What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
QUIZ 1 + THEORIE Woordformule maken bij een situatie
QUIZ 1
Woordformule maken bij een situatie
Blijf 3 keer per week oefenen, zodat je het in jouw
lange termijngeheugen
komt.
En je geen tijdnood vooraf aan het schoolexamen krijgt.
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
QUIZ 1
Woordformule maken bij een situatie
Blijf 3 keer per week oefenen, zodat je het in jouw
lange termijngeheugen
komt.
En je geen tijdnood vooraf aan het schoolexamen krijgt.
Slide 1 - Slide
THEORIE
Eerste wiskundeles
Kennismaking wiskundeboek
Startgevoel bij wiskunde
In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde
Slide 2 - Slide
Ik kan de variabelen in een woordformule
aangeven.
Ik kan het begingetal in een woordformule
aangeven.
Ik kan het stijg- en daalgetal in een woordformule
aangeven.
Wat zijn de variabelen in de formule?
Wat is het begingetal?
Wat is het daalgetal?
inhoud (L) en afstand (km)
-0,08
60
Slide 3 - Slide
Ik kan de variabelen in een woordformule
aangeven.
Ik kan het stijg- en daalgetal in een woordformule
aangeven.
Ik kan het begingetal in een woordformule
aangeven.
variabelen
Zijn de woorden in de formule.
Staan aan het begin en aan het einde.
begingetal
Staat altijd alleen naast de + of -.
stijggetal en daalgetal
Staan altijd naast de x en de variabele.
Schrijf de - ervoor ook op.
De + ervoor hoef je niet op te schrijven.
Slide 4 - Slide
Ik kan de variabelen in een situatie aangeven.
Ik kan het stijg- en daalgetal in een situatie aangeven.
Ik kan het begingetal in een situatie aangeven
Ik kan een woordformule bij een situatie maken.
Wat zijn de variabelen in de situatie?
Wat is het begingetal?
Wat is het daalgetal?
Maak een woordformule bij dit verband.
hoogte (m) en tijd (minuten)
-17
50
hoogte (m) = 50 - 17 x tijd (minuten)
Slide 5 - Slide
Ik weet wat een lineair verband bij een woordformule
betekent.
Bij een situatie met regelmaat hoort een
lineair verband
.
Bij een lineair verband kun je een woordformule maken.
Fabiënne verdient
elk uur €5,36
.
Dat is een
regelmaat
.
Er is een
verband tussen
het
aantal uren
dat ze werkt en haar
inkomsten
.
Slide 6 - Slide
Ik kan de variabelen in een situatie aangeven.
Ik kan het stijg- en daalgetal in een situatie aangeven.
Ik kan het begingetal in een situatie aangeven
Ik kan een woordformule bij een situatie maken.
variabelen
stijggetal en daalgetal
begingetal
formule
hoogte (m) = 50 - 17 x tijd (minuten)
Zijn de woorden met een eenheid (bijvoorbeeld meters en minuten).
Schrijf eerst de variabele op die je kunt berekenen
en het = teken. De anderen met het x teken ervoor.
Kijk wat er daalt of stijgt.
Staat meestal bij de woorden "per" of "elk
Kijk naar de beginsituatie.
Slide 7 - Slide
QUIZ 1
Woordformule maken bij een situatie
Slide 8 - Slide
Waar begint de woordformule mee?
(Typ met spaties)
2
Slide 9 - Open question
Wat is het begingetal?
Slide 10 - Open question
Wat is het stijggetal?
Slide 11 - Open question
Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ met spaties)
Slide 12 - Open question
Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ zonder spaties)
4
Slide 13 - Open question
Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ zonder spaties)
5
Slide 14 - Open question
Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ zonder spaties)
6
Slide 15 - Open question
Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ zonder spaties)
7
Slide 16 - Open question
Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ zonder spaties)
8
Slide 17 - Open question
Uitleg
Slide 18 - Slide
BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN -BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN- BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Thema 3 Formules, grafieken en vergelijkingen Les 4
January 2025
- Lesson with
42 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Thema 3 Formules, grafieken en vergelijkingen Les 5
January 2025
- Lesson with
49 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Thema 3 Formules, grafieken en vergelijkingen D-TOETS H2
January 2025
- Lesson with
45 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Thema 3 Formules, grafieken en vergelijkingen Les 3
December 2023
- Lesson with
50 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
QUIZ 2 + THEORIE
November 2023
- Lesson with
31 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
QUIZ 2 + THEORIE
August 2024
- Lesson with
38 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
RONDE 1
May 2024
- Lesson with
49 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
RONDE 1
May 2024
- Lesson with
47 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1