Overal 3havo 6.3/1 construeren bij lenzen

6.3 Construeren bij lenzen

1 / 19

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

6.3 Construeren bij lenzen

Slide 1 - Slide

Hulpmiddelen met lenzen

Slide 2 - Slide

Bolle lenzen

Een positieve lens is in het midden dikker dan aan de rand

Een bolle lens noem je ook wel een positieve lens.

Slide 3 - Slide

een positieve lens

Een positieve (bolle) lens heeft een convergente werking.

De lichtstralen gaan naar elkaar toe.

Er ontstaat een brandpunt.

Slide 4 - Slide

positieve lenzen

Met een positieve lens kun je een voorwerp vergroot of verkleind afbeelden

Slide 5 - Slide

Holle lenzen

Een holle lens noem je ook wel een negatieve lens

Een negatieve lens is in het midden dunner dan aan de rand.

Slide 6 - Slide

negatieve lenzen

De lichtstralen gaan uitelkaar

Een negatieve lens heeft een divergerende werking

Slide 7 - Slide

lenzen

Lenzen teken je als een rechte streep met een Plus(positieve lens) of een min(negatieve lens) erboven.

Slide 8 - Slide

lenzen

Hoe sterker de lens hoe groter de convergerende of divergerende werking is.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Constructiestralen

Een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas gaat achter de lens door het brandpunt.

Slide 11 - Slide

Constructiestralen

Een lichtstraal vanuit het brandpunt loopt achter de lens evenwijdig aan de hoofdas.

Slide 12 - Slide

Constructiestralen

Een lichtstraal door het optische midden gaat rechtdoor.

Slide 13 - Slide

construeren

Teken eerst de lens met de brandpunten, het voorwerp en de hoofdas.

Slide 14 - Slide

construeren

1. Teken een lichtstraal vanuit B evenwijdig aan de hoofdas tot deze de lens raakt.

2. Teken deze lichtstraal achter de lens verder door het brandpunt.

Slide 15 - Slide

construeren

3. Teken een lichtstraal vanuit B door het midden van de lens.

4. Teken deze lichtstraal achter de lens door in dezelfde richting.

Slide 16 - Slide

construeren

5. Teken een lichtstraal vanuit B door het brandpunt voor de lens. Je mag de lens denkbeeldig vergroten met een stippellijn.

6. Teken deze lichtstraal achter de lens evenwijdig aan de hoofdas.

Slide 17 - Slide

construeren

7. Het punt waar de drie lichtstralen samenkomen, is het beeldpunt B*
.

Teken nu vanuit A* en B* het beeld van het voorwerp.

Slide 18 - Slide

Huiswerk

Lees de tekst van paragraaf 6.3 uit je boek tot de vergrotingsfactor.

maak de vragen 27 en 30a,b en c

Slide 19 - Slide

Overal 3havo 6.3/1 construeren bij lenzen

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

More lessons like this

Overal 3havo 6.3/1 construeren bij lenzen

6.3 construeren bij lenzen

6.3 construeren bij lenzen

H6 §3 construeren bij lenzen

Samenvatting hfst 6 licht

6.3 Construeren bij lenzen

4.5 Lenzen gebruiken

Hoofdstuk 5.3 construeren lichtstralen