• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

rekenen 4.2

Hw check: blz 102 --> 19 t/m 34 + log in lessonup. Start met quiz 
timer
3:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hw check: blz 102 --> 19 t/m 34 + log in lessonup. Start met quiz 
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Lesopzet 
- Kleine quiz h4.1 + h4.2
- Hw-bespreken 
- Instructie 
- Aan de slag met rekenen 
- Nakijken 

Slide 2 - Slide

leerdoelen 
- Je kunt de winst berekenen 

- Je kunt aan de hand van de winst formule de onbekende bedragen uitrekenen.

- Je weet het verschil tussen productieSECTOR en productieFACTOR 

Slide 3 - Slide

Wat is de toegevoegde waarde van de meelfabriek?
A
6500 euro
B
2500 euro
C
4000 euro
D
9000 euro

Slide 4 - Quiz

De bakker behoort tot de productieSECTOR:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 5 - Quiz

De aardappelboer behoort tot de productiesector:
A
Quartaire sector
B
Primaire sector
C
Tertiaire sector
D
Secundaire sector

Slide 6 - Quiz

Een schilder behoort tot de productiefactor
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 7 - Quiz

Wat hoort bij de productiefactor arbeid?
A
Fabriekshal
B
Gas voor de verwarming
C
Boerderij
D
Schoonmakers

Slide 8 - Quiz

Hout behoort tot de productiefactor
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 9 - Quiz

Instructie 

Slide 10 - Slide

Weet je nog?
  • Winst = Opbrengst - Kosten
  • Wat zijn concurrenten?
  • Wat is investeren?
  • Wat zijn productiefactoren en welke drie groepen productiefactoren zijn er?

Slide 11 - Slide

Productiefactoren 

Slide 12 - Slide

Productiesectoren
Bedrijven kun je in groepen verdelen. Dat noem je productiesectoren.

Productiesectoren:
  • Agrarische sector : produceert met behulp van de natuur
  • Industriële sector : produceren goederen
  • Dienstensector : leveren diensten


Slide 13 - Slide

Productiesectoren
  • Agrarisch, grondstoffen produceren door natuur
  • Industrie, goederen maken door grondstoffen
  • Diensten leveren

Slide 14 - Slide

Winst= opbrengsten - kosten 




Opbrengsten - kosten = winst 
20 - ? = 5
Wat waren de kosten?

Slide 15 - Slide

Wat als je de winst en opbrengsten weet, maar niet de kosten?
-

winst = 40 euro 
opbrengsten = 160 euro  
kosten = ?
                                             winst = opbrengsten - kosten 
(160 min iets moet 40 euro zijn.)

Slide 16 - Slide

Winst= opbrengsten - kosten 

Slide 17 - Slide

winst= opbrengsten - kosten 

Slide 18 - Slide

Aan de slag 
- Ga op blz 124 opdracht 10 t/m 17 
- Kijk 4.2 + de rekenopdrachten na

Klaar? maak op blz 122 opdracht 7 t/m 11 

Slide 19 - Slide

More lessons like this

H4.2 herhalen

March 2024 - Lesson with 14 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Herhalen 4.1 + 4.2

April 2024 - Lesson with 35 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Herhalen 4.1 + 4.2

April 2024 - Lesson with 35 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

4.2 wat levert het op?

March 2023 - Lesson with 26 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

4.2 Wat levert het op?

April 2025 - Lesson with 22 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

4.2 wat levert het op?

March 2023 - Lesson with 33 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

4.2 wat levert het op?

May 2023 - Lesson with 28 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Economie 4.2

March 2021 - Lesson with 43 slides
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings