Schrijven h2 t/m h4

Schrijven - het betoog
les 1: uitleg lessenserie, behandelen schrijven hoofdstuk 2 (inleiding en slot)

les 2: beknopte uitleg over opiniepagina krant, leerlingen aanmoedigen kranten te lezen op zoek naar interessante onderwerpen + behandelen schrijven hoofdstuk 3 (structuur)
les 3: behandelen schrijven hoofdstuk 4 (betoog)
les 4: criteria vaststellen
les 5: top drie onderwerpen inleveren + uitleg brongebruik
les 6: GO voor onderwerpen? Zoeken naar informatie in drie bronnen, start schrijfschema
les 7: GO voor je artikelen? Schrijfschema inleveren. 
les 8: GO voor schrijfplan? Werken aan betoog
les 9: werken aan betoog
les 10: inlevermoment eerste versie; tijdens les feedback door klasgenoten
les 11: gelegenheid tot herschrijven
les 12: inleveren gereviseerd betoog (telt 3x mee)





1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijven - het betoog
les 1: uitleg lessenserie, behandelen schrijven hoofdstuk 2 (inleiding en slot)

les 2: beknopte uitleg over opiniepagina krant, leerlingen aanmoedigen kranten te lezen op zoek naar interessante onderwerpen + behandelen schrijven hoofdstuk 3 (structuur)
les 3: behandelen schrijven hoofdstuk 4 (betoog)
les 4: criteria vaststellen
les 5: top drie onderwerpen inleveren + uitleg brongebruik
les 6: GO voor onderwerpen? Zoeken naar informatie in drie bronnen, start schrijfschema
les 7: GO voor je artikelen? Schrijfschema inleveren. 
les 8: GO voor schrijfplan? Werken aan betoog
les 9: werken aan betoog
les 10: inlevermoment eerste versie; tijdens les feedback door klasgenoten
les 11: gelegenheid tot herschrijven
les 12: inleveren gereviseerd betoog (telt 3x mee)





Slide 1 - Slide

Les 1

Bespreken opdracht 3, lezen h4
Introductie lessenserie schrijven
uitleg inleiding en slot
M. opdracht 1 en 2 van schrijven h2, blz. 61 t/m 63 (10 min.)
Samen: opdracht 3


Slide 2 - Slide

Doelen lessenserie
Na deze lessen weet je...

  • hoe een opiniepagina in een dagblad ‘werkt’
  • wat een tekst overtuigend maakt
Na deze lessen kun je...
  • een samenhangende, overtuigende tekst schrijven



Slide 3 - Slide

Lesdoelen:
Ik leer:
  • verschillende manieren om een onderwerp van een tekst te introduceren en af te ronden
  • een inleiding en slot schrijven

Slide 4 - Slide

Inleiding van een betoog
In de inleiding krijg jij de kans om de interesse van de lezer voor jouw tekst te wekken. Dit is heel belangrijk, want het is zonde als potentiële lezers de eerste zinnen lezen en je tekst daarna wegleggen.

De inleiding van je betoog bestaat uit minstens drie onderdelen:
- Opwarmertje;
- Achtergrondinformatie;
- Stelling

Slide 5 - Slide

Opwarmertje
Je opwarmertje biedt je de gelegenheid om de interesse van de lezer te wekken. Hiervoor zijn verschillende manieren:
- Actualiteit (geef aan waarom het onderwerp op dit moment interessant/in het nieuws is);
- Anekdote (vertel een kort verhaaltje uit de praktijk waarmee je het onderwerp introduceert);
- Voorbeeld (geef een voorbeeld van het onderwerp, waarmee de lezer zich kan identificeren)
- Citaat (neem een citaat van iemand die iets over het onderwerp heeft gezegd)

Slide 6 - Slide

Achtergrondinformatie
Vertel kort en bondig waar de tekst over gaat. Probeer in enkele zinnen de situatie zoals deze nu rondom het onderwerp is te schetsen. Dit is lastig, want je moet een zo volledig mogelijk beeld schetsen, maar het wel kort houden.

Slide 7 - Slide

Stelling 
De stelling noemen we ook wel de mening of het standpunt van de auteur. Zorg ervoor dat je hem ook stellig brengt. Niet: misschien zou het beter zijn als elke schooldag pas na 10 uur 's morgens begint. Maar: elke schooldag moet pas na 10 uur 's morgens beginnen.
De stelling is de laatste zin van je inleiding.

Slide 8 - Slide

Slot
Doel: tekst afronden

- het standpunt nogmaals noemen
- een samenvatting geven
- een conclusie trekken
- antwoord geven op een belangrijke vraag
- de oplossing voor een probleem geven

Belangrijk:
herhaal je belangrijkste argumenten en noem geen nieuwe informatie meer!

Slide 9 - Slide

Les 3

Lezen ('5)
Kies een krant uit de krat

Slide 10 - Slide

De krant?

Slide 11 - Slide

Wie leest er wel eens een krant?

Slide 12 - Open question

Opdracht
  • Iedere leerling pakt een krant.
  • Blader de krant door en ga op zoek naar drie teksten over onderwerpen die jouw interesse wekken.
  • Lever de foto's in op de volgende slides

Slide 13 - Slide

Les 2
Bespreken opdracht schrijven h2
Theorie hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 / uitleg volgende slides
Klaar? Maak opdracht 2 en 3, blz. 107, 108


Slide 14 - Slide

Openingszin & Inleiding


Op welke manier 
ingeleid?


Slide 15 - Slide

Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot

Slide 16 - Quiz

In welke alinea's van een overtuigende tekst staat het standpunt?
A
inleiding en middenstuk
B
middenstuk en slot
C
inleiding en slot
D
inleiding, middenstuk en slot

Slide 17 - Quiz

In welk deel van de tekst verwacht je onderstaande zinnen?
Inleiding
Kern
Slot
En daarom raad ik iedereen aan om meer televisie te kijken.
Televisie biedt bovendien de broodnodige ontspanning.
Het moge duidelijk zijn: televisiekijken is de beste invulling van je vrije tijd.
Zullen onze kleinkinderen nog weten wat een televisie is?
Voor velen zal het een bekend gevoel zijn: zo veel kanalen en toch zo weinig leuke programma's op tv.
Toch is het misschien te kort door de bocht om te zeggen dat er geen goede televisie meer wordt gemaakt.

Slide 18 - Drag question

Vaste tekstructuren
Verklaringstructuur
Verschijnsel -> kernmerken, voorbeelden, verklaringen -> samenvatting of conclusie


Slide 19 - Slide

Vaste tekstructuren
Aspectenstructuur
Onderwerp) -> diverse aspecten van onderwerp -> samenvatting


Slide 20 - Slide

Vaste tekstructuren
Voor- en nadelenstructuur
Vraag of stelling -> voor- en nadelen -> afweging en conclusie


Slide 21 - Slide

Vaste tekstructuren
Probleem-oplossing
Probleem -> gevolgen, oorzaken, oplossingen -> beste oplossing


Slide 22 - Slide

Vaste tekstructuren
Verleden, heden, toekomst
Introductie onderwerp -> situatie vroeger, situatie nu (voorspelling toekomst) -> conclusie of voorspelling toekomst


Slide 23 - Slide

Vaste tekstructuren
Vraag-antwoordstructuur
Vraag -> antwoorden -> samenvatting of conclusie


Slide 24 - Slide

Vaste tekstructuren
Argumentatiestructuur
Stelling, standpunt  -> argumenten voor, tegenargumenten -> herhaling stelling (of antwoord vraag)


Slide 25 - Slide

Plaats hier een foto van je eerste artikel.

Slide 26 - Open question

Plaats hier een foto van je tweede artikel.

Slide 27 - Open question

Plaats hier een foto van je derde artikel.

Slide 28 - Open question

Les 4
Beoordelingsformulier maken in groepjes van 3-4 

Huiswerk voor donderdag: maak een top drie met onderwerpen waarover jij je betoog wil schrijven. Let op: je eerste onderwerp is dus je eerste keuze! Lever je top drie in via ELO. In ELO zie je ook welk onderwerp is goedgekeurd. 

Vanaf donderdag geldt: voor elk onderdeel moet je een GO hebben, voor je verder mag! Elk onderdeel moet worden ingeleverd.

Slide 29 - Slide

Beoordelingsformulier maken
Jullie maken deze les een beoordelingsformulier voor het betoog in groepjes van 3-4.
Doe dat als volgt:
1. Noteer individueel minimaal 8 criteria voor een betoog die volgens jou in het beoordelingsformulier thuishoren.
2. Vergelijk nu in je groepje de criteria, noteer alle criteria die volgens jullie belangrijk zijn en maak er een duidelijk en zo compleet mogelijk beoordelingsformulier van.
Op de volgende slides staan twee voorbeelden. 
3. Lever in het beoordelingsformulier/rubric in (1 per groepje, alle namen in het document vermelden).

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Les 5

Uitleg bronnen
Zoek naar bruikbare informatie over je onderwerp in drie betrouwbare bronnen. Lever in en neem de volgende les geprint mee!

Slide 33 - Slide

Hoe te verwijzen?
  • Letterlijk overnemen zonder bronvermelding = plagiaat en heeft grote gevolgen
  • Verwijzen:
                 Volgens [...]
                 Onderzoek van [...] toont aan dat [...]

Slide 34 - Slide

bronvermelding
Volgens APA-stijl. De APA-stijl is gemaakt door de American Psychological Association.









Slide 35 - Slide

citeren en parafraseren
citeren = tussen haakjes letterlijk tekst uit bron overnemen. 
parafraseren = tekst uit bron in eigen woorden overnemen. 

Slide 36 - Slide

“Een belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat er een enorm verschil is tussen de generatie van grootouders, ouders en kinderen op het gebied van buiten spelen”, zegt Pauline van der Loo, afdelingshoofd bij Jantje Beton (NOS, 2018).
Terwijl bijna 70 procent van de opa’s en oma’s, en 65 procent van de ouders als kind meer buiten speelde dan binnen, geldt dit nu nog voor slechts 10 procent van de kinderen (NOS, 2018).

Slide 37 - Slide

Bronvermelding - APA
In tekst:
De Caluwe en Schutter (2004) zeggen dat  straattaal niet alleen andere woorden heeft, maar ook een heel ander ritme.
Straattaal heeft niet alleen andere woorden, maar ook een ander ritme (De Caluwe & Schutter, 2004). 

Slide 38 - Slide

Bronvermelding - lijst
De Caluwe, J., Schutter, A. (2004). De invloed van jongeren op taal. Gent: Academia Press.

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

Pak het eerste lesboek dat je tegenkomt uit je tas en noteer de bron zoals die in een bronnenlijst hoort te staan.

Slide 42 - Open question

En nu het laatste artikel dat je hebt gelezen op je laptop of telefoon.

Slide 43 - Open question

Les 6
Zelf aan de slag: 
Markeer de informatie in je meegenomen bronnen en probeer al te ordenen (argumenten voor, tegenargumenten, weerleggingen). 
Doe dat zo overzichtelijk mogelijk, dus gebruik bijvoorbeeld verschillende kleuren.
Lever einde van de les in bij je docent.

Slide 44 - Slide

Les 7
GO voor je artikelen?
Maak een schrijfschema. Lever in!

Slide 45 - Slide

Les 8
GO voor je schrijfplan?
Deze les mogen jullie werken aan het betoog: begin het middenstuk

Slide 46 - Slide

Les 9

Deze les mogen jullie weer verder met het betoog.
Schrijf de inleiding en het slot.
Controleer of je de bronnen op de juiste manier hebt vermeld in je betoog. Zie slide 34 t/m 40 voor de uitleg.

Slide 47 - Slide

Les 10
 inlevermoment eerste versie; tijdens les feedback door klasgenoten

Slide 48 - Slide

Elkaars betoog beoordelen
  1. Groepjes van 3-4
  2. Stuur je betoog naar de leerlingen die in je groepje zitten.
  3. Vul de beoordelingsformulieren in over de betogen die je hebt ontvangen. 
  4. Mail de beoordelingsformulieren naar je groepsgenoten (met mij in de cc)
  5. Zorg ervoor dat je minimaal 15 minuten voor tijd de formulieren hebt opgestuurd en bespreek eventuele onduidelijkheden in de formulieren met elkaar.

Slide 49 - Slide

Les 11
Gelegenheid tot herschrijven. Einde van de les moet het betoog ingeleverd zijn.
Check onderaan je tekst of je je bronnen goed hebt genoteerd. 

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide