2 (t)vwo 2025

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

2 (t)vwo 2025

Wat is geen voorbeeld van een bijzaak?

1. een naam
2. anekdote
3. toelichting
4. vergelijking 

Wat is de correcte volgorde (volgens meneer Rosenboom) waarin je ww. moet categoriseren?

1. ww, hww, kww.
2. ww, kww, hww.
3. kww, hww, zww
4. kww, zww, hww

Met welke stap moet je beginnen als je ww. in samengestelde zinnen wil ontleden?

1. Stel van elke enkelvoudige zin het gezegde vast: werkwoordelijk gezegde (wg) of naamwoordelijk gezegde (ng).
2. Categoriseer elk ww.
3. Splits de samengestelde zin in enkelvoudige zinnen.
4. Geen van de hierboven gegeven opties.

Welk woord is geen betrekkelijk voornaamwoord?

1. Wie
2. datgene
3. wat
4. waar

Naar wat voor soort woorden verwijst die?

1. de-woorden
2. e-woorden en het-woorden
3. het-woorden
4. het verwijst nergens naar

Wat is geen voorbeeld van een verwijswoord?

1. hem
2. haar
3. deze
4. niemand

Wat is een voorbeeld van een bn (bijvoegelijk naamwoord) gemaakt van vd (voltooid deelwoord)?

1. de spelende kinderen
2. de wandelende hond
3. de gespeelde wedstrijd
4. dat bestaat niet

Hoe moet je bij vd bepalen of het eindigt op d of t?

1. de verlengingsregel
2. je moet het gewoon horen
3. 't ex kofschip
4. geen van de bovenstaande opties   

Hoe heet de zin waar de hoofdzaak in staat?

1. voorkeurszin
2. hoofdzaak
3. kenrzin
4. hoofdzin

Hoe kun je stapsgewijs een tekst lezen? (indien dit nodig is)

1. precies lezen, oriënterend lezen, globaal lezen
2. globaal lezen, oriënterend lezen, precies lezen
3. oriënterend lezen, precies lezen, globaal lezen
4. oriënterend lezen, globaal lezen, precies lezen