Making questions
In de present simple begint een vraag vaak met do of does.
Na do of does volgt altijd het hele werkwoord. Let op: je zet er dus géén -s achter bij he, she en it!
Denk ook aan het vraagteken aan het eind van de zin.
They live in Canada.
-> Do they live in Canada?
A lion eats meat.
- > Does a lion eat meat?
He likes pizza.
-> Does he like pizza?