H15 personeelsbeleid

De arbeidsovereenkomst
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavo, vwoLeerroute VLeerroute HLeerroute 4Leerjaar 4-6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De arbeidsovereenkomst

Slide 1 - Slide

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een afspraak tussen werkgever en werkgever
B
Opzegtermijn
C
Proeftijd
D
Een afspraak tussen werknemer en werkgever

Slide 2 - Quiz

Een individuele arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen
A
vakbond en werkgever
B
vakbond en de regering
C
vakbond en de werknemer
D
werkgever en werknemer

Slide 3 - Quiz

Wat staat er NIET in de individuele arbeidsovereenkomst?
A
Salaris
B
Minimumloon
C
Aantal vakantiedagen
D
Wat voor werk je doet

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen
A
vakbond en werkgevers
B
vakbond en de regering
C
vakbond en de werknemer
D
werkgever en werknemer

Slide 6 - Quiz

CAO is een arbeidsovereenkomst voor een:
A
hele groep werknemers in een bepaalde bedrijfstak
B
één werknemer
C
één werkgever
D
hele groep werkgevers in een bepaalde bedrijfstak

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Yasmine heeft een arbeidsovereenkomst getekend bij BV Sneek voor 9 maanden
Dit is een voorbeeld van arbeidsovereenkomst :
A
onbepaalde tijd
B
bepaalde tijd
C
projecttijd
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quiz

Willem is supermarktmanager en werkt met oproepcontracten. Hij belt Yasmine en geeft aan dat hij haar zaterdag van 10 tot 14 uur verwacht in zijn winkel.
A
Yasmine moet komen werken, want ze is opgeroepen
B
Yasmine kan komen werken, maar kan afzeggen

Slide 10 - Quiz

Aan de slag

Lees en maak opgave Bar Bonnie en Zorgverzekeraars

Klaar? Mag je iets voor jezelf doen
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Als je onterecht ontslagen wordt kun je:
A
Naar de rechter gaan
B
Naar de vakbond gaan
C
Je kan niks doen

Slide 13 - Quiz

Ontslag op staande voet. Welke zin is juist?

1. Als je zelf ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag op staande voet heb je recht op een uitkering.
3. Roberto zegt tegen zijn baas dat hij meer wil verdienen. Zijn baas mag hem dan op staande voet ontslaan.
4. Bij ontslag op staande voet moet een baas zich houden aan de opzegtermijn.
A
1 is juist.
B
2 is juist.
C
3 is juist.
D
Geen enkele zin is juist.

Slide 14 - Quiz

Wat houdt de transitievergoeding in?
A
Alle werknemers hebben (na een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar), waarnaar ontslag volgt, recht op transitievergoeding.
B
Transitievergoeding geldt alleen voor medewerkers met contracten voor onbepaalde tijd.
C
De transitievergoeding is een vergoeding na ontslag die zowel voor werknemers als zelfstandig ondernemers geldt.
D
Alle medewerkers die een tijdelijk contract hebben dat niet verlengd wordt, hebben recht op een transitievergoeding.

Slide 15 - Quiz

Wanneer mag je een werknemer niet ontslaan?

Slide 16 - Slide

Wanneer mag je een werknemer wel ontslaan?

Slide 17 - Slide

Bevoegdheden ondernemingsraad

Slide 18 - Slide

Bevoegheden/taken vakbond

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Aan de slag met...
15.1, 15.5, 15.6, 15.9 en 15.11

Slide 21 - Slide