Klas 2C en 2D week 16

Klas 2C en 2D - week 16 - les 1
We hebben deze week 2 lessen (afgelopen maandag was Tweede Paasdag). 
Deze les gaan we verder met H5. We beginnen met het onderdeel "woordenschat" (p. 144-147). Je hebt dus nodig: je NN-boek en je schrift.

Les 1: startopdracht, opdr. 1 en 2 (p. 144)
Les 2: opdracht 3 (p. 145-146)

De antwoorden kom je vanzelf tegen in deze lesson-up. Vanzelfsprekend controleer ik aan het eind van de week of jullie alle slides hebben doorlopen. Succes!


1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klas 2C en 2D - week 16 - les 1
We hebben deze week 2 lessen (afgelopen maandag was Tweede Paasdag). 
Deze les gaan we verder met H5. We beginnen met het onderdeel "woordenschat" (p. 144-147). Je hebt dus nodig: je NN-boek en je schrift.

Les 1: startopdracht, opdr. 1 en 2 (p. 144)
Les 2: opdracht 3 (p. 145-146)

De antwoorden kom je vanzelf tegen in deze lesson-up. Vanzelfsprekend controleer ik aan het eind van de week of jullie alle slides hebben doorlopen. Succes!


Slide 1 - Slide

Maak de startopdracht (p. 144) 
Je werkt individueel i.p.v. in tweetallen. 
Tip: maak gebruik van je gymnasiale kennis!




                                                        tantaluskwelling -->
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Antwoord startopdracht
De onderstreepte uitdrukkingen in de zinnen 1 t/m 4 zijn afkomstig uit de Bijbel.
De onderstreepte uitdrukkingen in de zinnen 5 t/m 8 zijn afkomstig uit de mythologie.

Slide 3 - Slide

Onderstaande uitdrukking komt ook uit de bijbel, bekijk de clipphanger op de volgende slide hierover

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Lees nu de theorie op p. 144
Maak daarna het quizje op Cambiumned (12 vragen, zie volgende slide, open de site in een nieuw venster), kies steeds de juiste optie.
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Maak nu opdr. 1 (p. 144)
Deze opdracht gaat over de uitdrukkingen uit de startopdracht. Je werkt individueel i.p.v in tweetallen. Tip: gebruik internet om de betekenis van de uitdrukkingen te achterhalen. Noteer bij herkomst steeds bijbel of mythologie.


timer
15:00

Slide 8 - Slide

Antwoorden opdr. 1 (p. 144)
1 (een) barmhartige samaritaan: een persoon die zich belangeloos over iemand anders ontfermt
Herkomst: Bijbel. 

2 benjamin: de jongste zoon uit een gezin
Herkomst: Bijbel.

Slide 9 - Slide

Antwoorden opdr. 1 (p. 144)
3 een roepende in de woestijn: iemand die voortdurend waarschuwt voor dreigend gevaar, maar naar wie niet geluisterd wordt
Herkomst: Bijbel
4 sodom en gomorra: plaatsen van ernstig geestelijk, moreel en zedelijk verval
Herkomst: Bijbel

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdr. 1 (p. 144)
5 achilleshiel: een fatale zwakke plek in iets wat verder onkwetsbaar is
Herkomst: Mythologie

6 een homerisch gelach: schaterend, onbedaarlijk gelach
Herkomst: Mythologie

Slide 11 - Slide

Antwoorden opdr. 1 (p. 144)
7 odyssee: zwerftocht
Herkomst: Mythologie

8 een tantaluskwelling: een erg naar gevoel omdat iets wat je heel graag wilt, bereikbaar schijnt en toch voor altijd onbereikbaar blijft
Herkomst: Mythologie

Slide 12 - Slide

Maak nu opdr. 2 (p. 144)
Tip: gebruik internet om het ontbrekende woord en de betekenis van de uitdrukkingen te achterhalen. Noteer bij herkomst steeds bijbel of mythologie.
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 144)
1 een teken aan de wand: een dreigende waarschuwing; iets wat tot grote bezorgdheid stemt.
Herkomst: Bijbel

2 (een) sisyfusarbeid: zware, 
nutteloze arbeid waar nooit een eind aan komt.
Herkomst: Mythologie

Slide 14 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 144)
3 het zwaard van Damocles: een voortdurend dreigend gevaar.
Herkomst: Mythologie

4 zie slide 4 :) 


Slide 15 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 144)
5 een pyrrhusoverwinning: schijnsucces; een overwinning waarbij de winnaar zeer veel verliezen lijdt.
Herkomst: Mythologie

6 zijn handen in onschuld wassen:
verklaren onschuldig te zijn,
Herkomst: Bijbel


Slide 16 - Slide

Doe je boek en schrift nu dicht, er volgt een kort quizje. Kies steeds de juiste betekenis en herkomst.

Slide 17 - Slide

sodom en gomorra
A
plaatsen van ernstig geestelijk, moreel en zedelijk verval, bijbel
B
zwerftocht, mythologie
C
zwerftocht, bijbel
D
plaatsen van ernstig geestelijk, moreel en zedelijk verval, mythologie

Slide 18 - Quiz

een roepende in de woestijn
A
iemand die voortdurend waarschuwt voor dreigend gevaar, maar naar wie niet geluisterd wordt, bijbel
B
iemand die voortdurend waarschuwt voor dreigend gevaar, maar naar wie niet geluisterd wordt, mythologie
C
een persoon die zich belangeloos over iemand anders ontfermt, bijbel
D
een persoon die zich belangeloos over iemand anders ontfermt, mythologie

Slide 19 - Quiz

tantaluskwelling
A
een erg naar gevoel omdat iets wat je heel graag wilt, bereikbaar schijnt en toch voor altijd onbereikbaar blijft, bijbel
B
een voortdurend dreigend gevaar, mythologie
C
een voortdurend dreigend gevaar, bijbel
D
een erg naar gevoel omdat iets wat je heel graag wilt, bereikbaar schijnt en toch voor altijd onbereikbaar blijft, mythologie

Slide 20 - Quiz

adamsappel
A
het naar voren uitstekende gedeelte van het schildkraakbeen, bijbel
B
nekplooien, mythologie
C
nekplooien, bijbel
D
het naar voren uitstekende gedeelte van het schildkraakbeen, mythologie

Slide 21 - Quiz

Dit is het einde van deze les
Je weet nu:
-dat er een hoop uitdrukkingen met een mythische of bijbelse achtergrond zijn

Je kunt nu:
-deze uitdrukkingen herkennen en evt. zelf gebruiken


Slide 22 - Slide

Klas 2C en 2D - week 16 - les 2
Deze les gaan we opdr. 3 (p. 145-146) maken. 

Kijk eerst (een stukje van) het filmpje (volgende slide), de linker man is Marc van Oostendorp die in tekst 1 (p. 145) aan het woord komt.


Slide 23 - Slide

Klas 2C en 2D - week 16 - les 2
Deze les gaan we opdr. 3 (p. 145-146) maken. 

Kijk eerst (een stukje van) het filmpje (volgende slide), de linker man is Marc van Oostendorp die in tekst 1 (p. 145) aan het woord komt.


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Lees nu tekst 1 (p. 145-146)
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Maak nu opdr. 3 (p. 145-146)
Tip: gebruik voor vraag 1 het internet (bijvoorbeeld vandale.nl), kijk ook naar de context van de woorden.
timer
15:00

Slide 27 - Slide

Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
1 beaamt:  geeft toe/bevestigt
2 speculatief: denkbeeldig/niet zeker
3 lexicon:  woordenschat
4 gissen:  raden 
5 prognose:  voorspelling 
6 tendensen: ontwikkelingen/neigingen/richtingen waarin een ontwikkeling gaat 
7 voorziet: verwacht dat er gaat gebeuren/voorspelt 
8 evolueert: zich ontwikkelt/verandert

Slide 28 - Slide

Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
9 linguïst:  taalkundige
10 preposities:  voorzetsels 
11 reductie:  vermindering/versimpeling 
12 kanttekening: opmerking/voorbehoud 
13 Slavische: van de Slaven, een volksstam in Oost-Europa waartoe bijvoorbeeld Russen, Polen en Serviërs behoren
14 geconserveerd: behouden/bewaard 
15 arbitrair:  willekeurig 
16 boosdoener: degene die iets kwaads of slechts doet/schurk/boef 
17 collocaties:  vaste verbindingen 

Slide 29 - Slide

Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
18 variabele: niet vaste 
19 teloorgaan: verloren gaan/verdwijnen
20 futuristische: toekomstige
21 fonetische: op de klanken betrekking hebbend
22 visionair: iemand die in de toekomst blikt en daar voorspellingen over doet 
23 inferieur: slecht; van slechte kwaliteit

Slide 30 - Slide

Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
a hegemonie:  opperheerschappij
b congrueren:  overeenstemmen
c analyse:  ontleding in bestanddelen
d intrigerende:  zeer boeiende/fascinerende
e louter:  alleen maar
f bezigen:  gebruiken

Slide 31 - Slide

Dit is het einde van les 2
Je hebt nu:
je woordenschat weer wat uitgebreid

Na de vakantie gaan we verder met het onderdeel "woordenschat".

Fijne vakantie en hopelijk tot snel!!!!!!!

Slide 32 - Slide