Halloween 22-23

Halloween
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Halloween

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • WORDMAP
  • VIDEO
  • QUIZ
  • READING

Slide 3 - Slide

Doel: 

Na de kijk- en leesopdrachten
heb je de video en de leestekst begrepen en kun je in eigen woorden vertellen:
  • Hoe Halloween is ontstaan
  • Hoe Halloween wordt gevierd. 

Slide 4 - Slide

What do you know
about Halloween?

Slide 5 - Mind map

9

Slide 6 - Video

00:31
In which country did Halloween start?
A
America
B
England
C
Ireland
D
Scotland

Slide 7 - Quiz

00:44
What did the Celts celebrate on the 1st of November?

(You can choose more than one answer)
A
End of the summer
B
New Year
C
Finishing the harvest (oogst)
D
Octoberfest

Slide 8 - Quiz

01:04
What did the Celts celebrate on the 31st of October?

A
The beginning of Autumn
B
The fight against the ghosts.
C
Christmas
D
The festival of Samhain

Slide 9 - Quiz

01:05
What was the festival of Samhain (later Halloween)?
A
A party where could wear scary clothes
B
A party for protection against ghosts
C
A party as protection against other people
D
A party where they could scare each other

Slide 10 - Quiz

01:11
How did the Celts try to stop the ghosts?


(You can choose more than one answer.)
A
By wearing costumes
B
Carving pumpkins (uitsnijden pompoenen)
C
Dancing with ghosts
D
Lighting a bonfire (vreugdevuur)

Slide 11 - Quiz

01:20
Where does the name Halloween come from?
A
Hollow Eve
B
Hallowed Eve (Holy Evening)

Slide 12 - Quiz

01:39
Do you know what a 'Jack o'Lantern' is?
A
A pumpkin with a painted face.
B
A pumpkin with a face that is carved out.

Slide 13 - Quiz

01:58
What were the first Jack o'Lanterns?

(You can choose more than one answer)
A
Potatoes
B
Tomatoes
C
Pumpkins
D
Turnips (rapen)

Slide 14 - Quiz

01:59
Why did the Celts use a Jack o'Lantern?
A
To lead the good spirits to their house
B
To blind the bad ghosts
C
To have a light in their house
D
To get warm

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Which monster drinks blood and is afraid of garlic?
A
Witch
B
Mummy
C
Vampire
D
Pirate

Slide 17 - Quiz

At Halloween a lot of children in America go...
A
Cake or sweeting
B
Trick or treating

Slide 18 - Quiz

I have a black cat, I fly on a broomstick and I like magic. Who am I?
A
Spider
B
Witch
C
Mummy
D
Ghost

Slide 19 - Quiz

I am black, creepy, most people don't like me. What am I?
A
Spider
B
Cat
C
Skeleton
D
Bat (vleermuis)

Slide 20 - Quiz

I am orange, people carve (uitsnijden) me out with a knife and I have a candle in me. What am I?
A
Jack o'Lantern
B
Witch
C
Spider
D
Mummy

Slide 21 - Quiz

1. Did you like this listening exercise?
2. Write down 3 new words you learned today.

Slide 22 - Open question

Reading

Slide 23 - Slide

Doel: 

Na de kijk- en leesopdrachten
heb je de video en de leestekst begrepen en  kun je in eigen woorden vertellen:
  • Hoe Halloween is ontstaan
  • Hoe Halloween wordt gevierd. 

Slide 24 - Slide

Wat is de bedoeling?
  • Werken in 2-tallen
  • Je kiest per tweetal een tekst. (normaal/uitdagend)
  • Deze ga je eerst zelf lezen. 
  • Daarna maak je samen de opdrachten die erbij horen in je schrift .

Slide 25 - Slide

HOE PAK JE HET AAN?

1) ZELF:  Doe de Preparation opdracht
  • Schrijf dit op in je schrift.
  • Waar gaat de tekst over? Schrijf dit op in je schrift.

2) ZELF: lezen 
  • Lees de lijst met hulpwoorden.
  • Lees de tekst en schrijf moeilijke woorden op in je schrift.

3) SAMEN: Overleg met je partner
  • Zoek de moeilijke woorden op.
  • Waar gaat de tekst over?
  • Klopt jullie voorspelling uit stap 1?

4) SAMEN: Maak de opdrachten.
  • Dit mag je samen doen
  • Schrijf de antwoorden in je schrift.

TIJD: de hele les
HULP: bij elkaar, (online) woordenboek, docent
OPBRENGST: Wat heb jij gedaan om de tekst te begrijpen?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide