This lesson contains 60 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
De Koude Oorlog
Slide 1 - Slide
2. Spanningen tussen Oost en West
Waardoor groeide de spanning tussen het Oostblok en het Westblok in de periode 1945-1955?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
LESDOELEN
1. Je kan uitleggen hoe de relatie tussen de VS en de Sovjet-Unie was tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
2. Je kan de verschillen beschrijven
3. Je kan het begrip containmentpolitiek verklaren
4. Je kan de verschillen tussen de twee Duitslanden beschrijven
Slide 4 - Slide
Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten
Slide 5 - Quiz
Vrijemarkteconomie
A
Westen
B
Oosten
Slide 6 - Quiz
Stalin
A
Westen
B
Oosten
Slide 7 - Quiz
Geen verschil tussen arm en rijk
A
Westen
B
Oosten
Slide 8 - Quiz
Socialisme
A
Westen
B
Oosten
Slide 9 - Quiz
Concurrentie
A
Westen
B
Oosten
Slide 10 - Quiz
Vrije verkiezingen
A
Westen
B
Oosten
Slide 11 - Quiz
Dictatuur
A
Westen
B
Oosten
Slide 12 - Quiz
Vraag en aanbod
A
Westen
B
Oosten
Slide 13 - Quiz
Planeconomie
A
Westen
B
Oosten
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Conferentie van Jalta (februari 1945)
Churchill (GB), Roosevelt (VS) en Stalin (SU)
Hoe zien Europa en de wereld er na de oorlog uit?
Wie heeft macht en invloed in Europa?
Wat doen we met Duitsland én de Duitsers?
Slide 16 - Slide
Atllee, Truman, Stalin
Slide 17 - Slide
Conferentie van Potsdam (Juli 1945)
Geen gezamenlijke vijand meer: Hitler is verslagen
Andere spelers: Churchill en Roosevelt zijn er niet meer bij (Potsdam, juli 1945) (Truman, Atllee)
Japan moest zich onvoorwaardelijk overgeven.
De Amerikanen, Britten, Fransen en Russen kregen elk een deel van Duitsland toegewezen waarover zij de baas werden.
Duitsland moest zich ontwapenen en denazificeren.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Gevolgen
Er wordt niet meer gepraat
Steeds minder vertrouwen tussen de landen
Geen oplossing voor Duitsland en Berlijn
Ontstaan van twee machtsblokken in Europa
Amerika heeft de atoombom
Slide 20 - Slide
Aantekeningen
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Verdeling van Duitsland
Duitsland (tijdelijk) niet meer zelfstandig
Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, Engeland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten
Ook Berlijn wordt in 4 zones verdeeld
Reizen tussen bezettingszones is geen probleem
Vergeet dit ook niet: Berlijn ligt in de bezettingszone van de Sovjet-Unie
Berlijn is, net als Duitsland, verdeeld in 4 bezettingszones. Omdat Berlijn in de Sovjet-zone ligt, liggen de Berlijn-bezettingszones van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten dus ook in de Sovjet-zone.
Slide 23 - Slide
Invloedssferen
Verdeling van Europa:
Gebied dat jij hebt veroverd op de Duitsers, daar heb jij invloed
Jij mag bepalen wat in dat gebied gebeurt (economie, politiek)
Vergeet dit ook niet: De ander mag niet ingrijpen in dat gebied, ook al zie je er van alles gebeuren waarmee je het niet eens bent.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
The Red Scare
1949-1953
'Heksenjacht' in de VS op alles wat maar leek op communisme
onder leiding van senator Joseph McCarthy
Slide 26 - Slide
Amerikaanse buitenlandse politiek na 1945
Beschermen van vrijheid en democratie (Trumanleer)
Voorkomen dat meer landen communistisch worden (Containmentpolitiek)
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Video
Aantekeningen
Slide 30 - Slide
Marshellplan
Actief helpen bij de wederopbouw van Europa (Marshallplan)
Vergeet dit ook niet: met het Marshallplan wilden de Amerikanen ook voorkomen dat Europa voor het communisme zou kiezen.
Slide 31 - Slide
Opdeling Duitsland
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Wat gebeurt er?
Stalin blokkeert alle aanvoerwegen naar West-Berlijn om zo de stad tot overgave te dwingen: Blokkade van Berlijn
Het Westen gaat West-Berlijn via de lucht bevoorraden: de luchtbrug
Een jaar lang landt er iedere 3 minuten een vliegtuig in West-Berlijn
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Video
mei (BRD) en oktober (DDR) 1949
Oprichting West-Duitsland (BRD)
Bondsrepubliek Duitsland
en
Oost-Duitsland (DDR)
Duitse Democratische Republiek
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Video
Begin Koude Oorlog
Slide 41 - Slide
Wanneer was de Conferentie van Jalta?
A
Februari 1944
B
Juni 1944
C
Februari 1945
D
Juni 1945
Slide 42 - Quiz
Wie waren er aanwezig bij de Conferentie van Jalta
A
Churchill, Stalin en Truman
B
Stalin, Churchill en Truman
C
Stalin, Churchill en Roosevelt
D
Churchill, Attlee en Truman
Slide 43 - Quiz
Wat werd er niet afgesproken bij de Conferentie van Jalta?
A
Hoe het na de oorlog verder moest met Europa.
B
Hoe de oorlog snel tot een eind kon komen.
C
Dat Polen bij de Sovjet-Unie ging horen.
D
De verdeling van Duitsland.
Slide 44 - Quiz
Welke uitspraak over de Conferentie van Potsdam klopt?
A
De Sovjet-Unie en de VS krijgen ruzie over een heleboel dingen
B
De Sovjet-Unie en de VS zijn het met elkaar eens
C
Groot-Brittannië is de baas
D
De Koude Oorlog wordt een Hete Oorlog
Slide 45 - Quiz
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
D
Een oorlog in de winter.
Slide 46 - Quiz
We laten de Koude Oorlog beginnen na:
A
de nederlaag van Duitsland (mei 1945)
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan (augustus 1945)
D
het aftreden van Churchill (augustus 1945)
Slide 47 - Quiz
Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
Slide 48 - Quiz
Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
Slide 49 - Quiz
Door welke gebeurtenis eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
Bom op Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
Bom op Hiroshima
D
Operatie Market - Garden
Slide 50 - Quiz
Welke overeenkomst is er tussen de drie donkergrijs gekleurde landen (1, 2 en 3)?
Gebruik de bron
A
Deze landen hadden een communistische regering.
B
Deze landen kenden een democratische regeringsvorm.
C
Deze landen vormden samen een militair bondgenootschap.
D
Deze landen waren dictaturen.
Slide 51 - Quiz
Welke gebeurtenis zie je in de bron?
Gebruik de bron
A
De bouw van de Berlijnse Muur
B
De Amerikaanse luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn
C
De tweefrontenoorlog tijdens de Eerste Wereldoorlog
D
De Amerikaanse invasie van Berlijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog
Slide 52 - Quiz
Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om met het Marshallplan te komen?
De Verenigde Staten wilden daarmee
A
de aantrekkingskracht van communistische partijen in West-Europa verkleinen.
B
de economische tegenstelling tussen Oost- en West-Europa verkleinen.
C
de waarde van de euro en de dollar
met elkaar in evenwicht brengen.
D
een vergaande politieke samenwerking van West- en Oost-Europa bereiken.
Slide 53 - Quiz
Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
De aanleiding was een bezoek van president Kennedy aan Berlijn.
C
De oorzaak was de dreiging van de NAVO met een wapenwedloop
tegen de Sovjet-Unie.
D
Door de luchtbrug ontstond in West-Berlijn geen hongersnood.
Slide 54 - Quiz
Welk land was tijdens de Koude Oorlog de belangrijkste tegenstander van het Westen?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Sovjetunie
D
Vietnam
Slide 55 - Quiz
Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?