Maak een proces-verbaal bij smokkel van verdovende middelen

• Beveiliging
• MBO
• Studiejaar 2

Maak een proces-verbaal bij smokkel van verdovende middelen

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je een proces-verbaal maken bij smokkel van verdovende middelen.

Introduceer het onderwerp en leg het doel van de les uit.

Wat weet je al over het maken van een proces-verbaal bij smokkel van verdovende middelen?

Wat is smokkel?

Smokkel is het illegaal vervoeren van goederen over de grens.

Leg uit wat smokkel is en hoe het gerelateerd is aan verdovende middelen.

Wat zijn verdovende middelen?

Verdovende middelen zijn drugs die het zenuwstelsel beïnvloeden, zoals cocaïne, heroïne en cannabis.

Definieer verdovende middelen en geef voorbeelden.

Waarom is smokkel van verdovende middelen illegaal?

Smokkel van verdovende middelen is illegaal omdat het gevaarlijk is voor de volksgezondheid en kan leiden tot verslaving en criminaliteit.

Beschrijf waarom smokkel van verdovende middelen illegaal is en de gevolgen ervan.

Wat is een proces-verbaal?

Een proces-verbaal is een schriftelijk verslag van een strafbaar feit dat is opgesteld door een bevoegd persoon.

Definieer wat een proces-verbaal is en waarvoor het wordt gebruikt.

Hoe maak je een proces-verbaal?

Een proces-verbaal moet nauwkeurig en volledig zijn. Het moet de feiten beschrijven en alle betrokkenen en getuigen vermelden.

Leg uit hoe je een proces-verbaal maakt en wat erin moet staan.

Oefening

Maak in groepjes van twee een proces-verbaal van een smokkelincident met verdovende middelen.

Laat de studenten in groepjes oefenen met het maken van een proces-verbaal. Geef feedback en bespreek eventuele fouten.

Conclusie

Je weet nu hoe je een proces-verbaal moet maken bij smokkel van verdovende middelen.

Sluit de les af en vat de belangrijkste punten samen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.