Theme 2: Telling the time (klokkijken)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Telling time

Aan het einde van deze les kan je klokkijken in het Engels! 

Handige woordjes

Deze woorden heb je nodig bij het klokkijken in het Engels! 

Past = over/na

To = voor

A quarter = kwart(ier)

Half = Half

Hoe zeggen ze 'over' in het Engels?

Hoe zeggen ze 'voor' in het Engels?

Hoe zeg je 'een kwartier' in het Engels?

Hele uren

1. Two o'clock
2. Two hour

1. Three hour
2. Three o'clock
3. Three'oclock
4. A three o'clock

Halve uren

1. It's half past four
2. It's half past five

What time is it?
14:30

1. It's half past two
2. It's half past three

Kwart over/voor

1. It's a quarter to two.
2. It's a quarter past two.

What time is it?
8:15

1. It's a quarter to eight.
2. It's a quarter past eight.

En wat zit er dan nog tussen? (1)

En wat zit er dan nog tussen? (1)

What time is it?

1. Ten past half nine
2. Twenty past nine
3. Twenty to nine

What time is it?
12:10

1. It's ten past twelve
2. It's ten to twelve

What time is it?
9:00

What time is it?
15:45

What time is it?
15:45

Ik snap nu hoe ik moet klok kijken

1. Ja, vet makkelijk
2. Ja, met aantekeningen moet het lukken
3. Nee, ik twijfel vaak
4. Nee, ik snap er geen snars van

Nog meer uitleg/oefenen?

⏰ Klik hier voor extra uitleg.

Klik hier voor extra oefeningen.

Ga daarna verder met je huiswerk.