Leesvaardigheid - tekstindeling/structuur + publieksgerichtheid

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Tekstindeling en tekststructuur + publieksgerichtheid

PV41 - PERIODE 2

Wat is het belangrijkste om te weten over je publiek als je een tekst schrijft?

1. De lay-out van de tekst
2. De plaats van je publiek
3. Het type tekst dat je schrijft
4. De voorkeuren, kennis en verwachtingen van het publiek

Wat heeft invloed op de manier waarop een schrijver zijn taalgebruik aanpast voor doelgroepen?

1. De grootte van de tekst
2. Het onderwerp van de tekst
3. Het vakjargon dat de schrijver kent
4. De lay-out en afbeeldingen in de tekst

Waarom is het belangrijk om rekening te houden met de voorkennis van je publiek?

1. Omdat je tekst eenvoudiger kan zijn
2. Omdat je minder afbeeldingen kan gebruiken
3. Afstemmen op wat je publiek al weet en wat ze willen leren
4. Omdat je altijd een formele toon moet gebruiken

Wat is de primaire functie van de inleiding van een tekst?

1. Het uitleggen van alle details van het onderwerp
2. Het presenteren van een standpunt of argument
3. Het wekken van interesse + context
4. Het samenvatten van de belangrijkste punten van het artikel

Hoe kan je de opbouw van het middenstuk het beste herkennen?

1. Meningen en standpunten van schrijver
2. Samenvatting zonder diepgang
3. Werkt de hoofdgedachte uit
4. Legt de context uit

Wat is de belangrijkste taak van het slot van een tekst?

1. Samenvatting, conclusie of aanbeveling
2. Gedetailleerde uitleg van achtergrond
3. Herhalen van inleiding met voorbeelden
4. Nieuwe informatie toevoegen

Welke structuur past bij een tekst die een probleem beschrijft, gevolgd door oorzaken, gevolgen en oplossingen?

1. Verklaringsstructuur
2. Probleem-oplossingsstructuur
3. Vraag-antwoordstructuur
4. Argumentatiestructuur

Welke structuur past bij een tekst die een verschijnsel beschrijft en eindigt met een verklaring?

1. Verklaringsstructuur
2. Verleden-heden-toekomststructuur
3. Argumentatiestructuur
4. Vraag-antwoordstructuur

Welke structuur heeft een vraag in de inleiding en antwoorden in het middenstuk?

1. Probleem-oplossingsstructuur
2. Verklaringsstructuur
3. Vraag-antwoordstructuur
4. Verleden-heden-toekomststructuur

Wat is de functie van de kernzin in een alinea?

1. Introduceert onderwerp zonder detail
2. Uitleg voor de hoofdgedachte
3. Afsluiting met nieuwe ideeën
4. Belangrijkste mededeling van alinea

Welke van de volgende verbindingswoorden geeft een vergelijking aan?

1. Zoals
2. Daarom
3. In tegenstelling tot
4. Omdat

Welk verband is dit: "De vergadering werd uitgesteld, waardoor we meer tijd hadden om ons voor te bereiden."

1. Vergelijking
2. Oorzaak-gevolg
3. Voorwaarde

Wat kun je het beste doen als je merkt dat je tekst niet goed aansluit bij je publiek?

1. Toon en taal afstemmen
2. Tekst langer maken met meer details
3. Lay-out en visuele elementen aanpassen
4. Eenvoudiger taalgebruik

Zijn er nog vragen?

Oefenen maar!!