3.2 Veiligheid en stabiliteit

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welke vorm is het stevigst?

1. Cirkel
2. Driehoek
3. Vierkant
4. Rechthoek

Wat geeft stevigheid aan een blik?

1. Het profiel
2. De driehoeksconstructie
3. De boogconstructie
4. De ribbels

Aan welke eisen moet een constructie voldoen?

Waar denk je aan bij veiligheid op de kermis?

Veiligheid en stabiliteit

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• Kan je een aantal veiligheidsvoorschriften op de kermis noemen.
• Kan je uitleggen wat veiligheidvoorzieningen zijn.
• Kan je uitleggen hoe een achtbaan met sensoren veiliger wordt gemaakt.
• Kan je uitleggen wat sensoren zijn.
• Kan je uitleggen wat we met stabiliteit van een constructie bedoelen.
• Kan je uitleggen hoe je met het grondvlak een constructie steviger kan maken.

Veiligheid

Kermisattracties moeten veilig zijn. Hiervoor hebben ze veiligheidsvoorschriften en sensoren.

Veiligheidsvoorschriften zijn regels waar je je aan moet houden als je in de attractie zit.

Sensoren

Werken als zintuigen. 

Ze kunnen iets:

- 'zien'

- 'horen'

- 'ruiken'

- 'voelen'

- 'proeven'

Stabiliteit

Een constructie mag niet zomaar omvallen. 

Je zegt: een constructie moet stabiel zijn.

Hoe groter het grondvlak; hoe stabieler de constructie.

Zelftest stabiliteit

Jou lichaam is ook een constructie. 

- Ga staan achter je stoel. 

- Maak het grondvlak kleiner door op één been te gaan staan.

Sta je net zo stevig?

In de afbeelding zie je een achtbaan. Wat doen de wieltjes met letter a, b en c?

1. De wieltjes houden de achtbaan op de baan.
2. Dat de achtbaan verder rijdt over de baan.
3. De wieltjes werken als sensor.
4. De wieltjes zijn het grondvlak van de achtbaan.

Nemen een beweging waar

Neemt een geluidssterkte waar

Neemt een lichtsterkte waar

Neem infraroodlicht waar

Er zijn verschillende sensoren. 

Sleep de juiste waarneming naar de  juiste sensor.

Bewegingssensor

Lichtsensor

infraroodsensor

geluidssensor

Een constructie is stabiel als:

1. De constructie snel omvalt.
2. De constructie heel zwaar is.
3. De constructie niet snel omvalt.
4. De constructie heel licht is.