Argumentatieschema's en Drogredenen 5-havo

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).



1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).



Slide 1 - Slide

Onderschikkende argumentatie
Ketenargumentatie

Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).




Slide 2 - Slide

Nevenschikkende argumentatie
Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.




Slide 3 - Slide

Nevenschikkende argumentatie
Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. Alleen in combinatie hebben ze kracht.




Slide 4 - Slide

Overhaaste generalisatie

Op basis van één of enkele gevallen wordt een conclusie getrokken voor de hele groep.


Ik ben drie dagen in Londen geweest. Het regent daar altijd.

Slide 5 - Slide

Persoonlijke aanval

De persoon wordt aangevallen in plaats van het standpunt.


Geert Wilders: 'Doe eens normaal, man!'


Wat weet jij nu van gezondheid? Je weegt zelf 105 kilo!


Slide 6 - Slide

Ontduiken van de bewijslast

Iemand beweert iets om vervolgens de andere partij 'bewijs' van het tegendeel te vragen


'Bewijs dan maar eens dat het niet waar is!'


Die vaccinatie tegen baarmoederhalskanker is natuurlijk volslagen onnodig. Laten ze eerst maar eens aantonen dat het vaccin echt op grote schaal werkt.

Slide 7 - Slide

Vertekenen van het standpunt

Hierbij wordt de andere partij woorden in de mond gelegd.


- "En daarom vind ik abortus in sommige gevallen een goede zaak."

- "U zei zojuist dat u moord op ongeboren kinderen goedkeurt, bent u daarmee zelf niet medeplichtig aan massamoord?



Slide 8 - Slide

Bespelen van het publiek

De spreker doet een beroep op de emoties van de luisteraar; het wordt moeilijk om ertegenin te gaan.


Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wilt wonen!


De minister over het sluiten van de kolencentrales: 'Hoe moeten we dan de industrie aan de gang houden en de huizen warm houden?'


Slide 9 - Slide

Onjuist beroep op autoriteit

Soms is een autoriteit onbetrouwbaar, omdat hij geen autoriteit is of omdat hij belangen bij de zaak heeft.


De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt. Dat vond premier Rutte ook.

Slide 10 - Slide

antwoorden opdr. 11
1. overhaaste generalisatie       8. vertekenen standpunt
2. bespelen van publiek              9. overhaaste generalisatie
3. cirkelredenering                       10. onjuist beroep op autoriteit
4. vertekenen standpunt
5. persoonlijke aanval
6. ontduiken bewijslast
7. overhaaste generalisatie

Slide 11 - Slide