(Z)EVB LES 2 Ervaringsordening

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2,3

Stereotiep gedrag houdt in dat een bepaalde handeling steeds herhaald wordt.

1. Ja
2. Nee

Bij mensen met EVB is er altijd sprake van een onvoldoende ontwikkelde motoriek

1. Ja
2. Nee

Mensen met een ZEVB zijn vaak volledig afhankelijk van anderen mbt hun zelfzorg

1. JA
2. NEE

Mensen met EVB zijn in staat enige vorm van zelfredzaamheid te ontwikkelen?

1. Ja
2. Nee

Mensen met ZEVB hebben een IQ tussen 20-35

1. JA
2. NEE

Lichaamsgebonden ervaren

1. Je hebt al zicht op wat er om je heen gebeurd
2. Je kent de structuur van de dag.
3. Je wil heel graag voor vol aangezien worden
4. Ik ben niet veilig zonder de ander

Omschrijf de associatieve fase

Benoem de fase
van de TEO van deze client

In welke fase bevinden mensen met een EVB zich?

1. Lichaamsgebonden
2. Lichaamsgebonden- en Associatieve fase
3. Structurerende fase
4. Associatieve - en structurerende fase.

Benoem de passende fase vanuit TEO:
Iemand is gericht op autonomie, wil zich graag onderscheiden, wordt graag gezien als volwassenen, vergelijkbaar met mensen met een Liht verstandelijke beperking

1. Lichaamsgebonden fase
2. Associatieve fase
3. Structurerende fase
4. Vormgevende fase

PAUZE

Noem zoveel mogelijk kenmerken van ZEVB bij Pieter

Wat is je bijgebleven van deze les?