6.2 - Sociale zekerheid

6.2 Sociale zekerheid
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.2 Sociale zekerheid

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Economie
Leerdoelen: 
  1. Wat het sociaal minimum is
  2. Waarom er sociale zekerheid er is
  3. Wat sociale verzekeringen zijn
  4. Wat sociale voorzieningen zijn

Slide 3 - Slide

Sociale zekerheid
Iedereen is zelf verantwoordelijk voor het verdienen van zijn inkomen. Maar wat als dat niet mogelijk is? Of gewoonweg niet lukt? Dan kun je een uitkering krijgen. Alles wat de overheid doet om te zorgen dat jij in je levensbehoeften (eten, onderdak) kunt voorzien, is geregeld in de sociale zekerheid.

In Nederland bestaat de sociale zekerheid uit twee onderdelen, namelijk:
  1. sociale verzekeringen
  2. sociale voorzieningen

Slide 4 - Slide

Sociale verzekeringen
Sociale verzekeringen delen we ook op in twee groepen, namelijk:

  1. Werknemersverzekeringen
  2. Volksverzekeringen

Werknemersverzekeringen zijn bedoeld voor alle werknemers in Nederland. 

Alleen mensen die werken of hebben gewerkt, kunnen hier recht op hebben. Denk aan de WW-uitkering (werkloosheidswet). Je hebt alleen recht op een WW-uitkering als je gewerkt hebt. Mensen die nooit gewerkt hebben, hebben dus ook geen recht op een WW-uitkering.

Slide 5 - Slide

Sociale verzekeringen
Sociale verzekeringen delen we ook op in twee groepen, namelijk:

  1. Werknemersverzekeringen
  2. Volksverzekeringen

Volksverzekeringen zijn bedoeld voor alle Nederlanders

Bijvoorbeeld: Iedereen in Nederland heeft recht op een AOW-uitkering (Algemene Ouderdomswet) als hij/zij de pensioensgerechtigde leeftijd bereikt. Dus ook als je nog nooit gewerkt hebt. 

Belangrijk: De werknemers- en volksverzekeringen worden betaald door de mensen die werken. Mensen die werken betalen namelijk naast belasting óók premies over hun brutoloon. Deze premies worden gebruikt om de sociale verzekeringen van te betalen.

Slide 6 - Slide

1. Wat wordt er bedoeld met de sociale zekerheid?

Slide 7 - Open question

2. Noem een voorbeeld van een uitkering die jij kent.

Slide 8 - Open question

3. De premies voor de sociale verzekeringen worden betaald door?
A
de overheid
B
alle werklozen
C
alle mensen met een inkomen
D
iedereen in Nederland

Slide 9 - Quiz

4. In welke twee groepen kun je de sociale verzekeringen verdelen?

Slide 10 - Open question

5. Waar staat de afkorting AOW-uitkering voor?

Slide 11 - Open question

6. Gebruik de tabel aan de rechterzijde. Meneer en mevrouw Drees
hebben allebei recht op een AOW-uitkering.

Welk bedrag ontvangen zij in totaal per maand aan AOW?

Slide 12 - Open question

7. Leg uit waarom een echtpaar volgens jou niet twee keer zo veel AOW ontvangt als een alleenstaande.

Slide 13 - Open question

8. De overheid heeft de AOW-leeftijd verhoogd. Hierdoor wordt het aantal mensen dat recht heeft op een AOW-uitkering...
A
groter
B
kleiner

Slide 14 - Quiz

9. Vanaf 2021 kan de AOW-leeftijd nog verder omhoog gaan. De overheid kijkt hoe oud mensen in Nederland gemiddeld worden. Wat zal de overheid met de AOW-leeftijd doen, als blijkt dat mensen steeds ouder worden.

Slide 15 - Open question

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Een andere werknemersverzekering is de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Er wordt met de WIA niet gekeken naar wat arbeidsongeschikten niet meer kunnen, maar naar wat de arbeidsongeschikten nog wel kunnen doen.

Op deze manier wil de overheid het aantal arbeidsongeschikten met een uitkering verminderen.

Slide 16 - Slide

10. Hoe wil de overheid het aantal arbeidsongeschikten met een uitkering verminderen?

Slide 17 - Open question

Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen zijn uitkeringen die de overheid betaalt met belastinggeld, zoals de BTW die ze ontvangen.

Voorbeelden van sociale voorzieningen zijn:
  1. de kinderbijslag
  2. de bijstand
  3. de huurtoeslag
  4. de zorgtoeslag

Iedereen in Nederland kan recht hebben op deze sociale voorzieningen. Er zitten wel regels aan gebonden wanneer je er wel / niet recht op hebt. Zo krijg je alleen huurtoeslag als je een huis huurt en je inkomen niet te hoog is.



Slide 18 - Slide

Sociale verzekeringen
In de onderstaande afbeelding zie je samengevat hoe onze sociale zekerheid er uitziet:
Mensen die werken dragen premies af over hun loon. Met deze premies betaalt de overheid de werknemersverzekeringen.
Alleen mensen die werken hebben recht op deze verzekeringen. Denk aan de WW-uitkering.
Iedereen in Nederland heeft recht op deze type verzekeringen. Denk aan de AOW-uitkeringen. Deze uitkering ontvangt iedereen die pensioensgerechtigd is.
Wordt betaalt met belastinggeld, zoals de BTW.

Slide 19 - Slide

11. Ook jij betaalt mee aan sociale voorzieningen in Nederland. Leg uit op welke manier.

Slide 20 - Open question

12. Noem twee voorbeelden van sociale voorzieningen.

Slide 21 - Open question

13. Noem ook twee voorbeelden van toeslagen die je krijgt als je onvoldoende inkomen hebt.

Slide 22 - Open question

14. Bekijk de informatiebron aan de rechterzijde.

Johan is alleenstaand. Hij verdient € 615 per maand als parttime
magazijnmedewerker. Bereken hoeveel euro bijstandsuitkering Johan per maand
ontvangt.

Slide 23 - Open question

De WW-uitkering
Raak jij je baan kwijt? Dan heb je misschien recht op een WW-uitkering. De overheid betaalt dan tijdelijk een deel van jou salaris door. Zo kom jij niet ineens zonder inkomen te zitten. 

Maar je hebt niet zomaar recht op een WW-uitkering. Zo moet jouw ontslag niet je eigen schuld zijn. Je mag dus niet zelf ontslag nemen, of ontslag hebben gekregen omdat je iets deed wat niet hoorde. Dit laatste wordt vaak ontslag genoemd.

Ook moet je wel actief op zoek zijn naar nieuw werk. De overheid wil namelijk dat je zo snel mogelijk weer aan het werk bent. Elke maand dat jij namelijk niet werkt, kost de overheid dan geld.

Slide 24 - Slide

Verzorgingsstaat
De overheid stelt een bedrag vast dat je minimaal nodig hebt om te overleven. Dit noemen we het sociaal minimum. Voor alleenstaande volwassene van 18 jaar bedraagt dit ongeveer € 545 per maand. Wie geen of te weinig inkomen heeft, ontvangt een bijstandsuitkering en eventueel toeslagen.

Een land als Nederland dat veel geld uitgeeft aan uitkeringen, woningbouw en onderwijs noem je een verzorgingstaat.

Slide 25 - Slide

15. Welk antwoord is juist?

Je hebt geen recht op een WW-uitkering als...
A
je zelf ontslag neemt
B
je baas je ontslaat als er te weinig werk voor je is

Slide 26 - Quiz

16. Als je een WW-uitkering hebt, moet je wel actief op zoek naar werk. Leg uit waarom de overheid dat belangrijk vindt.

Slide 27 - Open question

Maken 6.2 
Maak opdracht 1 t/m 12 van bladzijde 164 t/m 167.



Slide 28 - Slide