hierdoor hogere rente.
Slide 9 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 10 - Slide
Maak van onderstaande zinnen een economisch juiste tekst door de juiste woorden te kiezen.
Sara spaart voor een nieuwe telefoon. Om te kunnen sparen, moet Sara de komende tijd haar inkomen …(1)… (volledig / niet volledig) uitgeven. Het spaarmotief voor Sara is sparen …(2)… (uit voorzorg / voor een doel). Sara zet het gespaarde bedrag op een spaarrekening. Hiervoor …(3)… (betaalt ze aan / ontvangt ze van) de bank rente.
Maak van onderstaande zinnen een economisch juiste tekst door de juiste woorden te kiezen.
Sara spaart voor een nieuwe telefoon. Om te kunnen sparen, moet Sara de komende tijd haar inkomen …(1)… (volledig / niet volledig) uitgeven. Het spaarmotief voor Sara is sparen …(2)… (uit voorzorg / voor een doel). Sara zet het gespaarde bedrag op een spaarrekening. Hiervoor …(3)… (betaalt ze aan / ontvangt ze van) de bank rente.
Slide 11 - Slide
Noem een reden waarom banken een hoger rentepercentage rekenen bij deposito sparen in vergelijking met sparen zonder voorwaarden.
Slide 12 - Open question
Toepassen
Maken: 3.2 opdracht 2 t/m 6 op blz. 74-75
Leren: vul de samenvatting in op blz. 86
Klaar? Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten.
timer
10:00
Slide 13 - Slide
Maak aantekeningen
Slide 14 - Slide
Interest (rente)
Vergoeding voor het uitlenen van geld.
Slide 15 - Slide
Enkelvoudige interest
Interest over de beginwaarde van het spaargeld.
Slide 16 - Slide
Enkelvoudige interest
Bereken de interest die je ontvangt na vier jaar.
Bereken de interest die je ontvangt na 7 maanden.
Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%
Slide 17 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 18 - Slide
Noem een reden waarom banken een hoger rentepercentage rekenen bij deposito sparen in vergelijking met sparen zonder voorwaarden.
Slide 19 - Open question
Marieke zet € 800 op een internetspaarrekening. Zij ontvangt 0,6% interest. Bereken hoeveel interest Marieke ontvangt na 4 maanden.
Slide 20 - Open question
Ruben zet € 4.000 op een spaardeposito van twee jaar. Hij ontvangt 1,4% interest. Bereken hoeveel interest Ruben over de hele looptijd ontvangt.
Slide 21 - Open question
Pauze
Blijf op je plek.
Maak een puzzel of doe even lekker niks.
timer
5:00
Slide 22 - Slide
Maak aantekeningen
Slide 23 - Slide
Samengestelde interest
Rente op rente.
Interest over de beginwaarde van het spaargeld en opgebouwde rente.
Slide 24 - Slide
Samengestelde interest
Bereken de interest die je ontvangt na drie jaar.
Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%
Slide 25 - Slide
Samengestelde interest
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Beginwaarde
€ 1.200
1,2%
Eindwaarde
€ 14,75
€ 1.243,72
€ 14,40
€ 1.214,40
€ 14,57
€ 1.228,97
Slide 26 - Slide
Samengestelde interest
Eindwaarde = beginbedrag × groeifactoraantal perioden
Slide 27 - Slide
Samengestelde interest
Eindwaarde = beginbedrag × groeifactoraantal perioden
Groeifactor = 1 + (interestpercentage ÷ 100)
Groeifactor = (1 + i)
Slide 28 - Slide
Samengestelde interest
Bereken de rente die je ontvangt na drie jaar.
Interest: 1,2 ÷ 100 = 0,012
Groeifactor: 1 + 0,012 = 1,012
Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%
Slide 29 - Slide
Samengestelde interest
Bereken de rente die je ontvangt na drie jaar.
Eindwaarde = beginbedrag × (1 + i)aantal perioden
€ 1.200 × 1,0123 = € 1.243,72
Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%
Slide 30 - Slide
Samengestelde interest
Bereken de rente die je ontvangt na drie jaar.
€ 1.200 × 1,0123 = € 1.243,72
Rentebedrag: € 1.243,72 – € 1.200 = € 43,72
Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%
Slide 31 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 32 - Slide
Je ontvangt 2,4% rente. Wat is de groeifactor?
Slide 33 - Open question
Dirk heeft € 370 op zijn spaarrekening. Hij ontvangt 0,7% rente per jaar. Hij neemt drie jaar niets op en voegt niets toe aan zijn spaarrekening. Bereken de rente die Dirk na drie jaar heeft opgebouwd op zijn spaarrekening.
Slide 34 - Open question
Robina heeft € 1.890 op haar spaarrekening. Zij ontvangt 0,6% rente per jaar. Zij neemt drie jaar niets op en voegt niets toe aan haar spaarrekening. Bereken de rente die Robina na drie jaar heeft opgebouwd op haar spaarrekening.
Slide 35 - Open question
Toepassen
Maken: 3.2 opdracht 2 t/m 13 op blz. 74-77
Leren: vul de samenvatting in op blz. 86
Klaar? Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten.