NN C7 §10 en §11 herhaling

§10 en §11 herhaling
Nieuw Nederlands

2 vmbo-t/havo
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§10 en §11 herhaling
Nieuw Nederlands

2 vmbo-t/havo

Slide 1 - Slide


Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels.
B
Volgens de Engelse spellingsregels.
C
Volgens aparte spellingsregels.
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.

Slide 2 - Quiz

Engelse werkwoorden

Zij (lunchen-vt)
A
lunchte.
B
lunchde.
C
lunchtte.
D
lunchdde.

Slide 3 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (daten-vt)
A
deette.
B
date.
C
datede.
D
datete.

Slide 4 - Quiz

Engelse werkwoorden
Ik heb (paintballen)
A
gepaintbald.
B
gepaintballd.
C
gepaintballt.
D
gepaintbalt.

Slide 5 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte.
B
racette.
C
racde.
D
racete.

Slide 6 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (managen-vt)
A
managede.
B
managete.
C
managde.
D
managte.

Slide 7 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde.
B
barbecuede.
C
barbecuete.
D
barbecuette.

Slide 8 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald.
B
gevolleyballd.

Slide 9 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij ... (timen - vt).
A
Hij timde.
B
Hij timdde.
C
Hij timete.
D
Hij timede.

Slide 10 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij ...(rugbyen - vt).
A
Hij rugbyte.
B
Hij rugbyde.
C
Hij rugbyente.
D
Hij rugbyende.

Slide 11 - Quiz

§11 herhaling
Voltooid deelwoord

Slide 12 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 13 - Quiz

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
Gelopen
B
Verzorgd
C
Gewerkt
D
Worden

Slide 14 - Quiz

Een voltooid deelwoord:
A
is sowieso verleden tijd
B
dan is de pv altijd een vorm van 'zijn, worden of hebben'
C
antwoord A, B en D
D
kan eindigen op een 't', een 'd' en 'en'

Slide 15 - Quiz

Voltooid deelwoord
A
Hij heeft gestund
B
Hij heeft gestundt
C
Hij heeft gestunt
D
Hij heeft gestuntt

Slide 16 - Quiz

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten

Slide 17 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 18 - Open question

Schrijf het voltooid deelwoord op de goede manier:
Heb je nu het voltooid deelwoord............... (snappen)?

Slide 19 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 20 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van doen?

Slide 21 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 22 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 23 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 24 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 25 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 26 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 27 - Open question

Aan de slag!
Je maakt:
§10 en §11 (cursus 7) helemaal af!

Klaar?
1. Aan docent laten zien;
2. Nakijken!

Slide 28 - Slide