Leesvaardigheid 2.3 1k

2.3 Lezen
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3 Lezen
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lesdoelen
  • Stelling
  • Maken: opdracht 1 en 2
  • Aantekeningen/ uitleg
  • Maken: 3 t/m 7
  • Lesdoelen check

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

- kun je feiten en meningen herkennen en benoemen
- kun je de signaalwoorden herkennen en benoemen


Slide 3 - Slide

Stelling

"Als ik een vriendschapsverzoek krijg op Instagram, kijk ik eerst hoe iemand eruit ziet voordat ik diegene accepteer."


Sta op als je het eens bent!

Slide 4 - Slide

Maken 2.3


Opdracht 1 en 2



timer
5:00

Slide 5 - Slide

Aantekeningen 2.3 Feit/Mening
Feit

Is echt of is werkelijk gebeurd.

Kun je meestal controleren.
Mening

Is iets wat iemand vindt of denkt.

Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.
Rij 1: feit
Rij 2: mening
Rij 3: feit

Slide 6 - Slide

Maken 2.3

Opdracht 3 t/m 10

Klaar? Maak opdracht 8, 9 en 10
timer
15:00
Zelstandig aan het werk

Slide 7 - Slide

Lesdoelen behaald? 

Slide 8 - Slide

Wat is een feit?
A
Echt gebeurd of echt waar (controle)
B
Wat iemand vindt of denkt

Slide 9 - Quiz

Wat is een mening?
A
Echt gebeurd of echt waar (controle)
B
Wat iemand vindt of denkt

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?

25 december is het eerste kerstdag.
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quiz

Feit of mening?

Kerst is leuker dan Sinterklaas.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quiz

Compliment!

Jullie hebben goed gewerkt, ook hebben jullie de vragen hartstikke goed gemaakt!

Slide 13 - Slide

2.3 Lezen deel 2
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop

Slide 14 - Slide

Planning
  • Lesdoelen
  • Stelling
  • Maken: opdracht 1 en 2
  • Aantekeningen/ uitleg
  • Maken: 3 t/m 7
  • Lesdoelen check

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

- kun je feiten en meningen herkennen en benoemen
- kun je de signaalwoorden herkennen en benoemen


Slide 16 - Slide

Herhaling feit en mening

Slide 17 - Slide


Eerste kerstdag valt dit jaar op een maandag.
A
feit
B
mening

Slide 18 - Quiz

Het is koud.
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quiz

Mevrouw Hooi heeft
een kersttrui aan.
A
feit
B
mening

Slide 20 - Quiz

In de klas mag je geen
telefoon.
A
feit
B
mening

Slide 21 - Quiz

De kerstman heeft een
mooi pak aan.
A
feit
B
mening

Slide 22 - Quiz

Aantekeningen 2.3 Feit/Mening
Feit

Is echt of is werkelijk gebeurd.

Kun je meestal controleren.
Mening

Is iets wat iemand vindt of denkt.

Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.
Rij 1: feit
Rij 2: mening
Rij 3: feit

Slide 23 - Slide

Bespreken 2.3


Opdracht 3 t/m 10



timer
5:00

Slide 24 - Slide

Aantekeningen 2.3 Signaalwoorden
In bijna elke tekst staan signaalwoorden. Deze woorden laten het verband zien tussen woorden, zinnen of alinea’s. Dat is bijvoorbeeld zo bij een opsomming.
 
Signaalwoorden bij het tekstverband opsomming:
> als eerste, bovendien, daarnaast, verder, ook, tot slot.

Slide 25 - Slide

Voorbeeld signaalwoord.
Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij kan ook geweldig zwemmen. Bovendien loopt hij regelmatig hard.
Nu jullie:
- Gym
- Nederlands
- Engels
- Wiskunde

Slide 26 - Slide

Maken 2.3

Opdracht 3 t/m 15
timer
15:00
Zelstandig aan het werk

Slide 27 - Slide

Lesdoelen behaald? 

Slide 28 - Slide

Geef je mening over kerst.

Slide 29 - Open question

Geef een feit over kerst.

Slide 30 - Open question

Welk signaalwoord zie in de volgende zin:

De man heeft haast. Daarnaast is hij niet zo snel.

Slide 31 - Open question