daglichtberekening

Daglichtberekening
Met een daglichtberekening kan je de hoeveelheid daglicht bepalen dat een gebouw binnenkomt. 
Lesdoel:
Na deze les weet je hoe je een daglichtberekening maakt. We gaan hier 2 lesblokken mee oefenen.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BouwMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

Daglichtberekening
Met een daglichtberekening kan je de hoeveelheid daglicht bepalen dat een gebouw binnenkomt. 
Lesdoel:
Na deze les weet je hoe je een daglichtberekening maakt. We gaan hier 2 lesblokken mee oefenen.

Slide 1 - Slide

Waarom een daglicht berekening
Een daglichtberekening is nodig om er zeker van te zijn dat er voldoende daglicht aanwezig is in de woonruimtes. De woonkamers, slaapkamers en andere verblijfruimtes mogen natuurlijk niet donker zijn. Voldoende lichtinval is ook belangrijk voor je welzijn. Een gebrek aan daglicht is negatief voor je gezondheid, je humeur en je productiviteit.

Ook wanneer je gaat verbouwen, moet je rekening houden 
met de regels voor daglichttoetreding en moet 
bijvoorbeeld 10% van de woonruimtes uit raamoppervlak 
bestaan.

Slide 2 - Slide

Factoren die daglichttoetreding kunnen belemmeren.
  • Positie raam (eerste 600mm vanaf de vloer telt niet mee)
  • Omliggende panden (mits op eigen perceel gelegen);
  • Dakoverstek;
  • Balkon railing of hekwerken;
  • Serres;
  • En nog tal van eisen.
Al deze zogenaamde belemmerende factoren hebben een eigen formule en tabellen met waardes die afzonderlijk afgelezen en berekend moeten worden.

Slide 3 - Slide

De daglichttoetreding behoord bij de regels van het bouwbesluit, zo ook de eisen waar je een raam mag plaatsen

Slide 4 - Slide

Bouwbesluit 2012 stelt in afdeling 3.11 eisen aan de volgens
NEN 2057 bepaalde equivalente daglichtoppervlak

Slide 5 - Slide

Equivalente daglichtoppervlakte 
Betekend: De daglichtopening, voor zover hoger gelegen dan 60 cm boven de vloer, die met de in die norm aangegeven reductiefactoren wordt vermenigvuldigd.

Slide 6 - Slide

Berekening daglicht
Daglichttoetreding:

Eisen vanuit bouwbesluit:
- Voor het VR (verblijfsruimte) geld: Ae > 0,5 m2
- Voor het VG (verblijfsgebied) geld: Ae > 10% van VG. Opp.
Formule:
Ae = Ad*Cb*Cu
Ae = equivalent daglichtoppervlak (wat komt er uiteindelijk aan licht binnen);
Ad = Glasoppervlak;
Cb = belemmeringfactor, afhankelijk van hoek α en β;
 α = belemmering door overstaand bouwwerk (verticale belemmering);
 β = belemmering door overstek (horizontale belemmering);
Cu = belemmering door indirect lichtinval (b.v. door serre).
Nb. Als er geen Cu aanwezig is, wordt hier 1 voor ingevuld.





Slide 7 - Slide

Bepalen glasoppervlak

Wanneer de buitenmaten van het kozijn bekend zijn, moet het kozijn eraf gehaald worden.
Hierbij geldt:
  •  Dicht raam (zonder te openen delen) 70 mm per stijl en dorpel;
  • Te openen raam 120 mm per stijl en dorpel.
  • Minimaal 600 mm boven de vloer

Zonwering die regelbaar is wordt niet in rekening gebracht bij de bepaling van de doorlaat

Slide 8 - Slide

Ad = de oppervlakte van de doorlaat van de daglichtopening
  • Ad = Dagmaat
  • Afstand tot perceelgrens > 2m
  • Minimaal 0.6 m boven vloer
  • Het raam bevind zich in een uitwendige scheidingsconstructie

Slide 9 - Slide

α = overstaande belemmeringen (verticaal)
  • In doorsnede vanuit midden van het raam 50° naar links en rechts, verdelen in 10 sigmenten van 10°. Zie fig. 1
  • bepalen welke sigmenten belemmerd worden.
  • Voor belemerde sigmenten hoek bepalen, onderkant glas (min. 600 mm van vloer) tot bovenkant belemmering. Zie fig. 2
  • De onbelemmerde sigmenten worden 20°.
  • De 10 bepaalde hoeken bij elkaar optellen en delen door 10. uitkomst is hoek α plaatje met 10 s en op achtervlak

Slide 10 - Slide

β = belemmering door overstek
Vanuit midden raam (midden vanaf 600 mm vanaf vloer) tot onderklant belemmering. Zie fig. 3 projectievlak veranderen!! zie presentatie bert


Slide 11 - Slide

Cb = uiteindelijk belemmeringfactor. 
Bepalen aan de hand van het tabel.
Cu = belemmering door uitwendige scheidingsconstructie.
- Indien er een serre of dergelijke aanwezig is, dan is Cu = 0,8
- Indien er geen uitwendige scheidingsconstructie, dan Cu = 1

Slide 12 - Slide

Cu = belemmering door uitwendige scheidingsconstructie.
  • Indien er geen uitwendige scheidingsconstructie, dan Cu = 1

Slide 13 - Slide

Gebruikfunctie
Afhankelijk van de gebruiksfunctie kan de daglichteis worden bepaald.

Slide 14 - Slide

Stap 1, deel het gebouw in gebruiksfuncties. 
Woonfunctie, Eisen:
VR (verblijfsruimte)= 0.5 m2, Een in een verblijfsgebied gelegen ruimte voor het verblijven van personen. Geen toilet-, bad-, technische-, verkeersruimte of buitenruimte.
VG (verblijfsgebied)= 10% van vloeroppervlak. Een
verblijfsgebied is een gedeelte van een gebruiksfunctie 
bestaande uit  één of meer op dezelfde bouwlaag gelegen 
aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toiletruimte, 
een badruimte, een technische ruimte of een verkeersruimte.

Slide 15 - Slide

Stap 2, bepaal de oppervlakten van de verblijfsgebieden en verblijfsruimten.


VR = VG
VG 1 = 2.4*3.4 = 8.16 m2

Slide 16 - Slide

Stap 3, zoek de minimale equivalente daglichtoppervlakte eis op in afdeling 3.20 Bouwbesluit.
VG = 10%
Equivalente daglichtoppervlakte verblijfsgebied minimaal 0,816 m2 (maatgevend).
VR = 0,5 m2
Equivalente daglichtoppervlakte verblijfsruimte minimaal 0,5 m2.

Slide 17 - Slide

Stap 4, bepaal welke lichtopeningen meetellen voor de equivalente daglichtoppervlakte. 
  • De afstand tot perceelgrens bedraagt meer dan 2 meter
  • Het raam bevindt zich in de uitwendige scheidingsconstructie
  • De LTA-waarde van het glas bedraagt tenminste 0,6 (De lichttoetredingsfactor (LTA), ook wel de LT-factor genoemd, is de verhouding tussen de binnenkomende en de opvallende zichtbare zoninstraling. Hoe hoger deze factor, hoe meer licht er via het raam binnenkomt).

Slide 18 - Slide

Stap 5, bereken de equivalente daglichtoppervlakte per verblijfsgebied en verblijfsruimte
Ae = Ad x Cb x Cu
kkuio
Ae = equivalente daglichttoetreding
Ad = de oppervlakte van de doorlaat van de daglichtopening
Cb = de belemmeringfactor
Cu = de uitwendige reductiefactor

Slide 19 - Slide

Stap 5a, bepaal het projectievlak en doorlaat.

Slide 20 - Slide

Stap 5b, bepaal Ad. (de oppervlakte van de doorlaat van de daglichtopening)
Raam:
H = 1400 mm
B = 1200 mm
Kozijn = 67-17+ 67 = 117 mm (afgerond 120 mm)
Ad = (1400-120-120)*(1200-120-120)
Ad = 1,11 m2

Slide 21 - Slide

Stap 5d, bepaal Cb. 
α = 25° (geen belemmeringen in het horizontale vlak)
β = 0° (geen belemmeringen in het verticale vlak, overstekken)
Cb = 0,86

Slide 22 - Slide

Stap 5e, bepaal Ae.
Ae = Ad * Cb * Cu

Ae = 1,11* 0,86 * 1
Ae = 0,95 m2


Slide 23 - Slide

Stap 6, controleer, voldoet de toetreding aan de eisen van het bouwbesluit?
Controleer of het berekende equivalente daglichtoppervlakte gelijk of groter is dan de equivalente daglichtoppervlakte eis uit het Bouwbesluit.
Aanwezig 0,95 m2
Eis VG 0,816 m2 < 0,95 m2 (voldoet)
Eis VR 0,5 m2 < 0,95 m2  (voldoet)

Bouwbesluit: Een verblijfsgebied heeft een volgens NEN 2057 bepaalde equivalente daglicht-oppervlakte in m² waarvan de getalswaarde niet kleiner is dan de getalswaarde van het in tabel 3.74 aangegeven deel van de vloeroppervlakte in m² van dat verblijfsgebied.

 

Slide 24 - Slide

Opdracht 1, klassikaal tijdens de les volgens stappenplan

Gegeven: Verblijfsruimte woonfunctie volgens tekening. In de gevel wordt een houten kozijn toegepast. Het kozijn bevindt zich op een loodrechte afstand van 3 meter van de perceelgrens. Het raam wordt alleen belemmerd door een zijmuur van het gebouw. 


Slide 25 - Slide

Opdracht 2, zelfstandig tijdens de les volgens stappenplan

Gegeven: Verblijfsruimte woonfunctie volgens tekening. Er zijn geen uitwendige belemmeringen aanwezig. In de gevel wordt een houten kozijn met vast glas toegepast. Het kozijn bevindt zich op een loodrechte afstand van 3 meter van de perceelgrens.
Gevraagd Voldoet het verblijfsgebied aan de daglichteis van het Bouwbesluit?




Slide 26 - Slide