Zuivelproducten

Zuivelproducten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
warenkennisMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zuivelproducten

Slide 1 - Slide

Wat is Zuivel? 
Zuivel is een andere naam voor dierlijke melk. Vaak als we over melk spreken hebben we het over koemelk. Wanneer dit van een ander dier komt staat dit altijd voor het woord melk. Bijvoorbeeld geitenmelk. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is noodzakelijk voor de koe om melk te gaan produceren?
A
Moet twee jaar oud zijn
B
Moet een kalfje hebben gekregen
C
Moet zowel buiten als binnen op stal staan
D
Moet minimaal 80 liter water drinken

Slide 4 - Quiz

Hoeveel gras moet een koe eten per dag?

Slide 5 - Open question

Hoeveel melk produceert een koe per dag?

Slide 6 - Open question

samenstelling van melk
89.5 % water
4.8 % koolhydraten (lactose)
3.5 % eiwit
1.5 % vet
0.4 % mineralen
0.3 % ADEK, B1, B2, B6, B12

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Productieprocessen van melk
1) Standaardiseren: eerst wordt al het vet uit de melk gehaald om het daarna weer in juiste percentage toe te voegen.
 2)Homogeniseren: alle vetbolletjes worden gelijkmatig door melk verdeeld, waardoor vet niet meer boven komt drijven.

Slide 9 - Slide

Langer houdbaar maken van melk
1) Pasteuriseren: 72 graden
2) Steriliseren: 110 graden
3) UHT sterilisatie: 140 graden
4) Condenseren
5) Drogen

Slide 10 - Slide

Melk van andere dieren:
1) Geitenmelk
2) Schapenmelk

Schrijf in je aantekeningen vanuit je boek wat de verschillen zijn tussen koeien-, geiten en schapenmelk

Slide 11 - Slide

Waar kun je niet tegen als je lactose intolerant bent?
A
melkzuur
B
melkeiwit
C
melksuiker
D
melkvet

Slide 12 - Quiz

Welk product ontstaat bij het maken van roomboter
A
karnemelk
B
melkpoeder
C
gecondenseerde melk
D
koffiemelk

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Hoe heet het melkproduct waar het watergehalte wordt gehalveerd en er suiker wordt toegevoegd

Slide 15 - Open question

Noem twee verschillen tussen crème fraîche en zure room?

Slide 16 - Open question

Hoeveel procent vet zit er in roomboter?
A
50 %
B
60%
C
70%
D
80%

Slide 17 - Quiz

Tekst
3,5 %
1,5 %
Minder dan 1 %

Slide 18 - Drag question

Waarvoor is het percentage vet in slagroom belangrijk?
A
Om meer smaak te geven
B
Om het op te kunnen kloppen
C
Om het langer houdbaar te maken
D
Om het de juiste dikte te geven

Slide 19 - Quiz

Wat heeft melk met kaas te maken?

Slide 20 - Mind map