mask kb h8 europese unie

Nederland en Europa
8.1: 
  • Hoe is de EU onstaan?
  • wat is het doel van de EU?
  • Op welke gebieden wordt er tegenwoordig samengewerkt?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Nederland en Europa
8.1: 
  • Hoe is de EU onstaan?
  • wat is het doel van de EU?
  • Op welke gebieden wordt er tegenwoordig samengewerkt?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

slides 8.1
- Ontstaan EU

(site Wessel Peeters)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

maken 8.1
opdracht 1,2,3,4,13,14,16

Slide 6 - Slide

slides 8.2
- invloed van de EU
- Kritiek op de EU

Slide 7 - Slide

INVLOED EU sociaal-economisch
Europese wetten gaan voor Nederlandse wetten!
  1. euro
  2. rechten consument
  3. gezondheids- / veiligheidseisen
  4. gelijke rechten
  5. milieu
  6. verbod dierproeven
  7. mobiel bellen goedkoper

Slide 8 - Slide

INVLOED EU sociaal-cultureel
  1.  Mensenrechten, rechtsstaat
  2. Europees burgerschap (wonen, werken, reizen binnen EU)
  3. stimuleren buitenlandse studie/stage
  4. Zorgen voor internationale stabiliteit, veiligheid

Slide 9 - Slide

kritiek EU
  • We beslissen zo minder als eigen land
  • Mensen uit Oost Europa mogen nu ook hier komen werken en pikken onze banen in.
  • Het duurt eeuwen voor iets besloten is.
  • We moeten veel betalen aan de EU en krijgen minder terug.
  • Er is weinig democratische controle door de burgers omdat de raad van ministers ook overal over moet stemmen
  • Er komen steeds meer landen bij waardoor Nederland steeds minder te zeggen krijgt.

Slide 10 - Slide

maken:
opdracht:
5,6,7,8,17,21

Slide 11 - Slide

8.3 Het bestuur van de EU
  • Hoe wordt Europa bestuurd?
  • Wat doet:
de Europese Commissie, 
het Europees Parlement, 
De Raad van ministers (raad van de EU), 
de Europes Raad en het Hof van Justitie?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Maken:
Opdracht: 9/10/11/12/15/19/20/21

Alles afmaken wat nog af moet
begrippen/samenvatting
Maken examenvragen blz 98/99

Slide 14 - Slide

begrippen h8
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS): zes landen gaan in 1951 samenwerken voor veliigheid  en het opbouwen van de economie.
Europese Unie: is in 1992 opgericht. De EU telt nu 27 landen. 
Vrije, gemeenschappelijke handelsmarkt: vrij verkeer van goederen, diensten, geld en mensen voor eerlijke concurrentie. 
Europees burgerschap: Je mag als EU-burger wonen, reizen en werken waar je  wilt. 
Europese Commissie: stelt wetten voor en is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. 

Slide 15 - Slide

begrippen h8
Europees Parlement: beslist (mee) over nieuwe wetten en controleert de Europese Commissie.

Raad van Ministers
: bestaat uit ministers uit alle EU-landen en stemt over wetsvoorstellen. 

Europese Raad
: bestaat uit de regeringsleiders van de 28 lidstaten en hakt knopen door bij belangrijke besluiten. 

Europees Hof van Justitie
: heeft onafhankelijke rechterlijke macht binnen de EU.



Slide 16 - Slide

Zijn alle landen uit Europa ook lid van de Europese Unie?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

In alle landen van de Europese unie kun je met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Zara en Fatma kijken naar het journaal. Het gaat over de Europese Unie. Fatma vraagt: “Waarom is Nederland lid van de Europese Unie?” Wat kan Zara het beste zeggen?
A
Dan werken alle legers van Europa samen.
B
Dat is verplicht voor alle Europese landen.
C
Het is goed voor de Nederlandse economie.
D
Dan komen er meer toeristen naar Nederland.

Slide 20 - Quiz

Hoe heette de eerste vorm van de Europese Unie?
A
De EU
B
De EEG
C
De EGKS
D
De EGES

Slide 21 - Quiz

De Europese Commissie is vergelijkbaar met het Nederlandse kabinet
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Door het vrije verkeer van goederen en diensten zijn de export en import tussen landen van de Europese Unie afgenomen
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Als mensen in Nederland mogen gaan stemmen voor Europa, wie gaan ze kiezen?
A
Het Europees Parlement
B
De Europese Raad
C
De raad van Ministers
D
De Europese Commissie

Slide 24 - Quiz

Door wie worden de leden van het Europees Parlement gekozen?
A
Door de leden van de Europese Commissie
B
Door de Europese burgers
C
Door de leden van het parlement van ieder lidstaat
D
Door de regeringsleiders

Slide 25 - Quiz

extra

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Link