This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
6.2 Een wereld vol verschillen
Slide 1 - Slide
Lesdoelen:
Aan het einde van de les leer je;
hoe de informatiemaatschappij ontstond;
wat veranderde in ontwikkelingslanden;
hoe de economie van enkele Aziatische landen snel groeide.
Slide 2 - Slide
De informatiemaatschappij
Door de computer, iPad en smartphone zijn we een informatiemaatschappij geworden (begon in 1990);
ICT is niet meer weg te denken in onze maatschappij;
ICT= Informatie en Communicatietechnologie.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Globalisering
Door de communicatietechnologie en dat mensen makkelijker kunnen reizen (vliegtuig) ontstond steeds meer globalisering (groeiende verbondenheid op de wereld);
Veel multinationals (grote ondernemingen die overal op de wereld bedrijven hebben) gingen de productie verplaatsen naar lage lonen landen.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Ontwikkelingslanden
Zijn landen die zich willen ontwikkelen tot industriële samenlevingen.
Liggen in Zuid-Amerika, Afrika en Azië.
Ontwikkelingslanden worden ook wel derde wereldlanden genoemd.
Vaak armoede
Slide 8 - Slide
Tegenstelling tussen rijke landen en ontwikkelingslanden
Ontwikkelingslanden arm.
Rijke landen hebben hoger opgeleide bevolking.
Rijke landen hebben vaak de bedrijven in handen en de kennis.
Rijke landen laten heel veel produceren in lage lonen landen.
Rijke landen langzame bevolkingsgroei, ontwikkelingslanden snelle en grote bevolkingsgroei
Slide 9 - Slide
Nieuwe landen die machtig worden
China: wordt steeds machtiger, veel industrie die voor de wereld produceert (spullen maakt).
India: veel kennis over software en veel opkomende industrie.
Zuid-Korea: goed onderwijs en steun voor exportindustrie.
Door de opkomende industrie neemt de armoede onder de bevolking af en groeit de bevolking.
Slide 10 - Slide
Lesdoelen:
Aan het einde van de les leer je;
hoe de informatiemaatschappij ontstond;
wat veranderde in ontwikkelingslanden;
hoe de economie van enkele Aziatische landen snel groeide.
Slide 11 - Slide
Wat is een juiste omschrijving van het begrip: informatiemaatschappij?
A
Samenleving waarin veel mensen informatie uit boeken halen.
B
Een maatschappij waarin de een meer weet dan de ander.
C
Een samenleving die voornamelijk van de landbouw leeft.
D
Samenleving waarin veel mensen ICT-gebruiken (en zo aan veel informatie kunnen komen).
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste omschrijving van het begrip: globalisering?
A
Een globaler beeld van de wereld krijgen.
B
Een groeiende verbodenheid op de wereld op het gebied van economie.
C
Dat de wereld ronder wordt.
D
Een groeiende economie over de hele wereld waar iedereen voordeel aan heeft.
Slide 13 - Quiz
Is dit een multinational?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Is dit een multinational?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Waarom worden veel goederen in Azië geproduceerd?
Slide 16 - Open question
Waar komen de meeste producten bij de Action vandaan?
A
Nederland
B
Verenigde Staten
C
Australië
D
China
Slide 17 - Quiz
Wat zijn ontwikkelingslanden?
A
Arme landen die hun economie willen ontwikkelen.
B
Rijke landen die steeds ontwikkelen.
Slide 18 - Quiz
Tussen 1950 en 1990 verdubbelde de wereldbevolking tot ruim vijf miljard mensen. Geef hiervoor een verklaring.