Herhaling PWW klas 1 -NL (H4 par. 1-2-3-4 H5 par. 1-2)

Herhaling H4 Japan + H5 Indonesië
1 / 42
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling H4 Japan + H5 Indonesië

Slide 1 - Slide

PWW-stof
H4 paragraaf 1 - 2 - 3 - 4
H5 paragraaf 1 - 2
Atlasvragen


Slide 2 - Slide

Wat is er correct over Japan?
A
In Japan komen geen natuurrampen voor
B
In Japan komen aardbevingen voor
C
In Japan komen tsunami's voor
D
In Japan komen aardbevingen én tsunami's voor

Slide 3 - Quiz

Japan ligt op de grens van ....?
A
Euraziatische, Pacifische en Filipijnse plaat.
B
Filipijnse plaat, Euraziatische en de Noord-Amerikaanse plaat

Slide 4 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met de Ring van Vuur?
A
Het gebied rond de Pacifische (grote) Oceaan waar veel vulkanen voorkomen
B
Het gebied rond de Atlantische Oceaan waar veel bosbranden zijn
C
Het gebied op aarde waar schepen en vliegtuigen zomaar verdwijnen
D
Het gebied in Mexico waar een grote meteorietinslag is geweest

Slide 5 - Quiz

De aardplaten bewegen op drie manieren ten opzichte van elkaar.
Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.

Slide 6 - Drag question

Uit elkaar
Naar elkaar
Langs elkaar
Sleep het juiste begrip naar de juiste plaatbeweging:
Divergentie
Convergentie
Transform

Slide 7 - Drag question

Sleep het juiste verschijnsel naar de juiste plaatbeweging
Gebergte
Mid-ocecanische zeerug
Aardbevingen
Trog

Slide 8 - Drag question

De onderdelen van een vulaan
Oceanische plaat
Stratovulkaan
Opstijgend magma
Subductie
Continentale plaat
Magmakamer
Divergente plaatbeweging

Slide 9 - Drag question


Continentale aardplaten zijn dikker en zwaarder dan oceanische aardplaten.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Doorsnede van een vulkaan
Krater
Lava
Magmakamer
Aswolk

Slide 11 - Drag question

Hoe ontstaan vulkanen?
Trog
Oceanische plaat
Vulkaan
Subductie

Slide 12 - Drag question

Strato vulkaan
Caldeira vulkaan
Schild
vulkaan

Slide 13 - Drag question

Subductie is altijd bij convergentie. Maar convergentie is niet altijd bij subductie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Welke aardkorstplaten botsen hier? Kies de twee juiste namen!
A
Oceanische aardkorst
B
Seismische aardkorst
C
Bewegende aardkorst
D
Continentale aardkorst

Slide 15 - Quiz

Hoe wordt een pyroklastische stroom ook wel genoemd?
A
Vloedgolf
B
Gloedvuur
C
Gloedwolk
D
Vloedwolk

Slide 16 - Quiz

Vulkanen hebben ook voordelen, wat is GEEN voordeel van vulkanisme
A
Vruchtbare grond
B
Het ontstaan van ertsen
C
Meer bergen
D
Meer toeristen

Slide 17 - Quiz

Wat betekent Tsunami in het Japans?
A
Golf
B
Vloedgolf
C
havengolf
D
storm

Slide 18 - Quiz

Een tsunami kan alleen ontstaan bij een langzaam oplopende kustlijn.

In welke van de drie afbeeldingen hiernaast kan een tsunami ontstaan?

Sleep het woord 'tsunami' naar de juiste afbeelding.



TSUNAMI

Slide 19 - Drag question

De schaal van Mercalli wordt gebruikt om
A
de intensiteit en de schade aan te geven van een beving
B
de magnitude van een beving aan te geven

Slide 20 - Quiz

Wat is de Schaal van Richter?
A
Dat geeft aan hoelang de aardbeving gaat duren
B
Dat voorspelt wat er gaat gebeuren met de aardbeving.
C
Dat geeft de kracht van de aardbeving aan
D
Dat geeft het geluid van de aardbeving aan

Slide 21 - Quiz

Wat is evacueren?
A
Geen idee?
B
Mensen vertellen dat ze in huis moeten blijven.
C
Mensen vertellen dat ze moeten vluchten
D
Mensen die in gevaar zijn naar een veilige plek brengen.

Slide 22 - Quiz

Hypocentrum
Epicentrum

Slide 23 - Drag question

Wat is een seismoloog
A
Een Aardbevingsdeskundige
B
Een Orkaan deskundige
C
Een apparaat om schokken te meten
D
Een apparaat om windkracht te meten

Slide 24 - Quiz

Hazard management is het beleid om
A
Natuurrampen als geheel te voorkomen
B
Natuurrampen te voorspellen
C
Schade van natuurrampen te voorkomen

Slide 25 - Quiz

Wat is geen onderdeel van hazard management?
A
aardbevingsbestendig bouwen
B
waarschuwingsborden voor tsunami's plaatsen
C
seismografen op een vulkaan plaatsen
D
reddingsteams sturen naar een rampgebied

Slide 26 - Quiz

H5 Land in Zuidoost-Azië: Indonesië

Slide 27 - Slide

Een tropisch klimaat wordt gekenmerkt door
A
temperatuur die in de zomer boven de 30 graden is
B
temperatuur hele jaar boven de 18 graden en veel neerslag
C
temperatuur hele jaar boven de 15 graden en natte zomer
D
temperatuur hele jaar boven de 18 graden en droge zomer

Slide 28 - Quiz

Zuidoost-Azië is multicultureel, wat betekent dat?
A
De bevolking houdt heel erg van culturele dingen
B
Er wonen mensen met verschillende gewoonten en/of geloof
C
Er zijn veel verschillende landen in dat gebied
D
De mensen hebben allemaal dezelfde gewoonten en/of geloof

Slide 29 - Quiz

Wat denk je dat Zuidoost Azië is?
A
Er is maar één cultuur
B
Het is multicultureel
C
Er is maar één volk
D
Er zijn alleen maar bergvolkeren

Slide 30 - Quiz

wat is een kunstmatige grens?
A
grens tussen 2 landen
B
grens waar je makkelijk doorheen komt
C
een grens door water bijvoorbeeld een rivier
D
een grens door mensen getrokken

Slide 31 - Quiz

Multicultureel
A
Gebied met overeenkomsten in cultuur.
B
Mensen uit verschillende culturen die met elkaar samenleven.
C
Een volk dat in één staat woont.
D
Deel van een volk dat in een ander land bij elkaar woont.

Slide 32 - Quiz

Schuine zonnestralen geven meer warmte dan rechte zonnestralen
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist

Slide 33 - Quiz

Indonesië bestaat uit veel verschillende:
A
Volken
B
Staten
C
Natiestaten

Slide 34 - Quiz

Wat is een vestigingskolonie?
A
Een kolonie waar men zich permanent vestigd
B
Een kolonie waar men forten bouwt ter verdediging
C
Een kolonie waarmee gehandeld mag worden
D
Een nederzetting die is omgebouwd tot vestiging

Slide 35 - Quiz

Een exploitatiekolonie =.....
A
Koloniën die veel grondstoffen leveren aan Europa
B
Koloniën waar Europeanen zich gingen vestigen
C
Koloniën waar veel producen naar ge-exporteert worden.
D
Koloniën waar veel fabrieken kwamen.

Slide 36 - Quiz

Natuurlijke grens
Kunstmatige grens

Slide 37 - Drag question

Wat is multicultureel?
A
Veel mensen die vlak bij elkaar wonen.
B
Veer verschillende culturen in een land.
C
Dat mensen meer culturen kunnen hebben.
D
Een cultuur die veel in een land voorkomt.

Slide 38 - Quiz

Territoriale wateren 
Kunstmatige grens
Natuurlijke grens
Landsgrens

Slide 39 - Drag question

Dit is een kunstmatige grens.
A
goed
B
fout

Slide 40 - Quiz

Kenmerken van een tropisch klimaat zijn:
A
warm en regent weinig
B
warm en het regent veel
C
niet te warm en niet te koud met veel regen
D
korte droge zomer en lange koude winter

Slide 41 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een kunstmatige grens?
A
De Noordzee die Nederland afscheidt van Groot-Brittanie
B
De grens tussen Nederland en Duitsland
C
De grens tussen Nederland en Belgie
D
De bergen die tussen Frankrijk en Spanje liggen

Slide 42 - Quiz