Wat: Paragraaf 2.1 opdr. 1 t/m 11
Hoe: Eerste 5 minuten stil en zelfstandig, geen vragen (rood). Daarna mag je zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).
Tijd: tot 11:16
Klaar?: Kom zelf met een voorstel voor extra
keuzewerk of kom bij mij langs voor ideeën.