Verkoopcijfers lesdag 6 - BBL n3

18 januari - VKC
203 BBL
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

18 januari - VKC
203 BBL

Slide 1 - Slide

Planning
Deze week:  Herhaling hoofdstuk 1 en 2.
In de week van 24 januari: toets hoofdstuk 1 en 2.

Vandaag: 1 les, terugkijken op hoofdstuk 1 en 2. 

Slide 2 - Slide

De verkoopprijs inclusief btw noemen we ook wel de:
A
Inkoopfactuurprijs
B
Verkoopkosten
C
Verkoopprijs
D
Consumentenprijs

Slide 3 - Quiz

De prijs die de detaillist betaalt aan de groothandel noemen we de:
A
Verkoopprijs
B
Inkoopfactuurprijs
C
Fabricagekosten
D
Nettowinst

Slide 4 - Quiz

De nettowinst bereken je als volgt:
A
Inkoopprijs + Brutomarge
B
Commerciële kostprijs + Winstopslag
C
Brutowinst - overige kosten
D
Omzet - inkoopkosten

Slide 5 - Quiz

De Verkoopprijs bereken je als volgt:
A
Inkoopprijs + Brutomarge
B
Inkoopprijs + Winstopslag
C
Brutowinst - overige kosten
D
Omzet - inkoopkosten

Slide 6 - Quiz

De omzet van de kledingwinkel van Tevin is
€ 35.000, de inkoopwaarde is € 15.000 en de kosten zijn € 7.500. De brutowinst is:
A
€ 20.000
B
€ 12.500
C
€ 2.500
D
€ 75.000

Slide 7 - Quiz

Opslag
Marge
28% van de inkoopprijs
10% van de verkoopprijs

Slide 8 - Drag question


Slide 9 - Open question

Je moet €38.000 BTW afdragen en je kunt €24.000 BTW vorderen. Hoeveel moet je betalen of krijg je terug?
A
€62.000 betalen
B
€62.000 ontvangen
C
€14.000 betalen
D
€14.000 ontvangen

Slide 10 - Quiz

BTW
In 2 rijtjes terug te vinden: 
- Inkoop (de winkelier betaalt aan de groothandel)
- Verkoop (de winkelier ontvangt van de klant)

Slide 11 - Slide

Formule
Af te dragen omzetbelasting = Verschuldigde omzetbelasting - voorbelasting.

Af te dragen omzetbelasting = ontvangen BTW - betaalde BTW

Slide 12 - Slide

NU:
Vragen stellen voor de toets.

Volgende week: toets digitaal. 1 feb: H3.

Slide 13 - Slide

BTW - belastingdienst
Alleen de eindgebruiker betaalt BTW. Dat is dus de klant.
De BTW die de winkelier heeft betaald aan de groothandel, mag worden teruggevraagd (voorbelasting). De BTW die de winkelier heeft ontvangen van de klant, moet worden betaald aan de belastingdienst (verschuldigde omzetbelasting)

Slide 14 - Slide

TO DO
Hoofdstuk 2: t/m vraag 25
Lees de theorie van 2.5
Volgende week: Herhaling H1 en H2
Week van 24 januari: digitale toets H1 en H2

Slide 15 - Slide