Meervoud van zelfstandige naamwoorden.
De meeste zelfstandige naamwoorden zet je in het meervoud door er -(e)n, -s of -eren achter te zetten. Vaak kun je het meervoud gewoon opschrijven zoals je het hoort.
Sommige zelfstandige naamwoorden hebben een bijzondere meervoudsvorm. Pak je lesboek (blz 139 Op Niveau) en kijk naar het overzicht van de woorden met hun spellingsregel.
Als je twijfelt kun je in een woordenboek opzoeken wat de juiste meervoudsvorm is.