Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Hallo allemaal!
Pak alvast je IPad en ga naar LessonUp.
Vandaag hebben we het over voedingsmiddelen en voedingsstoffen.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hallo allemaal!
Pak alvast je IPad en ga naar LessonUp.
Vandaag hebben we het over voedingsmiddelen en voedingsstoffen.

Slide 1 - Slide

Programma van deze les
  1. Evaluatie
  2. Paragraaf 2.1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  3. Afsluiting met korte quiz 

Slide 2 - Slide

Evaluatie puntensysteem
  1. Iedereen vond het prettig om punten te krijgen voor een goede werkhouding
  2. Had best wat strenger gemogen (al vond een enkeling het juist te streng)
  3. Behalve de halve punt op de toets konden jullie meer voordelen noemen van een goede werkhouding: Je krijgt meer mee van de uitleg, kan meer opdrachten doen in de les en haalt betere cijfers. Ook geven veel leerlingen aan het prettig te vinden als het rustig is in de klas. 

Slide 3 - Slide

Evaluatie lessen
  • Jullie vinden over het algemeen de uitleg en de lesson-ups goed en ik ben blij om te horen dat jullie vinden dat ik jullie met respect behandel. Veel van jullie vinden quizjes en het themaspel leuk. 
  • Het viel me op dat voor veel van jullie de lesdoelen niet altijd helder zijn en dat jullie aangeven dat ik niet altijd controleer of je de stof begrijpt. 
  • Ik hoor van veel van jullie dat het best strenger mag en dat de klassenregels niet altijd duidelijk zijn of gehandhaafd worden. 

Slide 4 - Slide

Klassenregels
Tijdens de uitleg luister je en praat je niet. Heb je een vraag of wil je iets zeggen, steek dan je hand op.

Tijdens het zelfstandig werken ben je stil of overleg je zachtjes met degene naast je over de stof. Je IPad gebruik je alleen voor de les.

Ga tijdens de les niet in discussie! Ik sta altijd open voor een gezellige (maar niet eindeloze) discussie na de les.

Slide 5 - Slide

Handhaving klassenregels
  1. Bij verstoring van de les krijg je een waarschuwing
  2. Bij een tweede waarschuwing komt je naam op het bord.
  3. Bij een derde waarschuwing komt er een streepje achter je naam en moet je terugkomen en deze strafregel 30 keer overschrijven: Ik verstoorde de les en daarna nog een keer en daarna nog een keer en nu moet ik deze stomme, saaie en vreselijk lange zin wel dertig keer overschrijven! 

Slide 6 - Slide

Wat wil je zelf graag leren over of doen met het thema voeding en vertering?

Slide 7 - Mind map

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Leerdoelen
2.1.1 Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
2.1.2 Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 8 - Slide

Voedingsmiddelen
Zijn alle producten die je eet of drinkt.
Voedingsmiddelen kunnen afkomstig zijn van planten (spinazie, appel, spaghetti) of van dieren (vlees, ei, boter). 

Ook zijn er voedingsmiddelen die zowel dierlijke als plantaardige ingrediënten bevatten (cake, mayonaise, honing).

Slide 9 - Slide

Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen. Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig voor energie, groei en herstel.
Ze hebben 4 functies:
  1. brandstof
  2. bouwstof
  3. reservestof
  4. beschermende stof

Slide 10 - Slide

6 groepen voedingsstoffen
  1. eiwitten
  2. koolhydraten
  3. vetten
  4. water
  5. vitaminen
  6. mineralen 
Lees de tekst in de methode over deze groepen goed door!

Slide 11 - Slide

Voedingsmiddel
Voedingsstof
stampot andijvie
ijzer
water
vitamine D
eiwit
margarine

Slide 12 - Drag question

Veel dierlijke producten kun je ook vervangen door plantaardige producten

Slide 13 - Slide

Waarom zou je (soms) dierlijke producten willen vervangen door plantaardige producten?

Slide 14 - Mind map

Voedingsvezel
Voedingsvezel is een verzamelnaam voor plantaardige stoffen die ons lichaam niet kan verteren. Dit maakt ze echter niet minder belangrijk.
Ze zorgen voor een verzadigd gevoel en zijn belangrijk voor een goede werking van de darmen.
Ze zitten voornamelijk in groente, fruit, noten en volkoren producten.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 2.1 opdr. 1 t/m 11 
Hoe: Eerste 5 minuten stil en zelfstandig, geen vragen (rood). Daarna mag je zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).
Tijd: tot 11:16
Klaar?: Kom zelf met een voorstel voor extra 
keuzewerk of kom bij mij langs voor ideeën.


Slide 16 - Slide

Afsluiting

  1. quiz! (3 vragen)
  2.  Minder dierlijke producten? Een reden uit de biologie 
  3. Volgende les

Slide 17 - Slide

Wat is een functie van voedingsvezel?
A
Het is een bouwstof
B
Het zorgt voor een goede darmwerking
C
Het is een brandstof
D
Het zorgt voor sterke botten en spieren

Slide 18 - Quiz

Wat voor functie heeft water in het lichaam?
A
brandstof
B
beschermende stof
C
reservestof
D
bouwstof

Slide 19 - Quiz

Welk voedingsmiddel bevat zowel veel vetten als veel eiwitten?
A
amandelen
B
kipfilet
C
broccoli
D
roomboter

Slide 20 - Quiz

Waarom minder dierlijke producten?
Tot welk niveau behoort de mens?

Er zijn 7,8 miljard mensen op aarde
waarvan 78% vlees eet

Per jaar worden er ongeveer
75 miljard dieren gehouden voor
consumptie van vlees, melk of ei.






Slide 21 - Slide

Volgende les
Volgende les gaan we het hebben over ons verteringsstelsel!

Slide 22 - Slide